Dit document bevat alle notities die tijdens de lessen zijn gemaakt van Farmacologie. Het bevat elke les volledig en hoort exact bij de indeling van de powerpoints
Lexicon is een lijst met GM met uitleg bij
o Moeten GM niet kunnen memoriseren dus krijgen dit op examen
Farmacokinetiek
GM geven we bv aan een patiënt en gaat oplossen in de maag
Gaat vrijgesteld worden en opgenomen worden via de darm
Vervolgens gedistribueerd naar het weefsel waar je wilt dat het werkzaam zal zijn, en nadien
terug afbraak
Farmacodynamiek
Is ter hoogte van het doelwit
Hoe groter de concentratie, hoe groter het effect zal zijn (curve)
Farmacodynamiek
De concentratie – effect relatie
Aangrijpingspunten geneesmiddelen
De meeste waar we het hier over gaan hebben zijn de small molecules (conventionele). De andere
helft van de GM zij de biologische, zoals AL en insuline (voor diabetes). Die laatste zijn veel groter en
kunnen niet door membranen migreren, hebben dus geen orale opname.
In de meeste gevallen specifieke werking
o Chemische specificiteit
Vergelijkbaar met sleutel die in een slot moet passen selectiviteit
Bv angiotensine
Gaat vasoconstrictie van bloedvaten geven
Als er 1 AZ wordt afgesplitst dan wordt het een inactief molecule
o Biologische specificiteit
Ook angiotensine
Die receptoren komen voor thv bloedvaten maar bv niet in het GI stelsel
Hierdoor kunnen we het gebruiken om een hoge BD te behandelen zonder
dat het invloed heeft op het GI systeem
Niet-specifieke werking
o Bv de antacita
o Bij een maagzweer door teveel maagzuur kan je 2 dingen gaan doen
In de pariëtale cellen minder protonen (zuur) laten produceren door proton
pomp inhibitoren
Een andere manier kan door antacita toe te dienen
Zijn zouten die de protonen gaan neutraliseren
Aangrijpingspunten van geneesmiddelen
Tabel niet helemaal kennen
, Specifieke tov de niet specifieke
o De niet hebben een fysicochemische reactie en de dosering gaat aan de hogere kant
moeten zijn
Slide 17 nomenclatuur
o Ion kanalen kan je ook gaan blokkeren
Met blokkers of modulatoren
o Omzetting naar actieve vorm = pro-drug
Receptoren: classificaties
Ionotrope receptoren
o Als die geactiveerd worden dan gaat er een ionenstroom doorheen de membraan
gaan wat kan leiden tot een hyperpolarisatie of een depolarisatie
o Bv de nicotinerge receptor & GABA receptor
o Deze receptoren komen voor in het CZS en thv de skeletspieren
G-proteïne gekoppelde receptoren
o Amplificatie van een signaaltransductie via de secundaire messengers
Verhoging van Calcium release
cAMP dat geactiveerd/geïnhibeerd kan worden
o G-eiwit receptoren : Gq, Gs, Gi
S = stimulerend en stimuleert de cAMP vorming
Zorgt voor relaxatie want cAMP zorgt ervoor dat er een rem is op de
contractie
I = inhibitie van cAMP
Gq
Gekoppeld aan a1 receptoren
Bij activatie is er stroom van calcium uit het SR door de activatie en
splitsing van IP3
Zorgt ervoor dat er calcium instroom is en contractie
o PLC
Fosfolipase C
o cAMP – werking per celtype
eerst een instroom van calcium maar is onvoldoende om contractie van een
hartspiercel uit te lokken
pas in tweede reactie calcium instroom
dus B-receptoren gaan de contractiekracht van het hart verhogen
Tyrosine-kinase receptoren
o Hebben tragere werking
o Vaak gekoppeld aan groeifactoren en cytokines
o Bij activatie door binding van een GF gaan er kinases geactiveerd worden die gaan
zorgen voor activatie van een cascade
o Deze gaat het signaal versterken waardoor het effect ook langer kan duren
o Een gefosforyleerde TF gaat een dimeer vormen en in de nucleus binden aan
DNA/RNA en transcriptie tot stand brengen
o kan dus soms lang duren vooraleer je een effect hebt
o Nibs
Alle TK GM hebben -nibs in de naam
Nucleaire receptoren
, o Komen voor in de nucleus
o Bv glucocorticoïden
Moleculen die een cholesterol skelet hebben met een aromatische ring en
zijn hypofiel
Binden op de receptor en kunnen dan in de nucleus gaan binden op DNA en
zo activatie
o De receptor zit dus in de celkern waardoor het effect langer duurt
Zowel inhibitie als activatie van de receptor
Farmacodynamiek
Receptorinteractie
Agonist binding
Als die bind op een receptor dan evenwichtsconstante
o Wet van massawerking
o Hele afleiding niet kennen maar wel formule
Die formule beschrijft een curve
o X-as = concentratie
o Y-as = bezettingsgraad
o Als Xa (agonist concentratie) heel groot wordt dan kan je Ka (concentratie van de
agonist waarbij de helft van de receptoren bezet is) verwaarlozen
Verschil linkse en rechtse curve
o Links = lineaire concentratie van de agonist
o Rechts = logaritmisch
Groter bereik
Concentratie – antwoord curve
Bij een hogere dosis ga je een hoger effect hebben
GM A is potenter want hebben minder GM nodig om een effect te bekomen
De Emax = effectiviteit
EC50 = de concentratie waarbij je 50% effect gaan uitlokken
o Is gelinkt aan de potentie
Belangrijk verschil tussen potentie en effectiviteit
o Sowieso examenvraag!
Hoe gaan we de EC50 bepalen van C?
o Van A is dit 50%
o Van B = 1 µM
o B en C hebben een gelijke potentie (eenzelfde EC50)
Mkz vraag is een voorbeeld examenvraag
o Antwoord C is juist
EC50 vs Ka
Curve A kunnen we gebruiken om te kijken welke het meeste potent is
Curve B
o Paarse curve: je hebt maar 20% bezetting van de receptoren maar wel 80% response
o Heel wat receptoren die gewoon in reserve zijn en voor 100% effect te hebben, heb
je maar een beperkte fractie van de receptoren nodig
, Binding gekoppeld aan het eigenlijke effect
Receptor binding: intrinsieke activiteit
Dit maakt wat voor type agonist je gaat hebben
Een partiële agonist gaat geen maximaal effect hebben
Bij een antagonist hebben we geen intrinsieke activiteit
Inverse agonist
o Kunnen negatieve responsen uitlokken omdat ze de evenwichtstoestand van de
receptor bij rust (die al geactiveerd is) beïnvloeden
Allosterische modulatie
Molecule gaat binden op een andere receptor, en zo de intrinsieke activiteit moduleren
Bv benziodiazepines
o Werken in op GABA receptoren
o Die zijn gekoppeld aan ionkanalen
o GABA is een nt in de hersenen die zorgen voor een Cl- stroom en een
hyperpolarisatie
o De benzo’s werken op een andere plaats (allosterisch) wat wel zorgt voor een shift
o Krijgen een meer uitgesproken hyperpolarisatie die langer duurt
Antagonisten
Gaat in competitie met agonist voor dezelfde receptor
Competitieve, reversibele antagonist
Als we meer antagonist gaan toedienen dan krijgen we een verschuiving naar rechts
Obv die rechts verschuiving kunnen we Kb berekenen
o Hoe lager die Kb hoe hoger de affiniteit van de antagonist
o Met factor 2 naar rechts verschuiven = 50% van de receptoren van de antagonist is
bezet
Kb is een constante en is onafhankelijk van de doseringshoeveelheid
Obv de linkse grafiek kan je de rechtsverschuiving gaan plotten (rechts)
o Schild plot wordt gebruikt om de Kb waarde te bepalen
Irreversibel antagonist
Het maximum gaat onderdrukt worden omdat je niet alle receptoren beschikbaar hebt om
het effect te bekomen
De EC50 waarde blijft wel exact gelijk
o Die wordt bepaald door de Ka en die verandert hier niet
o Enkel het max effect gaat naar beneden
Heeft een irreversibele antagonist een Kb of pA2?
o Nee die zit niet in competitie dus je kan er geen Kb van gaan berekenen, en het gaat
ook geen rechtsverschuiving geven dus geen pA2
o dus enkel voor de reversibele antagonist
Overzicht dia 36 goed kennen
Antagonist IC50
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmamentens. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.01. You're not tied to anything after your purchase.