- HR Bunde/Erckens
o Artikel 3:35 BW
o Geeft 4 gezichtspunten wanneer er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen in de
zin van 3:35 BW
- HR Azivo/GGD
o Het is maatschappelijk onbetamelijk van A om de gevraagde prijs van G te weigeren
o In beginsel geldt er contractsvrijheid --> hier was er contractsdwang
o Bij contractsdwang --> recht op positief contractsbelang (geleden schade + gederfde
winst)
- HR Quint/Te Poel
o Niet iedere verbintenis hoeft rechtstreeks op de wet te steunen. Een verbintenis kan
ook ontstaan als zijn in het stelsel van de wet past en aansluit bij de wel in de wet
geregelde gevallen.
- HR Iustum pretium
o Er geldt contractsvrijheid. Partijen zijn in beginsel vrij om zelf een prijs overeen te
komen. Het feit dat deze overeenkomst erg in het nadeel van de ene partij is, doet
niet af aan de overeenkomst en de overeenkomst kan dus ook niet op deze grond
onverbindend worden verklaard.
- HR Leien dak
o Hoofdregel: als iemand bij contract een prestatie belooft aan een ander, dan zal hij
geen rekening hoeven houden met de belangen van derden bij de juiste nakoming
van zijn verbintenis
o HR geeft hierop een uitzondering: als de belangen van een derde zo nauw betrokken
zijn bij de behoorlijke nakoming dat die derde nadeel kan lijden als tekortgeschoten
wordt bij de nakoming, kan de maatschappelijke betamelijkheid (6:162 lid 2)
meebrengen dat de contractant de belangen van derden moet laten meewegen in
het nakomen van zijn verbintenis.
o Soortgelijk aan HR Vleesmeesters/Alog (laatste week)
Precontractuele aansprakelijkheid (4 arresten)
- HR Baris/Riezekamp
o Hoofdregel: onderhandelen verplicht tot niets
o Baris/Riezekamp = uitzondering
▪ Partijen moeten ook aan de belangen van de wederpartij denken bij
onderhandelingen voor een contract. “Door in onderhandeling te treden
over het sluiten van een overeenkomst, tot elkaar komen te staan in een
bijzondere, door de goede trouw beheerste, rechtsverhouding,
medebrengende, dat zij hun gedrag mede moeten laten bepalen door de
gerechtvaardigde belangen van de wederpartij”
- HR Plas/Valburg
o Gaat over de precontractuele fase
o Er zijn 3 fases in de precontractuele fase
▪ Fase 1: je mag afbreken zonder dat er kostenvergoeding verschuldigd is
, ▪ Fase 2: je mag afbreken, maar afbrekende partij is kostenvergoeding
verschuldigd
▪ Fase 3: je mag niet afbreken, doe je dit wel dan is de afbrekende partij het
positief contractsbelang verschuldigd (de wederpartij brengen in de staat
waarin hij zou hebben verkeerd als het contract niet afgebroken zou zijn)
- HR CBB/JPO
o Uitbreiding van HR Plas/Valburg
o 4 fases in de precontractuele fase:
▪ Fase 1: in het beginstadium is men vrij om onderhandelingen af te breken en
is er geen kostenvergoeding verschuldigd. Tenzij dit onaanvaardbaar zou zijn
op grond van gerechtvaardigd vertrouwen of andere omstandigheden.
▪ Fase 2: er is nog geen gerechtvaardigd vertrouwen dat er een overeenkomst
tot stand zal komen, maar het is niet meer aanvaardbaar om
onderhandelingen af te breken. Er is gedeeltelijke of gehele
kostenvergoeding
▪ Fase 3: partijen mochten over en weer gerechtvaardigd vertrouwen dat een
overeenkomst uit de onderhandelingen tot stand zou komen. Bij afbreken
van de onderhandelingen ontstaat vergoeding van positief contractsbelang.
Dit moet terughoudend worden toegepast!! Wel zou het mogelijk kunnen
zijn om negatief contractsbelang toe te kennen (gederfde winst)
▪ Fase 4: er is gerechtvaardigd vertrouwen dat er een overeenkomst tot stand
is gekomen (3:35 BW). Op alle gebruikelijke contractuele rechten kan
aanspraak worden gemaakt.
- HR Katwijk/Westdijk
o Iemand die prestatie verricht zonder enige verplichting en slechts in de hoop en
verwachting dat een gedane offerte zal worden geaccepteerd, kan niet vergoeding
vorderen.
- HR Inscharing
o Stap 2 in stappenplan samenloop: wat zijn de wederzijdse plichten die partijen op
zich hebben genomen?
o Dit is volgens de HR een kwestie van uitleg en dit zal dus beoordeeld moeten
worden aan de hand van de Haviltexmaatstaf
- HR Dierenarts
o Hoofdregel is dat zowel delict als contract naast elkaar kunnen bestaan. Je mag de
voor jou meest gunstige optie kiezen (6:215 BW)
- HR Althuisius’ ladder
o Volgens 6:215 BW mag er bij samenloop van contracten op de regels van beide
contractsvormen een beroep worden gedaan. (HR Dierenarts)
o Hierop zijn 2 uitzonderingen: keuzeplicht en exclusiviteit
o In dit arrest is de exclusiviteit gecodificeerd: het recht wijst een regel aan die altijd
voorgaat op de andere
, o Het ging hier om bruikleen (7a:1790). Als je hierop een beroep doet is
buitencontractuele aansprakelijkheid van 6:179 BW niet meer mogelijk.
- HR Paardrijles
o Het onberekenbare gedrag van een dier komt in beginsel voor rekening van de
eigenaar (6:179 BW).
o HR: het enkele feit dat je een paard berijdt op grond van een overeenkomst is niet
voldoende om te concluderen dat 6:179 BW komt te vervallen. Wel komt bij
paardrijles de schade deels voor rekening van de cursist. Hoeveel dit is hangt af van
de inhoud van de overeenkomst en overige omstandigheden
Dwaling 6:228 (6 arresten)
- HR Casinovergunning
o Stap 2 van stappenplan dwaling (6:228 lid 2)
o Is een verwachting die wordt uitgesproken over de mogelijkheid van een
toekomstige vergunningverlening, een zuiver toekomstige verwachting? Of is er
sprake van dwaling omtrent de feiten zoals die ten tijde van contracteren al
bestonden?
o HR: Wat er gezegd is over de vergunning was een dwaling omtrent de feiten en was
dus geen toekomstige omstandigheid in de zin van 6:228 lid 2 BW
- HR Renteswap
o 6:228 lid 1 sub b --> mededelingsplicht
o R.o. 3.5.3: Degene die financiële producten of diensten aanbiedt aan een
ondeskundige wederpartij, heeft een mededelingsplicht ten aanzien van deze
ondeskundige wederpartij.
o R.o. 3.5.4: de ondeskundige wederpartij heeft een zekere ‘onderzoeksplicht’. Hij
moet ervoor zorgen dat hij ook begrijpt wat hem wordt aangeboden
o R.o. 3.5.5: de mededelingsplicht is geen waarschuwingsplicht
o R.o. 3.5.6: mededelingsplicht is afhankelijk van omstandigheden van geval
- HR Antilliaans zwembad
o 6:228 lid 1 sub b --> mededelingsplicht
o Mededelingsplicht weegt zwaarder dan onderzoeksplicht. Ook als wederpartij niet
voldaan heeft aan onderzoeksplicht geldt er alsnog een mededelingsplicht.
o Is er een mededelingsplicht? --> omstandigheden van geval. Hierbij speelt de
hoedanigheid en kennis van partijen een rol.
- HR Inbev/Van der Valk
o Hoedanigheid van partijen is van belang. De deskundige partij behoort de
ondeskundige partij in te lichten (mededelingsplicht 6:228 lid 1 sub b). Maar als de
deskundige partij ook niet op de hoogte is van bepaalde inlichtingen, kan hij deze
ook niet geven. Wat je niet weet, kun je ook niet mededelen
- HR Kantharos van Stevensweert
o Verkopersdwaling is voor risico van de verkoper. Het voordeel is dus voor de koper
bij wederzijdse dwaling (6:228 lid 1 sub c)
- HR Vano
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannafrancot. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.