100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Onderzoeksmethodologie $9.09
Add to cart

Summary

Samenvatting Onderzoeksmethodologie

1 review
 20 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van alle colleges, slides, 14 hoofdstukken + aanvullende informatie. Zie voorbeeldpagina's voor een impressie!

Preview 4 out of 32  pages

  • No
  • H1 tm h14
  • May 28, 2024
  • 32
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: elskooiker • 6 months ago

avatar-seller
Samenvatting Treadwell & Davis en hoorcolleges voor tentamen
Onderzoeksmethodologie

Treadwell & Davis: H1. H2, H3, H5, H6, H7, H9, H10, H13, H14

H1:

Wetenschappelijk onderzoek is een systematisch
proces van:
1. Vragen stellen
2. Vragen beantwoorden
3. Bewijzen dat je antwoorden kloppen
4. Resultaten delen




Elke onderzoeker heeft bepaalde aannames voor ze beginnen aan onderzoek.
 Observations Capture/Do Not Capture an Underlying Reality
Hiermee worden bepaalde woorden bedoelt die je niet letterlijk kan zien, maar
waarvan je weet dat het bestaat. Voorbeelden: macht, houding, taal.
 Theories About Human Behavior Can/Cannot Be Generalized
Hiermee wordt er gedoeld op theorieën over menselijk gedrag dat je kan
generaliseren. Voorbeeld: Jonge mensen hebben sneller TikTok dan oude mensen.
Hier zit hier een kern van waarheid in, maar de wereld zit vol uitzonderingen en
unique individuals (unieke individuen). Onderzoekers zijn ook geneigd te
generaliseren.
 Researchers Should/Should Not Distance Themselves from Their Research
Participants
Deze derde aanname gaat over het niveau van betrokkenheid van de onderzoeker
tegenover diens participanten. Voorbeeld: als je erg betrokken bent als onderzoeker
bij (bijvoorbeeld) het interview door erbij te zitten, kom je achter meer details en heb
je meer ‘insights’, maar de onderzoeker kan hierbij wel de groepsdynamiek
veranderen of beïnvloeden.
 Recearch Should/Should Not Be Done for a Specific Purpose
Bij deze aanname gaat het om de reden waarom onderzoekers, onderzoekers zijn
geworden of een bepaald onderzoek doen. Voorbeeld: wat is je drijfveer? Geld,
macht, faam, een doelgroep willen helpen
 There Is/Is Not One Best Position from Which to Observe Human Behavior
De laatste aanname is dat er maar 1 manier is om onderzoek te doen en bepaalde
onderwerpen/vraagstukken belangrijker zijn dan anderen.

PSA’s: public service advertisements: communicatie die specifiek gericht is om een positieve
houding/gedrag te bevorderen. Voorbeeld: volksgezondheid, onderwijs, veiligheid en milieu.
Je kan dit vergelijken met SIRE campagnes.

,Als er na zo’n SIRE of PSA-campagne een daling is van (bijvoorbeeld) auto-ongelukken, kan je
nog niet meteen zeggen dat de campagne effectief was of ervoor heeft gezorgd dat de auto-
ongelukken afnamen. Veel andere factoren kunnen meespelen. Dit heeft te maken met
oorzaak-gevolg en correlationele verbanden. Hier wordt later verder op in gegaan.

Extra begrippen bij onderzoek doen:

Kwalitatief:

- Interview/focusgroep
- Etnografie
- Contentanalyse

Kwantitatief:

- Experimenten
- Surveys
- Databanks

Inhoud van boodschappen (zoals die SIRE of PSA-campagnes) op 3 manieren:

1. Retoriek (kwalitatief): Retorici zijn geïnteresseerd in de overtuigingstactieken. Ze
gebruiken een theorie ontwikkelt door Aristoteles:
- Logos (logisch maken: texting + driving = crash)
- Ethos (karakter: typische tiener, typische emoties)
- Pathos (emotie: een tragische gebeurtenis: het ongeluk)
2. Inhoudsanalyse (kwantitatief): focust meer op vergelijken, tellen, etc. (Gaat het echt
analyseren).
3. Kritische analyse: hier ligt de focus op de relatie, expliciet of impliciet, tussen de bron
van de boodschap en de ontvanger ervan, in plaats van slechts één component van
het communicatieproces. Er wordt naar niet-gezegde/impliciete dingen gekeken.

Action research/Actie onderzoek: onderzoek om het leven van mensen te verbeteren.

Samenvattend:

 Communicatieonderzoek is een proces waarbij vragen worden gesteld over
menselijke communicatie en waarbij onderzoek wordt ontworpen en uitgevoerd om
die vragen te beantwoorden.
 Communicatieonderzoekers specialiseren zich doorgaans in één aspect van
communicatie.
 Onderzoekers kunnen kwalitatieve methoden, kwantitatieve methoden, of beide
gebruiken.
 Onderzoekers hebben empirische, interpretatieve, of kritische perspectieven op
communicatie.
 Menselijk communicatieonderzoek houdt onvermijdelijk ethische beslissingen in.

,H2:

Wetenschap: op systematische wijze vergaren van kennis over de wereld

Methodologie: hoe kom je aan kennis?

Epistemologie: wat is kennis?

Ontologie: wat is er (in de wereld om te weten)?




Onderzoeksdoelen
 Verkennen (exploration)
 Beschrijven (description
Wie is erbij betrokken, wat zijn de kenmerken, waar speelt het, wanneer begon
het, hoe ziet het eruit, etc.
 Verklaren (explanation)
Waarom, waardoor, hoe komt dat?
 Voorspellen (prediction)
Is er een verband tussen X en Y? Tot welk effect leidt…? Wat gebeurt er als…?
 Controleren (control)
 Interpreteren (interpretation)
Wat betekent X voor Y?
 Bekritiseren (criticism)



Hoe je onderzoek doet (naar menselijk gedrag) is gebaseerd op individuele
basisovertuigingen en perspectieven. Dit noem je iemands worldview (wereldbeeld).

Wereldbeeld 1: nomothetische benadering – kwantitatief onderzoek
- Benadering van wetenschap die zich richt op het formuleren van algemene wetten en
principes die gelden voor een grotere populatie.
- Menselijke communicatie is objectief meetbaar, te voorspellen en bevat
regelmatigheden die te zijn te generaliseren.
Wereldbeeld 2: ideografische benadering – kwalitatief onderzoek
- Niet te veel kijken naar wetten en algemene patronen (ontologie mist)
- Richt zich op het begrijpen van specifieke gebeurtenissen, personen of situaties in
hun context en het beschrijven van individuele kenmerken en omstandigheden.
- Menselijke communicatie is subjectief en individualistisch

, Nomothetische vs. Ideografische benadering

- Twee verschillende manieren van verschijnselen begrijpen
- Vanuit de betekenis die er wordt toegeschreven door individuen/groepen (die je niet
van buiten kan zien)
- Vanuit causale mechanismen die je als wetenschapper vanuit een onbetrokken
perspectief probeert te detecteren.

Creswell en Creswell (2018) hebben 4 wereldbeelden van elkaar onderscheiden:
1. Postpositief
Bij dit wereldbeeld ontstaat er het idee dat de wereld wordt geregeerd door wetten
of theorieën, die steeds getest en geverifieerd kunnen worden. Een bepaalde theorie
leidt tot de verzameling van gegevens en vervolgens wordt de theorie getest met
behulp van kwantitatieve methoden: objectieve observatie en meting.
2. Constructivistisch
Dit wereldbeeld stelt dat individuen streven naar begrip van de wereld waarin ze
leven en hun eigen visies daarop vormen. Hierbij kijken de onderzoekers dus naar de
subjectieve visies (op mening gebaseerde) van de participanten. Er wordt gebruik
gemaakt van kwalitatieve methoden.
3. Transformatief
Dit wereldbeeld is gericht op verandering en pleit voor het mengen van onderzoek
met politiek om sociale onderdrukking aan te pakken en levens te verbeteren. Hierbij
is er een interesse in gemarnaliseerden (mensen die weinig vertrouwen in de
medemens en politiek heeft) en achtergestelde. Actieonderzoek en kritische analyses
worden hier vooral gebruikt.
4. Pragmatisme
Dit wereldbeeld richt zich op oplossingen voor problemen. Er wordt niet aan één
basisfilosofie gehouden, daarom wordt er gebruik gemaakt van gemengd-methode
onderzoek. Het is gericht op de "echte wereld" en de focus ligt op het probleem in
plaats van de onderzoeksmethode.

Craig (1999) heeft een communicatiemetatheorie ontwikkeld met 7 begrippen over tradities
in het communicatieonderzoek:
 Retorisch
Debat en discussie: de benadrukking van de kracht van woorden
 Semiotisch
Interpretaties van tekens en symbolen: hoe komen betekenissen tot stand?
 Fenomelogisch
Ervaring van anderen: gebeurtenissen zoals ze worden waargenomen
 Cybernetisch
Stroom van informatie: communicatie is een systeem van informatie, verwerking en
feedback (Shannon en Weaver)
 Sociaalpsychologisch
Interactie van individuen: attitudes en percepties van individuen die elkaar
beïnvloeden
 Sociocultureel
Productie en reproductie van sociale orde: conflict, vervreemding en samenleving

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikeschoneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.09  3x  sold
  • (1)
Add to cart
Added