Verschillende hoofdstukken die noodzakelijk zijn voor de toets van hsbp
May 28, 2019
35
2018/2019
Summary
Subjects
hsbp
belastingwetgeving
praktisch fiscaalrecht
fiscaalrecht
strategische bedrijfsplanning
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Aeres Hogeschool (aeres)
Dier- en Veehouderij
Belastingrecht (HSBP)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
MStroeve
Reviews received
Content preview
Praktisch fiscaal recht HSBP02
1. Belastingrecht in Nederland
1.1 Waarom belastingen?
De belastingen die wij betalen, wordt door de overheid gebruikt voor diverse voorzieningen
(wegen, dijken, gezondheid, politie, rechtspraak, financiële bijstand).
Ander inkomstenbronnen voor de overheid zijn: aardgas, winstuitkeringen van bedrijven
waar de overheid (gedeeltelijk) eigenaar van is.
Profijtbeginsel: degene die profijt heeft van een bepaalde voorziening, moet er ook voor
betalen. (bijv. wegenbelasting.
Draagkrachtbeginsel: de sterkste schouders, dragen de zwaarste lasten. Oftewel hoe hoger
het inkomen, hoe meer belasting je moet betalen.
1.2 Soorten belastingen
Inkomstenbelasting (IB): deze belasting moet worden betaald over inkomsten van natuurlijke
personen. Dit is afhankelijk van de hoogte van de inkomsten, persoonlijke omstandigheden
(zoals individuele ziekte kosten.)
Vennootschapsbelasting (VPB): dit wordt betaald over de winst van rechtspersonen bijv. een
bv.
Loonbelasting (LB): dit wordt berekend over het loon van een werknemer. Loonbelasting is
een voorheffing op de inkomstenbelasting. De inkomstenbelasting over looninkomsten is
vrijwel gelik aan de loonbelasting over de looninkomsten. Heeft een natuurlijk persoon dus
alleen looninkomsten, dan zal deze persoon meestal geen inkomstenbelasting meer hoeven
te betalen.
Omzetbelasting (OB): omzetbelasting of btw wordt in rekening gebracht door ondernemers.
Omzet belasting wordt geheven over de levering van goederen en diensten door
ondernemers.
Dividendbelasting (Div): dit betalen we over winstuitkeringen op aandelen, ofwel over
dividend. Het is een voorheffing van de inkomstenbelasting.
Erfbelasting: Dit moet worden betaald over de erfenis.
Schenkbelasting: dit betaal je als je een schenking krijgt.
Kansspelbelasting: deze belasting betalen we over gewonnen prijzen(geld)
Overdrachtsbelasting (OVB):dit betalen we bij de verkrijging van ontroerend goed. (bijv. het
kopen van een huis)
Motorrijtuigenbelasting: dit wordt betaald bij het hebben van een auto of motorrijwiel.
Accijnzen: deze belasting wordt betaald over alcohol en tabaksproducten.
Milieuheffingen/belastingen op milieugrondslag: belasting op leidingwater, kolenbelasting en
energiebelasting zijn milieuheffingen.
,Provinciale belastingen en gemeentelijke belastingen: voorbeelden van rijksbelastingen zijn
de loon en inkomstenbelasting, de omzetbelasting en de vennootschapsbelasting. Maar ook
de gemeenten (ontroerende zaakbelasting, hondenbelasting), provincies (milieuheffingen)
en het waterschap (verontreinigingsheffingen) heffen belastingen.
1.3 Vindplaatsen
Als we willen weten waarover we belasting moeten betalen en hoeveel, dan kunnen we dat
in de materiële belastingwetgeving vinden. (bijv. wet inkomstenbelasting, wet loonbelasting,
enz.)
De wijze waarop de belasting uiteindelijk bij de overheid moet komen, wordt geregeld in het
formele belastingrecht. De formele wetgeving is met name geregeld in de Algemene wet
bestuursrecht (Awb) en de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr).
Een uitvoeringsregeling of -beschikking en een uitvoeringsbesluit wordt gemaakt door de
minister van Financiën. Bij het vormen van een uitvoeringsbesluit zijn wel de ministerraad en
Raad van State partij. Bij een uitvoeringsregeling vaststellen kost veel minder tijd. In diverse
wetten zullen verwijzingen tegenkomen naar een Algemene maatregel van Bestuur, hiermee
wordt het uitvoeringsbesluit bedoeld. Met een ministeriële regeling wordt een
uitvoeringsregeling bedoeld.
Richtlijnen zijn afspraken binnen de Europese Unie.
Bij de algemene beginselen van behoorlijk bestuur gaat het in feite om gedragsregels. De
belangrijkste beginselen zijn:
Vertrouwensbeginsel: gaat uit van het vertrouwen dat de belastingplichtige mag
ontleen aan gedragingen van de overheid.
Gelijkheidsbeginsel: gaat uit van de gelijke behandeling van gelijke gevallen. Bijv. als
bij 50 ondernemers bij exact dezelfde investering een zogenoemde investeringsaftrek
wordt verleend aan 49 ondernemers en aan 1 ondernemer niet, kan die ene
ondernemer zich beroepen op het gelijkheidsbeginsel.
Als we het hebben over jurisprudentie, dan hebben we het over uitspraken van rechters.
Soms moet een extra uitleg aan een wetsartikel worden gegeven, omdat deze niet helemaal
duidelijk is. Via een besluit (resolutie) geeft de staatssecretaris aan hoe bij een bepaalde
situatie het wetsartikel moet worden uitgelegd. De belastingdienst moet deze resoluties
volgen. Het zelfde geld voor vraag-en-antwoordbesluiten.
Begrippenlijst H1
Algemene beginselen van Fatsoensnorm voor bestuurlijk handelen.
behoorlijk bestuur
Algemene maatregel van Koninklijk Besluit dat algemeen verbindende regels
bestuur bevat.
Dividendbelasting Belasting op dividendontvangsten
Draagkrachtbeginsel Beginsel dat uitgaat van zwaarte lasten (meeste
belasting) drukken op de sterkste schouders (dus
hoogste inkomens).
Formele belastingwetgeving Wetgeving die ziet op manier van heffen van belasting
Gelijkheidsbeginsel Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat uitgaat
van gelijke behandeling van gelijke gevallen.
Inkomstenbelasting Belasting op inkomen van natuurlijke personen.
Jurisprudentie Rechtspraak of geheel van uitspraken rechters.
Loonbelasting Belasting over loon van werknemers.
, Materiële belastingwetgeving Wetgeving die ziet op inhoud dan wel wetgeving die de
hoogte van te betalen belasting bepaalt.
Ministeriële regeling Belasting over verkrijging van onroerend goed.
Profijtbeginsel Uitgangspunt dat diegene die profiteert van een
voorzienig er voor betaalt.
Omzetbelasting Belasting over levering van goederen en diensten door
ondernemers.
Overdrachtsbelasting Belasting over verkrijging van onroerend goed.
Richtlijnen Afspraken binnen de EU
Rijksbelasting Belastingen geheven door het rijk.
Uitvoeringsbesluit Algemene maatregel van bestuur.
Uitvoeringsregeling Regeling ter uitvoering van wetten opgesteld door
minister.
Vennootschapsbelasting Belasting over winst van rechtspersonen of lichamen.
Vertrouwensbeginsel Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat
voorschrijft dat bestuursorgaan verwachtingen moet
waarmaken en toezeggingen moet nakomen.
2. Formeel belastingrecht
2.1 Materieel en formeel belastingrecht
In de wet inkomstenbelasting, wet vennootschapsbelasting, wet loonbelasting en wet
omzetbelasting vinden we het materieel recht. In het materiële belastingrecht wordt
aangegeven hoe de te betalen belasting wordt bepaald. In deze wetten wordt vermeld wie
belastingplichtig is, waarover belating moet worden betaald en hoeveel.
Het formele recht behandelt de manier waarop de aanslagen worden vastgesteld, hoe en
wanner we aangifte moeten doen en wanner moet worden betaald. Het formele
belastingrecht is van toepassing op alle eerder genoemde wetten waarin het materieel recht
is te vinden. Het belang van het formele recht is groot. Het formele recht is steeds in
beweging.
2.2 Woon- en vestigingsplaats, partner
Het materiële belastingrecht regelt wie belastingplichtig is. Natuurlijke personen moeten
(volgens de wet IB) inkomstenbelasting betalen als ze in Nederland wonen. Ook als ze niet
uit Nederland komen, maar hun inkomen wel in Nederland verdienen.
Vennootschapsbelasting wordt geheven van lichamen (bijvoorbeeld: nv of bv). Het gaat dan
om lichamen die in Nederland zijn gevestigd.
2.3 Aangifte en aanslagen
Voor de specifieke formele wetgeving die alleen betrekking heeft op belastingen, moeten we
in de AWR zijn. AWR staat voor Algemene Wet inzake Rijksbelastingen.
2.3.1 Aangifte
Bij een aangifte vraagt de belastingdienst gegevens die van belang zijn voor het vaststellen
van de te betalen belasting. Aangifte kan gedaan worden bij bijv. inkomstenbelasting,
vennootschapsbelasting, loonbelasting of omzetbelasting.
In de praktijk moeten als hoofdregel de aangiften inkomstenbelasting steeds vóór 1 mei
gedaan worden. Dit termijn kan op verzoek worden verlengd. De aangiften voor
omzetbelasting en loonbelasting moeten meestal vaker worden gedaan (maandelijks of per
kwartaal).
, Iedere belastingplichtige heeft een burgerservicenummer (bsn). Ook dit nummer of fiscaal
nummer is vermeld op de aangifte. Het nummer bestaat uit 9 cijfers.
2.3.2 Aanslagen
Als de aangifte is gedaan, zal voor de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting een
aanslag volgen. Voor loonbelasting en omzetbelasting zijn er andere regels.
Aanslagbelastingen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
(het te betalen bedrag wordt vastgelegd in een aanslag)
Belastingen
Aangiftebelastingen omzetbelasting en loonbelasting
(gelijk met het doen van aangifte moet ook de omzet- en loonbelasting
worden betaald, er volgt niet eerst een aanslag)
Een voorlopige aanslag of definitieve aanslag kent de aangiftebelasting niet. Er kan wel een
naheffingsaanslag worden opgelegd. Deze wordt opgelegd als er geen aangifte wordt
gedaan. Tevens wordt een naheffingsaanslag opgelegd als er wel aangifte wordt gedaan,
maar deze niet wordt betaald.
Een aantal gegevens van de belastingplichtigen is al bekend bij de Belastingdienst.
Loongegevens worden door de werkgever verstrekt en informatie over het saldo op de
bankrekeningen wordt door de banken verstrekt.
Ambtshalve vaststellen. Stel dat een aangifte niet ingevuld en ondertekend wordt
teruggestuurd, oftewel de vereiste aangifte wordt niet gedaan. In dat geval kan de inspecteur
toch een aanslag opleggen. De inspecteur zal daarbij uitgaan van een redelijke schatting van
het inkomen. In dit geval spreken we van een ambtshalve vastgestelde aanslag.
Indien de aanslag later dan drie jaren na het ontstaan van de belastingschuld is opgelegd, is
deze aanslag te laat. In dit geval wordt er geen aanslag ontvangen.
Voorlopige aanslagen. Een voorlopige aanslag wordt vrijwel altijd opgelegd binnen enkele
weken na het indienen van de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. De
betaling kan hierbij sneller plaatsvinden. Bij het opleggen van een voorlopige aanslag wordt
nog niet gekeken naar de juistheid van de aangifte, dit gebeurt in een later stadium.
Een voorlopige aanslag kan al in het begin van het jaar worden opgelegd als we nog niet
eens weten hoe hoog het inkomen over dat jaar zal zijn. Deze aanslag berust op een
schatting door de Belastingdienst, uitgaande van de aanslagen in het verleden. Een
voorlopige aanslag kan ook door jezelf aangevraagd worden. Maar waarom zou je dit doen?
Heeft te maken met de belastingrente die wordt berekend. Hoe later we betalen, hoe hoger
deze rente wordt. De belastingrente is geregeld in de AWR.
Ambtshalve aanslag. De ambtshalve aanslag wordt opgelegd als er geen aangifte wordt
ingediend. De ambtshalve aanslag is altijd een definitieve aanslag.
Navorderingsaanslag. Een navorderingsaanslag kan alleen worden opgelegd als er al een
definitieve aanslag is vastgesteld. Een navorderingsaanslag kan in de inkomstenbelasting en
vennootschapsbelasting worden opgelegd als achteraf blijkt dat de aangifte toch niet geheel
juist was.
Conserverende aanslag. Is een aanslag die wordt opgelegd, maar nog niet betaald hoeft te
worden. Dergelijke aanslagen kunnen we soms zien bij personen die Nederland verlaten
ofwel emigreren.
Overigens kan een aanslag (definitief dan wel voorlopig) ook negatief zijn. Er is in dat geval
sprake van een belastingteruggave door de Belastingdienst. Geeft de aanslag een te betalen
bedrag dan zal deze moeten worden betaald binnen een bepaalde termijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MStroeve. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.