C= consument M= merk COM: communicatie
P= product AD= advertentie D: dienst
storytelling: merken proberen via eigen kanalen een verhaal te brengen
marketing: bedenken, waarderen, promoten en distribueren van producten & diensten om
waarde te creëren & zo doelstellingen van klant/organisatie te realiseren
4 instrumenten marketingmix:
1. Product: welk eigenschappen product
2. Prijs: welke prijs product
3. Promotie: hoe product promoten
4. Plaats: waar product verkopen
→ 4P’s
→ juiste product op juiste tijd en plaats met juiste prijs: voldoen wensen klant
5de en 6de P: People & Planet
digitalisering doet tijden veranderen, 4 redenen:
1. mening C wint aan belang
2. vertrouwen C in klassieke reclame afgenomen
3. gefragmenteerd medialandschap
4. persoonlijkere aanpak
UGC: User Generated Content
customer value: waarde die klant aan product of dienst toekent
retentie: klanten behouden
gebruiksgemak/convenience:
vb: gratis bezorging, tijdens avonduren,...
= communicatiemix: totaal van middelen
niet alle COM instrumenten zijn geschikt voor een merk op te bouwen
reclame: 1 van oudste zichtbare communicatie instrument
PR: Public Relations, goede relaties behouden, geen rechtstreeks verkoopinstrument
sponsoring: investeren in cash in een activiteit
online & social: promoten P/D via internet
evenementen en brand activation
content marketing: verspreiden waardevolle, relevante en consistente informatie
verkooppromotie: alle handelingen gericht op aankoop
marketingcommunicatie = geïntegreerde marketingcommunicatie
→ zorgt voor: verschillende COM technieken en media elkaar aanvullen en versterken
belangrijkste element voor aandacht: bekendheid creëren
positioneren: creëren positie merk in brein doelgroep tov andere merken
→ helder wat merkessentie en merkwaarden zijn
positionering ruit van Michels
merk: verzameling associaties en gevoelens van persoon over product
→ geheel elementen waaraan je iets herkent
product: in fabriek gemaakt
merk: waarmee koper identificeert
2
, C= consument M= merk COM: communicatie
P= product AD= advertentie D: dienst
3 merkcategorieën:
1. fabrieksmerken: door producent ontwikkeld en in markt zet
2. huismerken: groot/detailhandel ontw en op markt
3. generieksmerken: merkloos & zo laag mogelijke prijs
4 verschillende soorten merknamen:
1. descriptief: meteen duidelijk waarvoor je staat
2. associatief: vb auto jaguar met snelheid jaguar
3. afkortingen/acroniemen
4. abstract: bedacht vanuit verschillende invalshoeken
→ vb: durex: Durability Reliability Excellence
→ abstract
logo’s en symbolen:
ABSTRACT
WOORDMERK
MONOGRAM
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellagheysen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.