Introductie (I)
● Programma Estate Planning:
o Huwelijksvermogensrecht
o Erfrecht
o Schenking
o Bedrijfsopvolging
o Levenstestament
o Doelvermogens, ANBI’s en internationale aspecten
▪ Entiteiten zoals de Amerikaanse trust die fiscaal gezien als particulier vermogen
kwalificeren.
Introductie (II)
● Verplichte stof bestaat uit:
o Compendium Estate Planning (laatste druk)
o Overige literatuur, jurisprudentie, besluiten, etc., zoals op Canvas geplaatst of vermeld
o Stof behandeld tijdens de colleges
Estate planning (I)
● Estate planning is het geheel van maatregelen dat de omvang en de samenstelling van een
nalatenschap beïnvloedt, waarbij optimaal rekening wordt gehouden met de civiel- en
fiscaalrechtelijke positie van een aspirant-erflater en diens toekomstige erfgenamen.
(Estateplanningexpert.nl).
● Estate planning is the process of anticipating and arranging, during a person’s life, for the
management and disposal of that person’s estate during the person’s life, in the event the person
becomes incapacitated and after death. The planning includes the bequest of assets to hers and
may include minimizing gift, estate, generation skipping transfer, and taxes. (Wikipedia)
o Focust iets meer op de overgang van vermogen naar de volgende generatie en de
praktische aspecten van de afwikkeling van de nalatenschap dan de fiscale optimalisatie,
maar dit is duidelijk wel een element hiervan. In Amerika is dit in de procedure
ingestoken omdat je nog een procedure van prograte hebt.
Estate planning (II)
● Estate planning bevindt zich op raakvlak van civiel en fiscaal recht
● Estate planning is meer dan fiscale optimalisatie:
o Uitkomst moet ook overigens/civielrechtelijk wenselijk zijn
▪ Uiteindelijk gaat het om de vraag: ‘Wat wil jouw cliënt echt bereiken?’ en niet
‘hoe bespaar je de meeste belasting?’ Fiscaliteit is belangrijk, maar het is niet
zaligmakend. Cliënten staan hier heel variabel in. Als Estate planner moet je dus
kijken wat iemand belangrijk acht, en dit meenemen in je advies.
o Maatschappelijke/ethische aspecten
▪ Ook als iemand niet intrinsiek gemotiveerd is om ethisch te handelen moet hij
denken aan zijn persoonlijke reputatie. Als adviseur moet je ook kijken als je wel
aan iets mee wil werken. Er is een zekere grens aan wat je wil uitvoeren en niet,
je hoeft geen klakkeloos verlengstuk te zijn van jouw cliënt.
▪ Als je constructies bedenkt die niet af te wikkelen zijn (binnen een nltschap), dan
ben je geen stap verder. Dit brengt dus een bepaalde dynamiek met zich mee.
o Planning moet ‘client proof’ zijn
▪ Een deel van je taak als notaris is om je cliënten goed in te lichten wat de inhoud
van de notariële akte is, en wat de gevolgen van de inhoud zullen zijn. Je hebt
een risico dat iets fout gaat als het advies te ingewikkeld is. Sommigen willen dat
, je iets dicht timmert voor de volgende generaties, maar anderen willen over drie
generaties heen regeren. Jouw cliënt over drie generaties wordt dan
geconfronteerd met een constructie die niet uit te voeren is. De vraag is dus hoe
ver je wilt gaan.
● Estate planning is niet alleen voor (zeer) vermogenden
o Hoe groter het financieel belang, hoe aantrekkelijker Estate planning is, maar ook op het
moment dat het vermogen niet groot is kun je fiscale besparing bereiken. Estate planning
werkt niet als je helemaal geen geld hebt, maar de veronderstelling dat dit alleen voor
vermogende mensen is, is niet terecht. Je structureert niet alleen fiscaalrechtelijk, maar
ook civielrechtelijk (bij welke erfgenaam wil je dat het terecht komt? En welke
beperkingen wil je opleggen?).
Huwelijk
● Hoofdlijnen wettelijk systeem:
o Art. 1:30-80 BW regelen het huwelijk
▪ Hoe sluit je het huwelijk? Met wie mag je het huwelijk sluiten? e.d.
o Art. 1:80a-80g BW regelen het geregistreerd partnerschap
▪ Er is een gelijkstelling tussen gp en het huwelijk.
o Vermogensrechtelijke aspecten huwelijk -> art. 1:81-143 BW
▪ Art. 1:80b BW: deze bepalingen (titels 6,7, en 8) zijn overeenkomstig van
toepassing op gp.
o Fiscaal: gelijkstelling gp met huwelijk o.g.v. art. 2 lid 6 AWR
▪ Art. 2 lid 6 AWR: Formulering dat de gevolgen van het aangaan / ontbinden gp
vergelijkbaar zijn met het huwelijk. Die gelijkstelling in de AWR werkt door in
andere belastingwetten, dit is dus een algemene gelijkstelling.
Huwelijksvermogensrecht—civiel (I)
● Systematiek huwelijksvermogensrecht:
o Art. 1:81-92a BW -> rechten en verplichtingen van echtgenoten
▪ Deze bepalingen kunnen een basis dienen voor betalingen tussen echtgenoten.
Er kan een vermogensverschuiving zijn tussen echtgenoten, is er een titel voor
deze vermogensverschuiving of is het een schenking? De algemene rechten en
verplichtingen die het huwelijk voor echtgenoten met zich mee brengt kan ook
impliceren dat er vermogensverschuivingen tussen echtgenoten plaatsvinden,
het hoeft dus niet altijd meteen een schenking te zijn.
o Art. 1:93-113 BW -> Gemeenschap van goederen
o Art. 1:114-143 BW -> Huwelijkse voorwaarden/verrekenbedingen
▪ Volgende week te bespreken
Huwelijksvermogensrecht—civiel (II)
● Rechten / verplichtingen van echtgenoten:
o Elkaar het nodige verschaffen (art. 1:81 BW)
o Kosten van de huishouding (art. 1:84 BW)
o Vergoedingsrechten (art. 1:87 BW)
o Toestemmingsvereiste (art. 1:88/89 BW)
▪ Een echtgenoot behoeft voor bepaalde rechtshandelingen toestemming van de
andere echtgenoot. En als je de toestemming niet hebt is er een
vernietigingsbevoegdheid voor de andere echtgenoot die geen toestemming
heeft verleend conform art. 1:89 BW.
▪ In de praktijk strugglen mensen met HVW. De toestemmingsvereiste staat los of
je in het wettelijk systeem bent gehuwd of met HVW. De bepalingen gelden
allemaal ongeacht het huwelijksgoederenregime.
, o Bestuursbevoegdheid (art. 1:90 BW)
▪ Wie van de echtgenoten is beschikkingsbevoegd over de goederen in de
gemeenschap. De bestuursbevoegdheid kan doorwerken in de fiscale gevolgen,
met name in de IB. Sinds de wijziging van de bestuursbevoegdheidsregeling komt
het vaker voor dat echtgenoten samen het bestuur hebben, dit heeft ook fiscale
gevolgen.
● Niet iedere betaling tussen echtgenoten is fiscaal meteen een probleem.
Vergoedingsrechten—Civiel
● Hoofdregel vergoedingsrechten: vergoeding beweegt mee met waarde onderliggend
vermogensbestanddeel
o D.w.z. beleggingsleer i.p.v. nominaliteitsgedachte uit jurisprudentie
▪ Waardestijging komt toe aan de echtgenoot, en daar deel je niet in mee.
Hoofdregel: Als je een vergoeding doet aan andere echtgenoot, dan deel je ook
mee in de waardestijging van het goed. Als het huis in waarde stijgt, dan stijgt het
aandeel ook in waarde, dus een deel van de waardestijging komt toe aan de
andere echtgenoot. Ook bij waardedalingen geldt hetzelfde, tenzij het geld door
de andere echtgenoot zonder toestemming is gebruikt kan de vergoeding nooit
lager zijn dan nominaal.
o Toepassing kan bewerkelijk zijn -> vastlegging aan te bevelen bij groter financieel belang
▪ Je kunt een discussie hebben over wat de omvang van het vergoedingsrecht is. In
de basis is het een heel simpel systeem, maar de uitvoering is ingewikkelder en
niet heel consistent. Art. 1:87 lid 3 sub a BW -> Gedeelte van de waarde van het
goed op het moment van investering. Wat betreft art. 1:87 lid 3 sub b BW moet
je bij aflossingen kijken naar de waarde van de aflossing.
● Afwijkende afspraken mogelijk (art. 1:87 lid 4 BW); leden 1-3 geven de hoofdregel en in het
vierde lid is een afwijking opgenomen.
o De hoofdregel is conceptueel heel rechtvaardig, maar in de praktijk werkt het niet altijd.
In de onroerend goed praktijk is dit onderdeel heel belangrijk. Mensen krijgen steeds
meer door wat de gevolgen zijn, dus afwijkende afspraken komen steeds meer voor. Denk
aan de situatie van de jubelton.
Vergoedingsrechten—Fiscaal
● Fiscale aandachtspunten bij vergoedingsrechten:
o Economische eigendom? -> Nee: art. 5e AWR regelt dat vergoedingsrecht of -plicht niet
leidt tot fiscaal relevant belang bij vermogensbestanddeel. Als je meedeelt in
waardeontwikkeling dan heb je een zekere mate van economisch belang, maar is echter
geen economisch eigendom.
▪ NB. Niet voor afwijkende regeling!
● Je moet je dus afvragen of een afwijkende regeling kan leiden tot een
fiscaal relevant belang. Hier kan het zo zijn dat je terug dient te kijken
naar de nominaliteitsleer. Soms kan het aantrekkelijk zijn om i.p.v een
vergoedingsrecht een lening te verstrekken. De rente kan een mooie
manier zijn om te realiseren dat er een bepaalde vermogensmutatie
optreedt.
▪ Of is het een zodanig fiscaal belang dat dit economische gevolgen heeft?
▪ Als er een waardestijging is in het vergoedingsrecht is er dan een heffing in box I
of box II? Is er een aanmerkelijk belang? In art. 5e AWR is opgenomen dat
vergoedingsrechten of -plichten niet leiden tot een fiscaal relevant belang bij
vermogensbestanddelen.
o Zijn vergoedingsrechten bruto of netto?
, ▪ Dit volgt niet uit de wet. Je kunt wel een discussie voeren over hoeveel latente
belasting waard is. Stel je hebt AB en aandelen in BV zijn 100% gefinancierd met
vermogen echtgenoot, dus komt 100% van de waarde toe bij regulier
vergoedingsrecht. Verkrijgingsprijs 0, waarde aandelen 100K. Zit latente
belastingclaim van 26,9%. Is vergoedingsrecht 100K of 73k. Dat blijkt niet uit de
wettekst.
o Afwijkend vergoedingsrecht als schenking
▪ Bv. al dan niet vergoeden van rente
Gemeenschap van goederen (I)
● Huidige wettelijk systeem: beperkte gemeenschap van goederen, die omvat (art. 1:94 BW):
o Gezamenlijke voorhuwelijkse goederen en schulden (ongeacht verhouding)
▪ Mensen die gaan samenwonen, en samen een huis kopen, waarbij de ene meer
geld heeft dan de andere. Dit kun je onderling oplossen door onderling een
lening te financieren, of te regelen dat aan een van de echtgenoten een groter
deel van de woning toekomt. Maar als je in het huwelijk treedt wordt de
verhouding 50-50. De vraag is echter of dit wenselijk is. Dus op het moment van
huwelijkssluiting zou je hier aandacht aan moeten besteden.
▪ Staatssecretaris keurt goed dat je onder stringente omstandigheden regelt dat je
de schuld buiten de gemeenschap houdt. Arianne is van mening dat je de
goedkeuring niet nodig hebt o.b.v. de huidige stand van de jurisprudentie.
o Nahuwelijks verkregen goederen, m.u.v.:
▪ Erfenissen / giften (m.u.v. insluitingsclausule)
▪ Bepaalde pensioenrechten en erfrechtelijke aanspraken
▪ Verknochte goederen en schulden, behoudens als verknochtheid zich niet verzet
▪ Vruchten van goederen buiten gemeenschap
Gemeenschap van goederen (II)
● Schulden buiten gemeenschap:
o Die goederen buiten gemeenschap betreffen
o Behorend tot nalatenschap waarin een echtgenoot gerechtigd is
o Uit hoofde van door de echtgenoot gemaakt quasi-legaat
● Afwijking van uitsluitingsclausule bij huwelijkse voorwaarden is niet mogelijk
o NJ 1981/193; de uitsluitingsclausule is keihard, en hier kun je niet van afwijken als zijnde
echtgenoten, zie 1:94 lid 4. Dit kan de Estate planning van echtgenoten later in de weg
staan. Je kunt bepalen dat je het onder uitsluitingsclausule verkregen vermogen nalaat
aan iemand, je zou dit ook kunnen schenken aan iemand (maar dit kost ook weer geld).
Gemeenschap van goederen (III)
● Vergoedingsrechten:
o Vergoeding door echtgenoot aan gemeenschap (récompense)
o Vergoeding door gemeenschap aan echtgenoot (reprise)
o Berekening vergoedingsrecht overeenkomstig systematiek art. 1:87 BW.
● Ondernemingsvermogen buiten gemeenschap (art. 1:95a BW) -> Redelijke vergoeding t.b.v.
gemeenschap
o Situatie dat een van de echtgenoten een onderneming heeft (kapitaalvennootschap,
maar ook een eenmanszaak), en er is niet een redelijk bedrag in de gemeenschap
gevallen als gevolg voor de inspanning van de echtgenoot, dan is er nog een redelijke
vergoeding t.b.v. de gemeenschap. Maar wat is een redelijke vergoeding?
o Als je de vermogensverschuiving wil bewerkstelligen tussen echtgenoten, kun je zeggen
dat de gemeenschap nog recht heeft op de ruime vergoeding, als de gemeenschap
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mueni. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.45. You're not tied to anything after your purchase.