100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mediarecht (professor: Koen Lemmens) $11.78   Add to cart

Summary

Samenvatting Mediarecht (professor: Koen Lemmens)

1 review
 488 views  11 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle lessen informatie uit het boek bij de behandelde hoofdstukken. Boek is niet meer nodig bij het leren van deze samenvatting omdat alles erin is geïntegreerd. 16/20 op het examen met enkel het leren van deze samenvatting! Professor: Koen Lemmens Boek: Handboek Mediarecht

Preview 4 out of 186  pages

  • May 29, 2019
  • 186
  • 2018/2019
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lienbloemen • 4 year ago

avatar-seller
Les 1: mediarecht
EXAMEN:

3 vragen

1. Basisconcepten bevragen, kunnen uitleggen (dit is kennis)
2. Peilen naar het wat ruimere inzicht bv stuk uit krant, een beslissing van een instantie, … 
de vraag is dan: waar gaat dit over, waar plaats je dit in de cursus, …
3. Casus

Begripsomschrijving en afbakening van het mediarecht (boek)

definitie: het geheel van rechtsregels mbt de communicatievrijheid en de
massacommunicatiemiddelen, het mediarecht omvat dus


a) de rechtsregels die het grondrecht van de expressie-en communicatievrijheid waarborgen
b) de regulering die verbodsbepalingen of beperkingen oplegt aan de expressie-en
communicatievrijheid owv de media-inhoud
c) de reguleren mbt de organisatie en de exploitatie van de media als commucator/zender, i.e
als bronnen of producenten van media-inhouden
d) de regulering mbt de organisatie en de exploitatie van de middelen en kanalen via dewelke
de media-inhouden worden uitgezonden, verspreid of verdeeld; tot bij een publiek worden
gebracht

Vakgebied schetsen ‘mediarecht’:
3 grote delen:

1. Dieper ingaan op alles wat te maken heeft met vrijheid van meningsuiting
- Persvrijheid is een onderdeel van vrijheid van meningsuiting
- Niet alleen vrijheid van meningsuiting maar ook de grenzen/beperkingen aan de vrijheid
van meningsuiting
- Het rechtssysteem zoekt een middenweg, van zodra men aanvaardt dat er grenzen zijn is
het moeilijk om te bepalen wat de grenzen dan juist zijn
- Botsen op andere belangen bv privacy, reputatie, het vermogen van onschuld, de goede
zede, …

2. Technischer deel: specifiek het reguleren van de audiovisuele media: Vlaams mediadecreet
(radio en televisie)
- Technisch vanuit 2 perspectieven:
 Technisch: juridisch
 technisch vanuit het perspectief: de gebruikte technologieën

3. aandacht voor de zelfregulerende mechanismen
- de raad voor de journalistiek
- de JEP : jury voor ethische praktijken in zake reclame

,de term MEDIARECHT:
mediarecht:

- het geheel van regels, het geheel van rechtsregels, met betrekking tot de
communicatievrijheid en de communicatiemiddelen
- rechtsregels die gaan over expressie en communicatie vrijheid (vrijheid van
meningsuiting) , de beperkingen aan de communicatievrijheid vanwege de inhoud
- de regulering en de organisatie en de exploitatie van de media (de producent)
- over regels met betrekking tot de organisatie en de exploitatie van de kanalen waarmee
de content wordt verspreidt




19de eeuw:

- in de 19de eeuw: een handvol bepalingen
- mediarecht zou men toen op een dag of 2 gezien hebben
- men sprak toen ook niet over mediarecht maar over persrecht
- lange tijd gold ook het beginsel: de beste perswet is geen perswet: omdat men bevreesd
was: van zodra overheden, wetgevers regels maken (rechtsregels), dan beginnen die zich
te moeien met de inhoud van het spreken, vanaf dat ogenblik bent u niet meer vrij en
komt de overheid zich bemoeien
 vrijheid van meningsuiting en persvrijheid in jonge parlementaire democratieën
werden in der tijd gewaarborgd door een afwezigheid van wetgeving en een achter-
wege blijven van overheidstussenkomst
 perswetgeving en overheidsinmenging kwamen neer op inperking of beknotting van
de persvrijheid
- elke overheidsbemoeienis werd gezien als een 1 ste stap naar censuur, naar beknotting
van de persvrijheid  dit is natuurlijk niet waar
- kritisch ten aanzien vaan overheidstussenkomt
- 19de -eeuwse persrecht heeft altijd die bitter nasmaak gehouden van wat men wil
- Is in België eigenlijk nooit een probleem geweest omdat Belgische grondwet, tot op
vandaag, een groot niveau van meningsuiting, hoog niveau van persvrijheid garandeert,
ook een soort vrijhaven geweest voor buitenlandse intellectuelen die bij ons konden
schrijven en publiceerden  wat hen in de problemen bracht in het thuisland bv edward
dawin dekings met max Havelaar, Victor Hugo die naar Brussel kwamen en daar hun
pamfletten schreven  Brussel is het centrum van het vrije woord, dat komt doordat dat
een intellectuele klasse was waar heel wat journalisten actief waren, een aantal hadden
in de cel gezet vanwege dingen die ze geschreven hadden
- in Ancien Regime: persrecht beperkte zich vrijwel uitsluitend tot restrictieve maatregelen
betreffende de verspreiding van gedrukte info, opinies en
denkbeelden
e e
eind 18 - begin 19 E: ontwikkeling dus het persrecht concentreerde zich rond de
wetgeving en rechtspraak betreffende laster en eerroof,
het recht op privacy, de schending van goede zeden en het
recht van antwoord

, - De Belgische revolutionairen wisten zeer goed hoe belangrijk het vrij woord, een vrije
pers was
- zij verdedigden niet dat de vrijheid van meningsuiting een absoluut recht moest zijn
- zijn hebben niet gedaan wat de Amerikaanse revolutionairen suggereren: indruk dat
vrijheid van meningsuiting in de VS een absoluut recht is waar geen beperkingen aan zijn,
dat is niet waar
- de ene staat is meer liberaal dan het andere: in het ene land mag u meer zeggen dan in
het andere land: wat we zullen zien: in de meeste staten zijn er een aantal grenzen,
taboes, dingen waarbij we zeggen: oké maar dit niet  en dan beginnen we als juristen
intellectuele acrobatieën uit te halen om uit te leggen waarom wat je net verboden hebt
waarom dat dat geen inbreuk is op de vrijheid van meningsuiting bv: ‘pornografie dat
geen meningsuiting’
- bv : antiracisme wetgeving  racisme is geen mening
- het is niet omdat iets een mening is dat dat bescherming moet genieten onder de
vrijheid van meningsuiting
- staten zullen er in verschillen maar de grenzen zijn er wel



er begint een evolutie te komen: de evolutie van de communicatiemiddelen:

- na drukpers en geschreven woord is gereguleerd, verschijnen radio en televisie
- radio en televisie als nieuwe communicatiemiddelen roepen nieuwe vragen op
- vragen blijven ook dezelfde als de vragen tijdens de pers: mag je mensen hun reputatie,
eer , onware dingen zeggen over mensen zeggen  het doet er niet toe of je die zegt via
geschreven woord of via radio
- maar tegelijkertijd komen er nieuwe vragen: vragen die te maken hebben met: scarcity
of means: gebrekkige middelen
 er kwam duidelijkere tussenkomst van de overheid mbt de organisatie van de
massamedia en de uitoefening van de vrijheid van expressie en informatie
 deze regeling is NIET restrictief-censurerend maar regulerend-organiserend
 deze regeling is gericht op het waarborgen van doelstellingen van algemeen belang,
zoals pluralisme van het aanbod, culturele diversiteit, recht op info, bescherming van
minderjarigen,…
 vooral bij audiovisuele media
waarom? wegens spectrumschaarste, het grotere bereik, de indringendheid en gelijk-
tijdigheid van het medium
gevolg: radio en vooral tv onderworpen aan overheidsreglementering
hoe? op basis van een systeem van vergunningen!
- nu in het 2019: computers, gsm zoals Apple, …  in 1989: was er een Sony walkman
- ik moet orde scheppen, ik moet een politie organiseren, net zoals: we zijn een vrije
markt: iedereen mag zijn waren verkopen op bv de vrijdagmarkt: maar opdat die markt
vlot kan verlopen moet die overheid bepalen wie waar mag gaan staan want als iedereen
op dezelfde plaats wil gaan staan, gaat die markt niet functioneren: overheid moet
tussenkomen: niet om de inhoud te reguleren maar om het goede verloop van de
communicatie te waarborgen
- Net zoals Bv: als prof zegt: u mag vragen stellen maar niet allemaal tegelijkertijd
- Belangrijk onderscheid  dat verklaart dat het persrecht verruimd wordt: het gaat
evolueren naar een omroeprecht (20e eeuw) , naar een mediarecht (recht mbt

, verschillende mediavormen), er komen andere takken in voor (mediarecht bestaat uit
regels ivm vrijheid van expressie en info + rechtsregels ivm de verschillende middelen en
kanalen via dewelde de openbare infostormen verlopen)  op dat ogenblik ga je merken
dat het persrecht, dat oorspronkelijk een verbijzondering van het grondwettelijk recht
van vrijheid van meningsuiting, er komt een 2 de dimensie: het administratieve recht: die
maatregelen gaan nemen, vergunningen uitreiken (als er meer vraag is dan dat er
aangeboden wordt bv taxivergunningen)
- Wanneer er schaarse middelen zijn, kan overheid vergunningen gaan uitreiken, het
administratieve recht komt er bij waardoor het mediarecht complexer wordt
- Er komen privé spelers op de markt: private radio omroepen, radiostations: er verschijnt
daardoor Europees recht en concurrentie recht, mededingingsrecht
- Rechtstak wordt complexer
- Plots digitalisering, dingen met computers, informatica en technologische revolutie, …
- Mediarecht komt in aanraking met ICT recht, …

 Al die zaken krijgen een impact: technologische uitbreiding, uitbreiding naar Europese
mediarecht
 diverse bronnen van wetgeving: toename aan nationale en internationale rechtsregels heeft
bijgedragen tot een verdere ontwikkeling van het
mediarecht
 Rechtstak die ooit begin als ‘persrecht’ wordt ongelofelijk complex
 Dat gebeurt op een zeer korte periode
 De auteur van dit boek is een paar jaar geleden op pensioen gegaan, die man vertelde dat
toen hij begon er maar 3 of 4 wetsartikelen waren waar hij rekening moest houden en in de
laatste 15 jaar van zijn carrière is dat ontploft, hij heeft het vakgebied zien ontstaan
 Groeiende complexiteit van deze rechtstak

RECHTSREGELS:

Wat zijn rechtsregels?

= die algemene en abstracte regels die bekleed zijn met staatsgezag, die ofwel gemaakt zijn door
traditionele parlementen of uitgevaardigd door bestuur, regering of die eventueel zelfs rechtspraak
kunnen zijn en waarvan de naleving gegarandeerd wordt door de staatsdwang

Wat onderscheidt de staat van de andere sociale instellingen: max Weber: 2 zaken:

- Het monopolie van de taks, de belastingen: niemand anders mag belastingen heffen
buiten de staat
- De staat is gerechtigd om staatsdwang uit te oefenen
 De staat mag u een boete opleggen
 De staat mag als u die boete niet betaalt, zal u voor rechter worden gedaagd, je
hebt betaalachterstand en als je niet betaalt kan deurwaarder uw bezittingen in
beslag nemen
 Alleen de staat mag je uit je kot zetten als je de huurprijs niet betaalt, de kotbaas
mag dat niet zelf
 De staat heeft belangrijk aspect: staatsdwang
 Het niet respecteren van de regel leidt tot dwangmiddelen van de staat!

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller commkul. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.78  11x  sold
  • (1)
  Add to cart