Samenvatting anatomie, fysiologie & pathologie het lymfestelsel
25 views 0 purchase
Course
Biomedische kennis
Institution
Hogeschool InHolland (InHolland)
Book
Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Jaar 1 periode 4. Samenvatting anatomie en fysiologie over o.a. anatomische barrières en verdedigingsmechanismen, lymfevaten, lymfocyten, lymfeweefsels, lymfoide organen, aangeboren verdediging, adaptieve afweer, de (afwijkende) immuunreactie, B-cellen en antistoffen, invloed van veroudering op im...
Samenvatting anatomie en fysiologie: het lymfestelsel
Anatomische barrières en verdedigingsmechanismen
Pathogenen (ziekteverwekkers) hebben ieder hun eigen levenswijze en interactie met het lichaam.
Enkele voorbeelden:
Virussen: leven binnen cellen die ze uiteindelijk vernietigen. Kunnen zich alleen binnen een
cel voortplanten. Bestaan zelf niet uit cellen maar uit nucleïnezuren en eiwitten.
Bacteriën: vermenigvuldigen zich in interstitiële vloeistof
Grote parasieten: graven zich een weg door inwendige organen.
Belangrijkste cellen van het lymfestelsel zijn de lymfocyten. De 2 vormen van immuniteit zijn
aangeboren (niet-specifieke) immuniteit en adaptieve (specifieke) immuniteit.
Lymfocyten zorgen voor adaptieve specifieke immuniteit, doordat ze zich verdedigen tegen 1
specifiek type pathogeen. Dit heet de immuunreactie of immuunrespons.
Lymfevaten, lymfocyten, lymfeweefsels en lymfoïde organen
Het lymfestelsel bestaat uit 4 onderdelen:
1. Vaten; lymfevaten beginnen in perifere weefsels en eindigen bij de verbindingen met de
venen.
2. Vloeistof; het lymfe wat door de
lymfevaten stroomt.
3. Lymfocyten; gespecialiseerde cellen
die specifieke functies verrichten
4. Lymfoide weefsels en organen;
Weefsels: los bindweefsel en
lymfocyten samen worden
lymfefollikels genoemd (bijv.
amandelen). De organen zijn
complexere structuren die meer
lymfocyten bevatten en verbonden
zijn met lymfevaten (bijv.
lymfeknopen en de milt).
Functies
Productie, onderhoud en transport
van lymfocyten. Lymfocyten
reageren op de aanwezigheid van
ziekteverwekkers, afwijkende
lichaamscellen en vreemde eiwitten
(gifstoffen).
De terugkeer van vloeistoffen en
opgeloste deeltjes van perifere
weefsels naar het bloed. Hierdoor
wordt bloedvolume op peil
gehouden (stroomvolume = 3,6 L)
en wordt de samenstelling van
interstitiële vloeistof overal
constant gehouden.
Transport van hormonen,
voedingsstoffen en afvalstoffen van
, plaats van opname naar het bloed. Vetten komen bijv. pas in de bloedsomloop na transport
door lymfevaten.
Lymfevaten
De kleinste lymfevaten
(lymfecapillairen) beginnen in perifere
weefsels en zijn bekleed met éénlagig
plaveiselepitheel wat elkaar overlapt.
Door deze overlapping kunnen
vloeistoffen en opgeloste stoffen niet
terugstromen. Vanuit hier stroomt de
lymfe naar de grote lymfevaten in de
romp. De druk is hier zo laag dat de
kleppen noodzakelijk zijn voor de
stroming van de lymfe. De lymfevaten
mondt uiteindelijk uit in de ductus
thoracicus (borstbuis) die de lymfe
naar het veneuze systeem brengt. De
basis van deze buis heet de cisterna
chyli. Het lymfe hier mondt uit tussen
de linker v. jugularis interna en de
linker subclavia. Aan de andere kant
mondt het lymfevat uit in de ductus
lymphaticus dexter. Dit vat mondt uit
in de rechter v. subclavia.
Bij lymfeoedeem is de afvoer van lymfe is een arm of been geblokkeerd. Interstitiële vloeistof hoopt
op in de ledematen waardoor deze opzwellen.
, Lymfocyten
Meeste lymfocyten bevinden zich in de lymfoide organen en andere weefsels in plaats van in het
bloed. Lymfocyten vormen 20% à 40% van de leukocyten.
3 groepen lymfocyten:
T-cellen
B-cellen
NK-cellen
T-cellen (80% van lymfocyten)
Afkomstig van de thymus. Vallen vreemde of lichaamscellen met virus aan. Belangrijkste van
cellulaire immuniteit. T-helpercellen stimuleren activiteit van T- en B-cellen. T-suppressorcellen
remmen T- en B-cellen. De T-helper en -suppressorcellen worden ook wel regulerende T-cellen
genoemd (omdat ze de gevoeligheid van de immuunrespons reguleren).
B-cellen (10%-15% van lymfocyten)
Afkomstig van beenmerg. Kunnen zich differentiëren tot plasmacellen die antistoffen
(immunoglobinen) afgeven. Antistoffen binden zich aan antigenen (ziekteverwekkers of producten
hiervan). Het antigeen-antistofcomplex vernietigt het doelorganisme. B-cellen zorgen voor de
antistofgemedieerde immuniteit (humorale ‘vloeibare’ immuniteit)
NK-cellen (5%-10% van lymfocyten)
Natural killer cellen. Vallen vreemde cellen aan, cellen besmet met een virus en tumorcellen.
Bewaken perifere weefsels (immunologische surveillance).
Levensduur van lymfocyten is ongeveer 4 jaar, maar sommigen leven wel 20 jaar of langer.
Lymfocyten ontstaan uit stamcellen in het rode beenmerg en in de thymus (lymfopoëse).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller natasja1994. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.