Uitgebreide en overzichtelijke samenvatting van het boek 'Expressiever en gemakkelijker spreken'. Het wordt onder meer gebruikt tijdens het vak 'Logopedie' op de lerarenopleidingen.
Expressiever en gemakkelijker
spreken!
Tilly Dinger, Margreet Smit, Coen Winkelman!
Logopedie!
!
Inhoud!
!
Hoofdstuk 1 - Inleiding!
Hoofdstuk 2 - Overzicht van fysieke en expressieve factoren die het spreekgedrag bepalen!
Hoofdstuk 3 - Wat is spraak?!
Hoofdstuk 4 - Communicatie: meer dan spraak!
Hoofdstuk 5 - Zichtbare expressieve factoren!
Hoofdstuk 6 - Hoorbare expressieve factoren!
Hoofdstuk 7 - Verlevendigen van de spraak, leggen van accenten!
Hoofdstuk 8 - Adem!
Hoofdstuk 9 - Hyperventilatie!
Hoofdstuk 10 - Doorsnede van hoofd en stemapparaat!
Hoofdstuk 11 - Stem!
Hoofdstuk 12 - Articulatie!
Hoofdstuk 13 - Overzicht van factoren die de verstaanbaarheid beïnvloeden!
Hoofdstuk 14 - Luid spreken, spreken in grote ruimen (zonder microfoon)!
Hoofdstuk 15 - Spreken met microfoon!
Hoofdstuk 16 - Nasaliteit!
Hoofdstuk 17 - Broddelen !
Hoofdstuk 18 - Spreekangst!
Hoofdstuk 19 - Het veranderen van spreekgedrag!
Hoofdstuk 20 - Een presentatie, voordracht, toespraak houden!
Hoofdstuk 21 - Adviezen voor het spreken met doven en slechthorenden!
Hoofdstuk 22 - Adviezen uit de achtste eeuw!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
!
,Hoofdstuk 1 - Inleiding!
!
Spreken lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het niet altijd. Als je je niet bewust bent van hoe je
spreekt, kun je bijvoorbeeld een andere indruk achterlaten dan je denkt. Door een verkeerde
manier van spreken, kunnen er ook andere moeilijkheden ontstaan; stemklachten, bijvoorbeeld.
Een gebrek aan levendigheid in je stem kan het gesprek al snel heel saai maken. Binnensmonds
of zacht praten veroorzaakt onverstaanbaarheid. !
!
Je stemgebruik is echter prima te veranderen. ‘Zo spreek ik nu eenmaal’, gaat dus niet op. In dit
boek worden diverse aspecten van spreekgedrag beschreven. Het gaat daarbij niet alleen om
‘stem’ en ‘articulatie’, maar ook om ‘houding’ en ‘oogcontact’, etc. !
!
!
!
!
Hoofdstuk 2 - Overzicht van fysieke en
expressieve factoren die het spreekgedrag
bepalen!
!
Je eigen manier van spreken is meestal een (onbewuste) gewoonte. Je manier van spreken heeft
onder meer te maken met je adem, je stem en je articulatie. !
!
Als je spreekt, is er altijd sprake van zichtbare en hoorbare factoren. Zichtbare factoren zijn
bijvoorbeeld: !
• Oogcontact!
• Houding!
• Gezichtsexpressie!
• Gebaren!
• Stereotiepe bewegingen!
!
Hoorbare factoren zijn bijvoorbeeld:!
• Zinsmelodie!
• Tempo!
• Timing!
• Klemtoon!
• Luiheid!
• Stopwoorden!
• Afleidende geluiden!
!
Zowel de zichtbare als de hoorbare factoren hangen ook samen met een aantal psychologische
factoren, zoals:!
• Stemming!
• Emoties!
• Onzekerheid!
• Concentratie!
!
Je manier van spreken hangt dus met nogal wat omstandigheden samen.!
!
!
!
!
,Hoofdstuk 3 - Wat is spraak!
!
De mens heeft als enig levend wezen zo’n verfijnd communicatiesysteem, dat we ‘spreken’
noemen. Spraak is onderdeel van het taalgebruik, net als lezen en schrijven. Net als iemands
beweging is ook iemands spraak heel persoonlijk. Je kunt iemand er vaak aan herkennen.
Iemands stem kan ook invloed hebben op hoe je met diegene omgaat. Klinkt zijn stem vriendelijk
of juist afstandelijk? Is het te hard of te zacht? Wat je stem bij iemand anders oproept, is vaak
onbekend bij de spreker zelf.!
!
3.1 Spraak voorgesteld als systeem!
Het spreken en het verstaan kun je zien als een ‘zender-ontvanger-systeem’. Hierbij spelen drie
componenten een rol:!
• De zender!
• Het signaal!
• De ontvanger!
!
Hieronder worden de drie begrippen toegelicht. Ook wordt er beschreven welke verstoringen zich
per onderdeel kunnen voordoen.!
!
De zender!
De hersenen maken van de boodschap een ‘taalcode’. Via impulsen worden spieren in beweging
gezet die betrokken zijn bij het spreken, zoals; adem-, strottenhoofd-, tong-, kaak- en lipspieren.
Hierdoor wordt er een spraakgeluid geproduceerd.!
!
Mogelijke verstoringen: door verlamming, spierziekte, medicijnen, verdoving van de tandarts of
door alcohol/drugs. Er is dan een verstoring in het centrale zenuwstelsel (waar de codering
plaatsvindt), of in de motoriek (waar de spieren worden ingezet om een spraakgeluid te
produceren).!
!
Het signaal!
Het spraakgeluid dat geproduceerd is, is een geluidstrilling die via de lucht wordt overgebracht van
de mond van de zender naar het oor van de ontvanger. Dit is dus de boodschap die verpakt is als
‘taalcode’. !
!
Mogelijke verstoringen: door omgevingslawaai, bijvoorbeeld een drilboor of harde muziek. Het
signaal kan dan verstoord worden, waardoor het signaal niet of maar gedeeltelijk overkomt. !
!
De ontvanger!
Het in het oor opgevangen signaal wordt in de hersenen van de ontvanger weer omgezet van
‘taalcode’ naar de gewone boodschap. De code wordt dus gedecodeerd.!
!
Mogelijke verstoringen: in het oor (bijvoorbeeld een beschadiging), in de gehoorzenuw, maar ook
in de hersenen kunnen gehoorstoornissen optreden, waardoor de boodschap niet of deels
gedecodeerd kan worden.!
!
Naast deze verstoringen, kan ook de gemoedstoestand en/of het kennisniveau van zowel zender
als ontvanger een verstoring veroorzaken. Dit noem je het referentiekader van de zender of
ontvanger.!
!
!
3.2 Functies van de spraak!
Taal, spraak en denken hangen nauw met elkaar samen en spelen een belangrijke rol in het leven
van de mens. Dankzij taal kunnen we gedachten formuleren en deze eventueel uiten via spraak. !
!
, Ook heeft spraak veel invloed op ons gedrag. Dit merk je bijvoorbeeld wanneer je je niet goed kunt
uitdrukken in een vreemde taal. In plaats van gebruik te maken van spraak (wat je wellicht niet
beheerst in die taal) ga je iets aanwijzen of loop je ergens naartoe. Dit is gedrag. In welke mate
taal en denken van elkaar afhankelijk zijn; daarover verschillen de (deskundige) meningen. !
!
Spraak is een communicatiemiddel; een stoornis in het spreken kan ook een stoornis in de
communicatie betekenen. !
!
Met spraak kun je ook situaties hanteren; we kunnen bevelen uitdelen, manipuleren, vragen
stellen. Spraak heeft een ‘magische functie’; zodra een kind doorheeft dat hij een koekje krijgt als
hij het woord ‘koekje’ uitspreekt, betekent dat dat hij niet meer helemaal naar de koekjestrommel
hoeft te lopen om aan te wijzen wat hij bedoelt. !
!
Ook kunnen we met spraak verbaal uiting geven aan onze emoties. Onze emoties worden
daarnaast meestal ook weerspiegeld in onze manier van spreken (ritme, hard, zacht). Emotie en
spreken staan dicht bij elkaar. Een emotie kan zelfs invloed hebben op hoe we spreken, of een
spreekprobleem geven. Andersom kan ook. Spreekproblemen kunnen ook zorgen voor emotionele
problemen (bijvoorbeeld omdat je je niet goed kunt uiten).!
!
!
3.3 Hoe komt spraak tot klinken?!
Spreken komt tot stand door een samenwerking van:!
• Ademhaling!
• Stemgeving!
• Klank!
• Uitspraak!
!
Om een goede spraakontwikkeling te krijgen en de spraak goed te laten functioneren, moet je
voldoen aan een aantal voorwaarden:!
• Je moet spraak goed kunnen waarnemen (iemand horen spreken, maar ook zien spreken
en voelen spreken)!
• Je moet iemand kunnen verstaan (je hersenen moeten de codes decoderen)!
• Je moet kunnen reageren (in je hersenen antwoorden formuleren en deze eventueel ook
uiten)!
• Je moet zelf spraak produceren (met de juiste zenuwimpuls en de juiste uitvoering van
spraak kun je iets uitspreken).!
!
Door goed naar jezelf te luisteren en te voelen hoe je tot spraak komt, houd je jezelf scherp. Je ziet
dit bijvoorbeeld bij een verspreking; men corrigeert vrijwel direct de gemaakte fout.!
!
!
!
!
Hoofdstuk 4 - Communicatie: meer dan spraak!
!
Non-verbale communicatie is vaak veel belangrijker (en sneller) dan het gesproken woord. Voordat
we iets hebben uitgesproken, kan de ander al veel aan onze lichaamstaal zien en daar een
oordeel over vellen. !
!
Met woorden kunnen we iemand gemakkelijk om te tuin leiden, maar met onze non-verbale
communicatie kan dat zelden. Ook in onze stem zelf zitten intonaties, klemptonen, etc. die iets
zeggen over wat we bedoelen. Dit noem je nevencommunicatie. Deze nevencommunicatie zijn
we ons meestal niet bewust. Dit is niet erg, tenzij deze effecten onze boodschap juist ontkrachten/
tegenspreken. !
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lindadelahaye. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.