100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Profiel van de nederlandse overheid H2, 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11 Patricia Wiebinga 7e druk 9789046904701 $3.73
Add to cart

Summary

Samenvatting Profiel van de nederlandse overheid H2, 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11 Patricia Wiebinga 7e druk 9789046904701

6 reviews
 232 views  20 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Profiel van de nederlandse overheid H2, 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11 Patricia Wiebinga 7e druk 470

Preview 4 out of 56  pages

  • No
  • H2, 3, 4, 7, 8 , 9, 10, 11
  • May 30, 2019
  • 56
  • 2017/2018
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: norahvanderlinden • 2 year ago

review-writer-avatar

By: lucyborsboom • 2 year ago

review-writer-avatar

By: shilove • 2 year ago

review-writer-avatar

By: guusversteegen • 4 year ago

review-writer-avatar

By: sitje_zuidhof • 4 year ago

review-writer-avatar

By: kayleighxluna • 5 year ago

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 151 Flashcards
Free 9 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Wanneer kan men spreken van een staat?

Answer: Grond, Gezag en Volk

2.

Veel moderne staten kennen 2 schedingen

Answer: Staat en kerk, Trias politica

3.

Wetgevende macht bestaat uit

Answer: staten generaal

4.

uitvoerende macht bestaat uit:

Answer: de regering (koning +ministers)

5.

rechtsprekende macht bestaat uit

Answer: Rechters

6.

Verdeling van de macht:

Answer: Gelijkheid, rongorde, gelaagdheid

7.

Welke twee soorten grondrechten kennen wij

Answer: klassiek en sociaal

8.

nachtwakersstaat

Answer: De wetgeving hoeft zich alleen te richten op het handhaven van de rechtsorde

9.

codificatie

Answer: De regering volgt de ontwikkelingen en stelt eenmalig een wet op

10.

modifiatie

Answer: De regering kijkt wat er speelt in de samenleving en speelt daar op in door de wet daar op aan te passen

Profiel van de nederlandse overheid

H1 - Introductie

H2 - Enkele begrippen

H3 - De overheid als systeem

H4 - Beleid in fasen

H5 -

H6 -

H7 - Beleid en organisatie

H8 - De centrale overheid

H9 - Decentrale overheden: de provincie

H10 - Decentrale overheden: de gemeente

H11 - Functioneel bestuur

H12 -




H2 - Enkele begrippen

,2.2 - Geschiedenis van het bestuur

Er wordt van een staat gesproken als het voldoet aan de volgende 3 criteria:
● (Afgegrensd) grondgebied
● Aanwezigheid (geaccepteerd) bestuurs gezag
○ Soevereiniteit: hoogste macht of gezag, de staat heeft als enige organisatie de controle
over de binnenlandse aangelegenheden.
● Staatsvolk

Veel moderne staten kennen een scheiding tussen:
● Kerk en staat
● Trias politica van Montesquieu. Er is een horizontale machtenscheiding tussen deze 3
machten, ze zijn gelijkwaardig.
○ De wetgevende macht
■ De staten generaal
○ De uitvoerende macht
■ De ministers
○ De rechterlijke macht
■ Afhankelijke rechters
○ Het ambtenaren apparaat of wel de bureaucratie wordt gezien als de vierde macht
○ Ook de media, Lobbyisten en advies en organisatie adviseurs worden machten
genoemd
■ Kenmerkend voor deze machten is dat zij soms achter de schermen de politieke
besluitvorming beïnvloeden

De manier waarop de macht wordt verdeeld speelt een belangrijke rol bij de opbouw van een staat
● Samenlevingen op basis van gelijkheid
○ Voorbeeld: de jagers en verzamelaars samenleving
■ Hier leefde mensen in groepen samen waarin de individuen redelijk gelijk
waardig waren.
■ Leiderschap is een basis op macht uit te oefenen
● Samenlevingen met rangorde
○ Voorbeeld: de agrarische samenleving
■ Bezit van land en en productieoverschotten
■ Bezit is de basis voor macht
● Samenlevingen met gelaagdheid
○ Voorbeeld: standensamenlevingen met Adel, Boeren en de burgerij.
■ Macht op basis van je stand

In 1848 vond een grondwetswijziging plaatst die het begin betekende voor de gedecentraliseerde
eenheidsstaat.

,Het rijk, de provincie en de gemeente worden ook wel het huis van Thorbecke genoemd.
Rijksoverheid Staten Generaal 1e + 2e kamer - Ministers
- Staatssecretaris
- premier

Provincie - Gedeputeerde staten
- Commissaris van koning

Gemeente - Burgemeester
- Wethouder



De grondwet legt niet alleen de het bestuurlijk stelsel vast maar ook de grondrechten:
● Grondrechten: rechten die de burger heeft ter beschermingen tegen de overheid.
● Klassieke grondrechten: zijn zaken waar de overheid zich niet mee mag bemoeien.
● Sociale grondrechten: zijn onderwerpen waar de overheid zich wel mee mag bemoeien

Met de grondwet van 1848 begon de moderne tijd die zich kenmerkt door een groot aantal
ontwikkelingen:
● Grote bevolkingsgroei
● Toenemende landbouwproductiviteit
● Industrialisatie
● Ontwikkeling van de wetenschap

In de 19e eeuw was de overheidsrol beperkt tot het garanderen van de veiligheid van de inwoners
door de aanwezigheid van politie en leger.
● Wetgeving was alleen gericht op het handhaven van de rechtsorde
○ Nachtwakersstaat
Aan het begin van de 20e eeuw zie je dat de rol van de overheid gaat toenemen, zij wordt steeds
belangrijkers bij het aanpakken van grote maatschappelijke problemen uit die tijd.
● Belangrijke stappen zijn:
○ Het kinderwetje van van houten
○ De ongevallenwet
Na de tweede wereld oorlog breidt de overheidstaak zich snel en sterk uit. De overheid gaat zich
meer bemoeien met de samenleving door middel van:
● Codificatie: de overheid volgt de ontwikkelingen in de samenleving en stelt daarna eenmalig
de wetten op die passen bij de geconstateerde ontwikkelingen
● Modificatie: de overheid wil continu inspelen op de ontwikkelingen in de samenleving en
mogelijk daar ook op voorlopen of de ontwikkelingen beïnvloeden. (aanpassen)
● De verzorgingsstaat ontstaat hieruit
○ Burger van wieg tot graf verzorgd

Om al deze taken goed uit te voeren vindt er in de personele bezetting en de financiële uitgaven bij
de overheid een grote groei plaats. In het begin van de verzorgingsstaat was dit geen probleem. Nu
beseft men dat niet alles meer betaalbaar is als dit zo doorgaat. Dit komt bijvoorbeeld door:

, ● Toenemende vergrijzing
● Verslechterde economische situatie
● Veranderde maatschappelijke patronen.

We zitten nu in de post verzorgingsstaat. De verantwoordelijkheden komen steeds meer bij de
burgers te liggen, de overheid trekt zich steeds meer terug. Veel overheidsbedrijven verzelfstandigen.
Het gaat niet alleen om het verkleinen van de overheid maar ook om het besparen van kosten en het
verhogen van de efficiency.

De politieke stromingen spelen een belangrijke rol bij het vormgeven van de post verzorgingsstaat.
Deze stromingen hebben elk hun eigen opvattingen over de rol van de overheid in de samenleving:
● Liberalisme: Vrijheidsbeginsel
○ Overheid met een beperkte omvang, en kent aan de markt als zelfregulerend
mechanisme een belangrijke rol toe.
○ Staat voor de vrijheid van het individu
● Socialisme: Gelijkheidsbeginsel
○ Belangrijke rol voor de overheid, de overheid moet ervoor zorgen dat gelijkheid
gerealiseerd wordt
○ Staat voor een rechtvaardige samenleving met meer sociale gelijkheid
● Christendemocratie: Christelijk beginsel
○ Een belangrijke rol voor maatschappelijke organisaties of het maatschappelijk
middenveld.
○ Zit tussen socialisme en liberalisme in
○ Staat voor naasten liefde en solidariteit

In de recente geschiedenis duikt minsten 3 maal de behoefte aan nieuwe politiek op:
● Na de tweede wereldoorlog:
○ De vooroorlogse partijen nemen een nieuwe vorm aan.
○ De verwachtingen over een nieuwe cultuur zijn hooggespannen
● In de tweede helft van de jaren 60 en begin jaren 70:
○ Nieuwe partijen in het leven geroepen:
■ D66
■ PSP
● Aan het begin van 2000:
○ Groot verzet tegen de gevestigde politieke orde
■ Lijst pim fortuyn
■ PVV

2.3 - Het begrip overheid
2.3.1 - betekenis van het begrip overheid

De overheid bestaat niet echt. Soms als we praten over de overheid praten we over een bepaalde
gemeente, provincie of rijksinstantie
● De overheid bestaat in feite uit een heleboel verschillende overheden.
● Elke overheidsinstantie heeft eigen doelstellingen en belangen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LauralouiseDM. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

54879 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.73  20x  sold
  • (6)
Add to cart
Added