samenvatting van alle hoorcolleges samen met de powerpointslides. Inclusief fotomateriaal en uitleg. Lesoverzicht vooraan en korte begrippenlijst achteraan.
Download the official test bank for ARCHAEOLOGY Theories, Methods and Practice,Renfrew,5e
Enhance Your Learning with the Comprehensive [ARCHAEOLOGY Theories, Methods and Practice,Renfrew,5e] Test Bank
All for this textbook (2)
Written for
Vrije Universiteit Brussel (VUB)
Kunstwetenschappen
Inleiding tot de archeologie
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
lauravdm1
Content preview
Inleiding tot de Archeologie
Lesinhoud
Les 1 Wat is archeologie?
Les 2 Geschiedenis van de dicipline Hfk: 1
Les 3 Formatieprocessen Hfk: 2
Les 4 + 5 Archeologisch bestand Hfk: 2 – 4
Les 6 Terreinmethoden Hfk: 3
Les 7 + 8 Artefacten en Ecofacten Hfk: 6 – 11
Les 9 + 10 Dateren Hfk: 4
Les 10 Publieksarcheologie Hfk: 14
Les 1: Inleiding
Archeologie = bureauonderzoek, wetenschappelijk probleem oplossen
= menswetenschap, gericht op detectie, identificatie, analyse en interpretatie van de
materiele resten en sporen van menselijke activiteiten in het verleden
Doel: verleden reconstrueren; situaties, evolutiemechanismen en gedrag van de mens identificeren
en verklaren
- Verzamelen en bestuderen van info over een gebied
- Bronnenonderzoek
- Dossiers
o Historisch dossier
o Archeologisch dossier
o Landelijk/ cartografisch dossier
Artefact= door de mens vervaardigde,
functionele objecten
Les 2: Geschiedenis van de discipline
- Geen vaste theorie in archeologie!
- Theorie= praktische archeologie (lopend)
o Herkennen van patronen
o Interpreteren van artefacten
o Begrijpen van stratigrafie
- Histografie van theorie: gereduceerd tot paradigma’s
1
,Antiquarisme (15e – 18e eeuw): start van de objectgerichte interesse in de oudheid
➔ exploratiefase
- Op zoek naar de antieke cultuur
o Vooral Griekse/ Romeinse cultuur: Noord-EU, Oude Nabije Oosten, Meso-Amerika
- Object gericht
o Tentoonstellingen (archeologische objecten, fossielen, artefacten…)
o Geen rekening houden met datering, functie en betekenis
- Herontdekking van sites
o Op basis van geschreven bronnen proberen verklaren
- Voor de elite (conspicuous consumption)
Grand Tour
= Toerisme voor de elite; ze bezochten oudheden
- Deel van hun opleiding en opvoeding -> kennen en waarderen van klassieke kunst
o Mediterrane wereld en later West-Europa
-> plunderingen als gevolg
Johann Winckelmann (1717 – 1768)
- Grondlegger van de kunstgeschiedenis, klassieke archeologie en neoclassicisme
o Eerste die objecten onderscheidde
o Opgraving + materiaalstudie Pompeï (1738)
- Hij hecht belang aan:
o Lineaire revolutie
o Superioriteit van architecturale steensculptuur
o Originaliteit van beeldhouwers
➔ Daardoor werden andere kunsten lang als minderwaardig beschouwd (Archaïsche,
Hellenistische en Romeinse sculptuur)
- Stilistische evolutie en identificatie van meesters (later: connaisseurschap)
Prehistorie
- Paste niet in toenmalig eurocentrische denkkader (Katholieke rijke blanke man)
➔ Prehistorie bestaat niet
o God creëerde alles (aarde is 6000 jaar oud) -> Adam en Eva als eerste mensen etc…
Oplossing: prehistorische artefacten behoren tot de primitieve ‘wezens’ (Afrikanen en Indianen)
2
,Moderne archeologie (19e eeuw)
4 elementen voor vooruitgang:
1. Twijfels aan ouderdom van de mens
- Menselijke beenderen met uitgestorven diersoorten
- Werktuigen
2. Three Age System (erkenning van de steentijd)
- Nieuwe chronologie
- A Guide to Northern Antiquities (1848) – C. J. Thomsen
- Basis van archeologische classificatie (relatieve datering)
o Binnen het 6000-jarig kader
3. Ontwikkeling binnen geologie
- James Hutton (1785)
-> stratigrafie en ouderdom
- Charles Lyell (1833)
-> Uniformitarianisme (geologie; de aardse geschiedenis verklaard kan worden met dezelfde
geologische processen als die we in het heden waarnemen)
▪ Mens kan dus veel ouder zijn
4. Evolutietheorie
- Charles Darwin: Origin of Spicies (1859)
o “Waarom en hoe evolueren soorten?”
▪ Selectie door ‘Wet van de sterkste’
➔ Evolutie en vooruitgang zijn onvermijdelijk
- In tegenstrijd met Christelijk geloof
o Verder weg van het originele idee
o Veel controverse
Impact evolutieleer
Vooruitgangsdenken: ook cultuur evolueert, past zich aan aan de samenleving, technologie etc
Eenvoudig naar complexe cultuur
Cultureel: indeling van primitief naar geciviliseerde beschaving
-> volgens raciaal superioriteitscomplex (eurocentrisme)
Artefacten worden geclassificeerd; typologieën van materialen, voorwerpen en technieken
3
, Cultuurhistorisch paradigma
= geschiedenis schrijven van de verschillende culturen a.d.h.v. artefacten en hun typologieën
Plaats in de typologie = plaats in de chronologie
o (Uiteraard fouten in deze redenering)
Vooruitgangsdenken: ook cultuur evolueert
Van eenvoudige naar complexe cultuur: evolutie van artefacten
Cultureel: indeling ‘primitief’ en ‘geciviliseerd’ (-> raciaal superioriteitsdenken, eurocentrisme)
Artefacten: in hokjes/ classificaties ingedeeld
=> Typologieën
Typologie: cultuur
-> cultuur is een eenheid (geografisch chronologisch, etnisch afgebakend; groep artefacten)
=> Toenmalig (eurocentrisch) denkbeeld: kolonialisme en nationalisme
Verspreiding door:
- Migratie
- Politieke, technologische en economische dominantie
o “Het beste vervangt het zwakste”
- Culturele en raciale superioriteit
Beschavingen slechts op enkele plaatsten ontstaan en van daaruit verspreid
Diffusionisme: verspreiding/ doorgeven van een cultuur
Kritiek
Normatief: artefacten als expressies van culturele normen
- Typologie groepen: menselijke cultuur
o Nadruk op gelijkheid i.p.v. verschillen
- Geen interne dynamiek
o Invloed van buitenaf (diffusie)
o Contacten met andere ‘betere’ bevolkingen: superioriteitsdenken en racisme
- Descriptief: beschrijvend i.p.v. verklarend
- Inductief i.p.v. deductief
Wat met achteruitgang?
Verschillende levensstijlen?
Complexe jagers-verzamelaars?
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lauravdm1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.75. You're not tied to anything after your purchase.