Alle hoorcolleges van 2024 zijn uitgewerkt + 29 oefenvragen!!
Tentamendatum: maandag 10 juni 2024. Inclusief uitwerking van begrippen + tabellen en afbeeldingen toegevoegd ter verduidelijking.
Gouden regel: de plicht om rekening te houden met de belangen en waardigheid van
anderen, zoals men dat ook van zichzelf zou verwachten. Over het algemeen wordt het
kwaad beschouwd als gedrag dat schadelijk is voor anderen en dat bewust en opzettelijk
wordt gedaan.
➔ Behandel de ander zoals jezelf behandeld wilt worden!
Deze eenvoudige, krachtige richtlijn wordt aangetroffen in veel culturen over de hele wereld.
Het benadrukt dat men de plicht heeft om rekening te houden met de belangen en
waardigheid van anderen, zoals men dat ook van zichzelf zou verwachten.
Het kwaad wordt meestal gezien als gedrag dat andere schade toebrengt en opzettelijk
wordt uitgevoerd, vaak met gebruikmaking van macht om deze schade te veroorzaken.
Over slecht gedrag: het kwaad
Experimenteren & geschiedenis laten zien dat de overgrote meerderheid, als de
omstandigheden daar zijn, in staat is om kwade dingen te doen.
7 sociale processen die een rol spelen bij het ontstaan van slecht gedrag:
1. Gedachteloos de eerste kleine stap nemen (maakt de volgende stap makkelijker)
2. Ontmenselijken van anderen (stigmatiseren)
3. Afstand nemen van jezelf als individu (anonimiteit in plaats van identiteit)
4. Afstand nemen van persoonlijke verantwoordelijkheid (sociale norm)
5. Blind gehoorzamen aan autoriteit (bijvoorbeeld een wit pak aandoen)
6. Conformeren aan groepsnormen (groepsdruk)
7. Passieve tolerantie van slecht gedrag
Normatieve professionaliteit:
Waarom is dit alles voor pedagogen belangrijk?
- Professionele houding -> jouw eigen normen en waarden wegen mee in je
professionele houding en hoe je kijkt naar een client. Het effect op die client: goed als
je dezelfde normen en waarden heeft of uit dezelfde cultuur komt. Of juist negatief als
je de ander (client) niet kan begrijpen doordat je zijn normen en waarden niet begrijpt
of niet wil snappen.
- We hebben te maken met een kwetsbare doelgroep. We werken in onze sector veel
met andere mensen. Het is belangrijk wat voor advies je geeft, wat je wel en niet kan
zeggen, wat voor andere mensen goed of fout is.
- Je kent je visie, waarden en je keuzes. Waarom doe ik iets? Jezelf moet je niet
verliezen!
- Elke relatie is uniek = je integreert steeds je technische-instrumentele professionaliteit
met je normatieve professionaliteit en met je persoonlijke competenties (met je
persoonlijke professionaliteit). De overstijgende deugd is professionele wijsheid. (Het
nemen van de juiste praktische beslissingen).
,Je hebt onder andere ook te maken met:
- Kwetsbare mensen: met onvermogens het eigen leven vorm te geven of in een
situatie te zitten dat het vormgeven van het eigen leven belemmert.
- Werken met gevoelige info.
- De machtpositie die je als hulpverlener hebt: gegeven de positie van de pedagoog
tov de kwetsbaren & ook gegeven zijn deskundigheid.
- Het krachtenveld van verschillende belangen: van de client en van de organisatie
en van de overheid.
Verschillende niveaus (morele problemen):
- Micro-niveau: werken met een cliënt die zelfmoordgedachten heeft en moet beslissen
of zij de vertrouwelijkheid moet bewaren of contact moet opnemen met de autoriteiten
voor de veiligheid van de cliënt.
- Meso-niveau: een team moet beslissen om te stoppen met de behandeling van een
cliënt die zich weigert om zich aan de afspraken te houden maar zijn terugval kan
leiden voor onveiligheid van anderen.
- Macro-niveau: beleidsmakers moeten beslissen of ze voldoende middelen kunnen
toewijzen aan een organisatie om toegang te bieden tot kwalitatief hoogwaardige en
betaalbare diensten voor alle burgers, en hoe ze het evenwicht kunnen bewaren
tussen kostenbeheersing en het waarborgen van kwaliteit van zorg.
De niveau’s staan met elkaar in verbinding.
Signaleren van morele problemen
Omdat je als hulpverlener zoveel invloed kunt hebben op het even van anderen, moet je je
kunnen verantwoorden.
Je treed naar voren: je moet altijd verworden en uitleggen waarom jij dacht dat dat het goede
was.
Maar ’t is aanlokkelijk zijn om je eigen verantwoordelijkheid (& geweten) te ontlopen:
1. Ik deed slechts wat mij werd opgedragen
2. Iedereen deed het
3. Ik wist nergens van
Filosoof Hannah Arendt: banaliteit van het kwaad.
We houden ons liever met banale dingen bezig dan dat we ons druk maken om de moraal.
Dus wie niet wil nadenken, kan zich niettemin aan het kwade overgeven. Het voorkomen
hiervan doe je om je verantwoordelijkheid te nemen ook omdat morele problemen complex
kunnen zijn. → Dus tijdens de opleiding nadenken over je eigen handelen en het schrijven
over je verslag, zodat je de juiste vragen stelt en goed kan reflecteren.
Het woord moraal is afgeleid van het Latijnse “mos” dat regel of gewoonte betekent. Moraal
is het geheel van handelingen die als sociaal wenselijk of maatschappelijke als gewenst
wordt gezien.
,Belangrijke definities:
- Waarden: abstracte begrippen van wat we waardevol vinden en waarnaar we streven
(idealen).
- Normen: Handelingsvoorschriften hoe je moet handelen (waarden worden vertaald in
normen).
- Deugd: een min of meer goede eigenschap (door het verinnerlijken van waarden) die
ertoe leidt dat de persoon goed handelt.
- Ethiek: de systematische reflectie op morele vragen, op basis van rationele
argumenten.
- Moreel probleem: als waarden botsen is er spraken van een moreel probleem (bijv.
een app die informatie opslaat over de gezondheid van de gebruiker, maar kan ook
een inbreuk op de privacy betekenen).
- Moreel dilemma: de meest gecompliceerde morele problemen noemen we ethische
dilemma’s, waarbij welke keus je ook maakt.. er is geen perfecte oplossing. Het is de
meest complexte vraagstuk die we hebben.
Ethische dilemma’s: de meest gecompliceerde morele problemen (er is geen perfecte
oplossing). Bijvoorbeeld het trolleyprobleem, hoe kies je tussen 2 kwaden? Kijk naar wat de
gevolgen zijn.
Intuïtieve moraal: mensen kunnen rationeel nadenken over morele vragen en ook moreel
handelen op basis van emoties en intuïtie (intuïtieve moraal). Zoals:
1. Hechtingsmoraal: het is goed om voor je naasten te zorgen.
2. Geweldsmoraal: het is goed om jezelf en naasten te beschermen tegen
levensbedreigingen (overlevingsinstinct).
3. Reinigingsmoraal: het is goed om je wereld zuiver te houden (zondebok).
4. Samenwerkingsmoraal: het is goed om constructief samen te werken (slapen in de
trein en mensen vertrouwen).
Drie soorten ethiek:
1. Descriptieve (beschrijvende) ethiek: hoe mensen zich gedragen (feiten).
2. Prescriptieve of normatieve (voorschrijvende ethiek): hoe mensen zich zouden
moeten gedragen (waarden). Bijvoorbeeld de beroepscode en normatieve theorieën.
3. Meta-ethiek (bestudeert fundamentele morele vraagstukken): kunnen waarden
universeel zijn? Wat verstaan we onder vrijheid (h6) en sociale rechtvaardigheid
(h7)?
Morele ontwikkeling: mensen die normen en waarden eigen maken en als ze die
internaliseren is er sprake van een geweten. Daarbij helpen de volgende twee sociale
emoties (te veel heeft schaduwkanten):
1. Schaamte (18 maanden – 2 jaar): gericht op het wij en de emotie dat mensen liever
niet door de gemeenschap veroordeeld willen worden.
2. Schuld (vanaf 3/4 jaar): gericht op het ik. Iemand probeert in overeenstemming met
zijn geweten te handelen, anders ontstaan er schuldgevoelens.
, Wat zegt de wetenschap ons over de ontwikkeling van onze morele vermogen?
Freud als kind van zijn tijd:
Eind 19e begin 20e eeuw raakte onderzoeken van het onbewuste om hysterie, obsessies en
neurosen te genezen. Verschillende wetenschappers experimenteerden met hypnose en
drugs. Freud was de eerste die een min of meer sluitende, zeer uitgebreide, theorie bood om
afwijkend gedrag te verklaren en te behandelen. Dat maakte hem uniek! Hij openbaarde de
onzichtbare dynamiek van de menselijke psyche.. seks en agressie als drijvende krachten
van de beschaafde mens.
Krachten in het bewustzijn (Freud):
- Super ego (über ich): hoe het hoort te zijn (controle). Het stemmetje van je ouders
(gedraag je je wel netjes?) en dus het ego ideaal.
- Ego (ich): regulerende functie (realiteit). Bewuste (mag niet).
- Id (es): instincten en onbewuste wensen. Het gedeelte van jezelf dat je nog niet in
bezit hebt (fantaseren).
De behavioristen wilde de exacte wetenschappelijke benadering die werd toegepast in de
natuurwetenschappen, gebruiken in de psychologie.
Behavioristen stellen dat mens objectief bestudeerd kan worden door zijn waarneembare
gedrag te onderzoeken. Al het niet-waarneembare viel volgens hem buiten de wetenschap.
Morele ontwikkeling kwam volgens hem door:
- Straf & beloning (conditionering)
- Door observeren (van rolmodellen)
Andere psychologen verzetten zich tegen dit idee dat morele ontwikkeling tot stand komt
door uitwendige prikkels.
Kohlberg’s theorie van morele ontwikkeling
- Niveau 1: preconventionele moraal → goed is wat niet bestraft wordt en voor wat
hoort wat. Belonen en straffen. Kind wil niet spieken op toets, bang voor straf.
- Niveau 2: conventionele moraal → goed is wat het systeem van je vraagt en
gehoorzaamheid aan de wet. Bewuster over regels en normen.
- Niveau 3: postconventioneel niveau → oriëntatie op het sociale mensenrechten en
Universele ethische principe en eigen geweten. Eigen moreel bewust zijn.
Hier kwam kritiek op dus Carol Gilligan keek op een concrete manier.
- Niveau 1: preconventionele moraal → is gericht op eigen belangen (egoism)
- Niveau 2: conventionele moraal → is gericht op de verantwoordelijkheden naar
anderen toe (altruism).
- Nivevu 3: postconventioneel niveau → evenwicht tussen belang van zichzelf en dat
van de ander.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sw2001. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.