Hoofdstuk 1 t.e.m. 5 samengevat voor het examen CUFA van Ellen Achten. (cursus + PPT's)
School: UCLL Hasselt
Richting: Graduaat maatschappelijk werk
H1: De superdiverse samenleving
H2: Cultuur
H3: De sociale identiteit (+ de volledige online leermodule)
H4: Levensbeschouwing, religie en zin...
CULTURELE FACTOREN
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1: de superdiverse samenleving.....................................................2
Diversiteit........................................................................................................................ 2
Superdiversiteit............................................................................................................ 3
5 uitdagingen van de superdiverse samenleving..........................................................4
Meervoudig denken......................................................................................................... 6
Meervoudig verbinden en inclusie................................................................................7
Hoofdstuk 2: Cultuur......................................................................................7
Hofstede.......................................................................................................................... 7
De vijf cultuurcompontenten........................................................................................7
Het UI-model van Hofstede........................................................................................... 8
Cultuur.......................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 3: Sociale identiteit........................................................................9
Primaire en secundaire dimensies van identiteit...........................................................10
Wat is identiteit............................................................................................................. 10
Indentiteitsvorming in de 21e eeuw...............................................................................10
identiteitsvorming onder druk....................................................................................10
Migratie en identiteitsvorming....................................................................................11
Acculturatie................................................................................................................... 11
Acculturatiemodel van Berry......................................................................................11
Belangrijke begrippen................................................................................................... 12
Etnisch-culturele diversiteit:.......................................................................................12
Migranten, allochtonen, etnisch-culturele minderheden.............................................12
Denkpatronen en gedrag ten aanzien van andere culturele groepen............................13
Vooroordelen.............................................................................................................. 13
Stereotypen................................................................................................................ 13
etnocentrisme............................................................................................................ 13
Hoofdstuk 4: Zingeving in de superdiverse samenleving en de uitdagingen voor
het sociaal werk...........................................................................................14
Secularisering en de terugkeer van religie....................................................................15
Tendensen en dilemma’s in de superdiverse samenleving............................................15
Basis voor een aantal dilemma’s................................................................................15
huidige dilemma’s...................................................................................................... 16
Religies in cijfers........................................................................................................... 16
Religie en levensbeschouwing verklaard.......................................................................16
, Religie en sociaal werk..................................................................................................17
Normatief kader van mensgerichte beroepen: 3 DIMENSIES.........................................17
Hoofdstuk 5: Cultuurverschillen....................................................................17
Inleiding........................................................................................................................ 17
Bendadering 1: Model van Kluckhohn en Strodtbeck (1961).........................................18
Tijdsbeleving:............................................................................................................. 18
Relatie tussen mens en natuur...................................................................................18
Groepsgevoel of individu............................................................................................ 19
Openbare en privéruimten......................................................................................... 19
De natuur van de mens.............................................................................................. 20
Benadering 2: Culturele-dimensietheorie van Hofstede (1966).....................................20
Cultuurdimensie 1: Machtsafstand (=MAF).................................................................21
Cultuurdimensie 2: individualisme versus collectivisme.............................................22
Cultuurdimensie 3: Onzekerheidsvermijding (ONV)....................................................23
Cultuurdimensie 4: Masculiniteit versus femininiteit MAS...........................................24
Cultuurdimensie 5: Tijdsoriëntatie..............................................................................25
Benadering 3: De piramide van Pinto............................................................................26
F-cultuur..................................................................................................................... 26
G-cultuur.................................................................................................................... 26
Verschillen tussen G en F-cultuur..................................................................................27
Individu en zijn omgeving........................................................................................... 27
F-culturen: In- en OUT group......................................................................................27
Verschillende domeinen F VS G- cultuur.....................................................................27
HOOFDSTUK 1: DE SUPERDIVERSE SAMENLEVING
DIVERSITEIT
,= synoniem voor verscheidenheid.
= Het beaamt/ bevestigt dat er verschillen zijn tussen groepen en benadrukt tevens dat
ieder individu uniek is.
- Mensen kunnen verschillen op verschillende domeinen zoals biologisch geslacht,
godsdienst, uiterlijk,...
DIVERSITEITSBENADERING
- Focust op de brede betekenis van verscheidenheid, zonder mensen in tegenstellingen
zoals allochtoon-autochtoon of homo-hetero te plaatsen. Het erkent zowel verschillen
als overeenkomsten tussen mensen.
- Verschillen worden niet bestempeld als problematisch, maar zijn eerder “gewoon”,
overbrugbaar en vooral kansrijk.
- Door de principes van erkende gelijkheid en erkende diversiteit (Hoffman) toe te
passen, ontstaat inclusief denken en handelen, in plaats van exclusief denken dat 'wij-
zij'-gevoelens bevordert.
*Erkende gelijkheid verwijst naar wat mensen in een bepaalde context
gemeenschappelijk hebben. Afhankelijk van de situatie kunnen mensen bijvoorbeeld
bewoners, ouders, medewerkers, studenten.
*Erkende diversiteit gaat over de erkenning van de verscheidenheid van groepen mensen
en individuele personen: hun specifieke eigenschappen, talenten, emoties, problemen,
belangen of verlangens.
* Inclusief denken betekent in de praktijk dat je vooropzet wat mensen, binnen een
bepaalde context, gemeenschappelijk hebben (bijvoorbeeld een medewerker …) en
vervolgens het specifieke aanhoort of benoemt (een medewerker die op vrijdag vrij
vraagt). En dus niet ‘een moslim die op vrijdag naar de moskee wil en daarom vrij vraagt’
met als antwoord ‘Neen dat kan niet want hier in België gaan we op zondag naar de
kerk.’ Dit is een vorm van exclusief denken.
SUPERDIVERSITEIT
Onze bevolking verandert. Dit concept legt uit dat onze samenleving steeds diverser
wordt op verschillende manieren. Er zijn drie belangrijke veranderingen (transities) die
samen superdiversiteit vormen:
1. Kwantitatieve transitie: Dit betekent dat er meer mensen zijn met verschillende
achtergronden. De hoeveelheid diversiteit neemt toe.
2. Kwalitatieve transitie: Dit verwijst naar de diversiteit binnen de diversiteit. Niet
alleen komen er meer mensen met verschillende achtergronden, maar ook de
soorten achtergronden en combinaties van kenmerken worden complexer.
3. Normalisering: Dit betekent dat deze diversiteit steeds normaler en gebruikelijker
wordt in de samenleving.
KWANTITATIEVE TRANSITIE
, Majority-minority cities: steden waar de meerderheid van de inwonders bestaat uit
mensen met een migratie-achtergrond. Denk aan Brussel, Amsterdam, Rotterdam,
Antwerpen en Genk.
Deze verandering komt niet alleen doordat er nieuwe migranten of vluchtelingen naar
de stad komen. Het komt ook door de samenstelling van de mensen die er nu al wonen.
De oudste inwoners zijn bijna allemaal mensen zonder migratie-achtergrond, maar twee
van de drie jongeren hebben wel een migratie-achtergrond. Als de oudere mensen
overlijden, blijven de jongere generaties over. De jongeren van nu worden de ouders van
de toekomst, en daardoor blijft de diversiteit in de stad toenemen.
KWALITATIEVE TRANSITIE
Superdiversiteit kijkt verder dan alleen het aantal mensen met verschillende
achtergronden (kwantitatieve transitie) en focust op de groeiende variëteit binnen die
diversiteit (kwalitatieve transitie).
In de 21e eeuw komen migranten uit een veel breder scala aan landen dan in de 20e
eeuw. België heeft nu meer nationaliteiten, talen en religieuze achtergronden dan ooit
tevoren. Ook de migratiemotieven en verblijfsstatussen zijn diverser en complexer
geworden.
Superdiversiteit helpt ons inzien dat mensen niet meer simpelweg in stereotypes zoals
"de migrant" of "de Moslim" passen. Binnen gemeenschappen zijn er steeds meer
verschillen, zoals tussen rijk en arm, jong en oud, en tussen verschillende generaties
migranten.
NORMALISERING
De blanke meerderheid in de blanke samenleving is passé. Diversiteit is nu overal
zichtbaar: op straat, in scholen, op het werk... Voor ouderen is deze overgang naar een
superdiverse samenleving duidelijk merkbaar geweest. Voor kinderen en jongeren is deze
diversiteit echter normaal, omdat zij geen andere realiteit kennen.
Het proces van normalisering verloopt niet zonder problemen. Negatieve ervaringen met
vreemdelingen, evenals racisme, discriminatie en uitsluiting, kunnen dit proces verstoren
en het wij-zij-denken versterken. Politieke gebeurtenissen zoals oorlogen,
terreuraanslagen, moorden en haatcampagnes van politici kunnen ook de spanningen
verhogen.
Toch is de normalisering van diversiteit onvermijdelijk. De belangrijke vraag die we
moeten blijven stellen is: “Wat kunnen wij doen om van superdiversiteit een succes te
maken?” Om dit te beantwoorden, moeten we stilstaan bij vijf belangrijke uitdagingen
waar de superdiverse maatschappij voor staat.
5 UITDAGINGEN VAN DE SUPERDIVERSE SAMENLEVING
UITDAGING 1: WIJ-ZIJ DENKEN
In een superdiverse samenleving is het belangrijk om niet vast te zitten in het denken in
"wij" en "hen". Vroeger werden mensen vaak ingedeeld als Belg of buitenlander, wit of
gekleurd etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jaylocooreman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.06. You're not tied to anything after your purchase.