Dit document omvat al mijn aantekeningen van het vak Burgerlijk Procesrecht (3013BUPRVY). Het hoorcollege van week 3 mist hierbij, maar de werkgroepaantekeningen niet.
Week 1
Hoorcollegeaantekeningen
Er is een dalende hoeveelheid groep mensen die rechtshulp zoekt bij de rechter, dan wel
buitengerechtelijk. 3/4%. De civiele procedure kent verschillende functies: conflictoplossing,
juridische geschilbeslechting (vaststellen van feiten), rechtshandhaver en wetsuitlegging,
titelverkrijging (gedwongen executie en geweldsmonopolie, om anarchie te voorkomen en dit kan
alleen de rechter) en tot slot administratieve en toezichtfunctie (wetstoepassing en bescherming).
Het effect van het procesrecht is dat een situatie vertaald wordt in een juridische
aanspraak (rol van de advocaat) en dat het debat gestructureerd wordt waardoor een einduitspraak
bereikt kan worden. Het effect is niet altijd een weergave geven van de beleefde waarheid van
partijen, maar wel om recht te doen aan partijen. Daarnaast is het tevens niet het effect een
creatieve oplossing voor het conflict te zoeken, maar wel om op het recht gebaseerde beslissingen
te maken (dus niet zomaar rechtsvinding). De rechter kan niet bemiddelen en ook niet afwijken
van wat partijen vragen, maar je ziet wel dat rechter steeds meer ruimte nemen om het conflict op
te lossen. De rechter is dus niet langer meer heel passief. De rechter kent daardoor een spanning
tussen enerzijds waarheidsvinding en rechtshandhaving en anderzijds de autonomie van partijen.
Ook is er een spanning tussen prijs en kwaliteit, grondigheid en snelheid en rechtszekerheid en
flexibiliteit.
Art 6 EVRM bepaalt bij het vaststellen van burgerlijk rechte en verplichtingen, dat er
rechten volgen die ruimer zijn dan de tekst doet vermoeden: eerlijke en openbare behandeling
van de zaak, een redelijk termijn, onafhankelijk en onpartijdig gerecht, gerecht is bij de wet
ingesteld. Er staan rechten in die erin worden gelezen (zoals het recht op een tolk). Hierbij is
EHRM Micallef vs Malta van belang. De rechter gaf een voorlopige voorzien op de was buiten
het raam te hangen. De rechter heeft de datum van de zitting verplaatst en toen ze bezwaar
maakte, werd de rechter vijandig omdat er met haar familie werd gesproken. Vraag is of er een
schending was van onpartijdigheid. Dat was er aan de hand. Het gaat tevens om de vraag of er
sprake is van een burgerrecht. Je moet op zijn minst kunnen vaststellen dat de beslissing
belangrijk is voor het recht zelf. (r.o. 74) Een voorlopige voorziening past het recht niet aan, maar
(r.o. 79 & 80) in de praktijk blijken deze maatregelen van groot belang om je leven te leiden. Bij
een lange procedure kan het heel lang duren en bovendien is een voorlopige maatregel soms zelf
een eindpunt. Daardoor voldoet een voorlopige voorziening wel aan het vereiste van een
burgerlijk recht in art. 6 EVRM. Door het bijzondere karakter kun je echter niet alle aspecten van
art. 6 EVRM toepassen zoals wel kan in een bodemzaak. Niet voor alles ruzies is dus toegang tot
een rechter. Beginsel zijn geen vaste regels, maar worden tegen elkaar afgewogen.
Equality of Arms kom je ook tegen in de uitspraak van Dombo beheer. Het ging om een
gesprek van een lening bij een bank. Het ging erom wat er precies was gezegd onder 4 ogen. De
medewerker mocht getuigen en de directeur niet. R.o. 31 en 33 stellen vast wat Equality of Arms
is. Er werd, naast de regels ook gekeken naar het geheel van de procedure. Als ergens een steek
wordt laten gevallen en daarna wordt gecompenseerd, dan wordt dat door de vingers gezien. Art.
164 Rv: ook partijen kunnen als getuigen optreden, maar sinds 6 maart 2024 is lid 2 vervallen
waardoor de beperking vervalt. De rechter mag sowieso voorzichtig omgaan met dat bewijs.
Het Nederlandse model is opgeschoven naar een samenwerkingsmodel. Je hebt immers
verschillende modellen. De partijen worden geacht goed samen te werken om tot een oplossing te
,komen. Je geeft al je kaarten weer. In de praktijk gaat dat anders. De nationale beginselen vind je
vanaf 19-35.
Veel conflicten komen niet bij de rechter. ADR= anders dan de rechtspraak. Vormen van
systematische geschillenbeslechting, dan door de rechter zelf. Tussen partijen kan dat door
heronderhandelen en mediation (de mediator beslist niks, maar als er afspraken tot stand komen
sluit hij een overeenkomst) (op een gecoördineerde manier tot een oplossing komen). Boven
partijen kan er een bindend advies gegeven worden, arbitrage plaatsvinden of dus rechtspraak.
Kom je er met de mediator er niet uit, dan kun je alsnog naar de rechter. Je geeft de beslissing uit
handen. Zie voor de vaststellingsovereenkomst van de mediator art. 7:900 e.v. BW. De waarheid
geldt zoals er in die overeenkomst staat en die mag afwijken van dwingend recht. Arbitrage staat
in de Wet op Rechtsvordering. Dat is dus anders dan mediation en daarom staat het in een ander
wetboek. In een arbitrage kun je ook tot een vonnis komen (arbitraal vonnis) wat een bindende
beslissing is door een derde. De rechter gaat daarna niet meer inhoudelijk op de zaak in, want dat
gebeurde al in de arbitrage. Art. 1020 e.v. Rv. De partijen moeten gekozen hebben voor arbitrage,
voordat een arbiter zijn bevoegdheid krijgt. De rechter verklaart zich dan onbevoegd, waardoor je
geen toegang meer hebt tot de rechter. Dat is dan een vrijwillige keuze. Je kunt niet
overeenkomen om als je conflicten ooit voor de arbiter te leggen, want dan ontneem je jezelf het
recht tot de rechter. Voor de arbitrage geldt geen openbare zitting, wat een voordeel kan zijn. Met
een bindend advies kun je niet zelf kiezen wat je met dat advies gaat doen. Bindend advies is
minder strikt gereguleerd en is dus anders dan arbitrage. Het staat tevens in het BW (7:900).
Hoor- en wederhoor zijn dan van belang bij een bindend advies. Arbitrage staat tegenwoordig op
de zwarte lijst, waardoor consumenten nooit door algemene voorwaarden gebonden kunnen
worden om niet naar de rechter te kunnen gaan.
Hoe verhoudt zich de ADR tot de rechter en met name: mag de staat een vorm van ADR
verplicht stellen als voorwaarde tot een rechter? De crux is dat het Hof zegt dat wel mag, mits er
geen bindende beslissing is, het mag geen wezenlijke vertraging opleveren en de verjaring wordt
geschorst, er geen of zeer geringe kosten aan worden gehangen, niet uitsluitend via elektronische
weg toegankelijk en tot slot voorlopige maatregelen bij uitzondering mogelijk zijn. Rechters
blijven in de kern juristen en mediation heeft juist als kracht om de achterliggende belangen mee
te nemen. Illustratie: conflict over sinaasappels zal door rechters worden opgelost over de
eigendomsvraag, maar mediators kunnen doorvragen waardoor bleek dat de ene partij de schillen
nodig had en de ander het vruchtvlees. Daardoor kan je een betere oplossing bieden dan soms
mogelijk is met een juridische oplossing.
Werkgroepopdrachten
Bij opdracht 1 wordt geslagen op arbitrage, alleen online een service aanbieden en de algemene
voorwaarden. Alleen online aanbieden kan een beperking zijn voor consumenten dat er geen
sprake is van rechtsbescherming. HvJEU Alassini.
Arbitrage leidt tot een arbitraal vonnis en is bindend. Tevens wordt de arbiter gekozen en
krijgt de arbiter meer geld. Daarnaast moet je vrijwillig kiezen voor arbitrage. Dat kan 1. door
een overeenkomst en 2. of als er al een conflict aan de gang is, ook wel ad hoc. Art. 1064 jo.
1062 Rv bepaalt dat je een vonnis onderuit kan onderhalen. Alleen overheidsrechters kunnen het
recht tot executie geven, arbiters niet. Als je een arbitraal vonnis hebt ga je op grond van 1062 Rv
naar de voorzieningenrechter. Er is dan een overeenkomst nodig.
Kenmerken van een overheidsrechter zijn dat een overheidsrechter niet mag
rechtsweigering (verplicht te beslissen), partijen zijn autonoom waardoor ze vooraf nog kunnen
weigeren dat de rechter tot een uitspraak komt, de rechter is tevens goedkoper dan een arbiter,
, enkel deskundige op het gebied van recht en tot slot zijn zittingen openbaar. Arbitragezaken zijn
geheim. Bij arbitrage heb je ook geen hoger beroep. De doorlooptijd van een zaak bij arbitrage is
tevens korter.
Consumenten kunnen niet gebonden worden via de algemene voorwaarden aan arbitrage.
Dan schiet je de vrijwilligheid neer. Arbitrage staat namelijk op de zwarte lijst, 6:236n BW. Deze
week zijn de arresten van belang.
Er is overigens een verschil tussen hoor & wederhoor en mondelinge behandeling.
Mondelinge behandeling gaat over jouw rechtszitting: je hebt het recht om je verhaal fysiek bij de
rechter te doen, art. 6 EVRM. Hoor & wederhoor betekent dat je een tegenargument mag geven
op je wederpartij.
Bindend advies en arbitrage kunnen alleen dingen beslissen die de partijen aangaan. Een
naamswijziging of aanpassing van de kadasters gaan ook derden aan en dus zijn die zaken niet
geschikt voor arbitrage of bindende adviezen.
Week 2
Hoorcollegeaantekeningen
Wat wordt er verwacht van de partijen en de rechter in de procedure? De mondelinge
behandeling dient eigenlijk alles klaar te zijn, zodat de rechter zijn werk kan doen. Uitgangspunt
is niet dat er geen schriftelijke procedure nog kan plaatsvinden na het schriftelijke mondeling. De
procedure verloopt van een dagvaarding, naar een conclusie van antwoord, naar een mondelinge
behandeling. Dat heet de informatieronde. Daarna kan eventueel nog een bewijsfase volgen,
indien bewijs nodig is.
De eisende partij stelt in de dagvaarding (45 en 111 Rv) de juridische grondslag van de
vordering. De gedaagde partij geeft zijn antwoord in de conclusie van antwoord. De juridische
grondslag kan bijvoorbeeld zijn de onrechtmatige daad. De ratio achter deze bepaling, is dat de
eisende partij gedwongen wordt om direct te anticiperen op het verweer (substantiëringsplicht).
Je moet direct laten zien wat je hebt, open kaart spelen.
De regels die gelden voor de gedaagde partij lijken veel op die van de eisende partij. De
conclusie van antwoord moet gemotiveerd zijn (128 lid 2 en 5 jo. 85 lid 1 Rv). Daarnaast geldt
ook dat het verweer geconcentreerd moet zijn, wat betekent dat de zuiver formele verweren bij
eerste gelegenheid vaarvoren gebracht moeten worden. Inhoudelijke verweren mogen ook
bijgevoegd worden, maar belangrijkst is het formele verweer. Daarnaast moet je als gedaagde
partij ook open kaart spelen.
De waarheids- en volledigheidsplicht (21 Rv) maken ook duidelijk wat er van de partijen
verwacht wordt. In het arrest van 25 maart 2011 ging het om alimentatie, waarbij iemand stelde
het niet te kunnen betalen maar ze voldeden niet aan de waarheidsplicht waardoor de rechter het
gevolg eraan verbond dat de alimentatie door de helft werd gesplitst. In het arrest van 16 juli
2021 gaat het om een hennepkwekerij. Uiteindelijk bleek bij het Hof dat een betrokkene had
gelogen en dat hij zelf de exploitant was. Het Hof heeft daarom de vordering afgewezen als
gevolg.
Na de schriftelijke ronde volgt de mondelinge ronde. Slechts in twee gevallen zijn er
redenen voor nog een schriftelijke ronde na de mondelinge ronde: wanneer een zaak niet lekker
uit de verf is gekomen of als de zaak zo eenvoudig is dat de rechter anders kan besluiten. Echter
moet er wel een mondelinge behandeling zijn wanneer een partij dat verzoekt, omdat dit volgt uit
art 6 EVRM. De rechter kan opheldering vragen tijdens de mondelinge behandeling. In art. 87 lid
2 Rv wat de rechter tijdens de mondelinge behandelingen (comparitie) mag.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller geoffreyalbertus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.