Hieronder krijgt u een aantal stellingen met betrekking tot residuele waardebepalingen. Eén (en slechts één) van deze
beweringen is niet volledig juist. Duid de bewering aan die fout is. Een bewering is juist als alle onderdelen van de
bewering correct zijn en fout in alle andere gevallen.
o Bij toepassing van de residuele waardebepaling van projectgronden kan de verkoopwaarde in de optimale aanwending
berekend worden op basis van de methode van vergelijkingspunten.
o Bij de waardebepaling van agrarisch vastgoed moet de reconversie naar een manège overwogen worden indien dit zo
resulteren in een hogere waarde.
o Bij toepassing van de residuele waardebepaling van projectgronden kan de verkoopwaarde in de optimale aanwending
berekend worden door kapitalisatie van de verwachte bruto huurwaarde.
o Technische en functionele vetustiteit kunnen cijfermatig begroot worden door de verwachte kostprijs van de
renovatiewerken in mindering te brengen van de waarde in nieuwstaat
Hieronder krijgt u een aantal stellingen met betrekking tot de schattingsmethode op basis van kostenbenadering. Duid
aan of deze bewering “juist” of “fout” zijn. Een bewering is juist als alle onderdelen van de bewering correct zijn en fout
in alle andere gevallen. Maak uw keuze . Er zijn verschillende antwoorden “juist” mogelijk.
A. Een waardebepaling op basis van de nieuwbouwwaarde van het onroerend goed houdt geen rekening met de
functionele vetustiteit.
a. Juist / Fout
B. Een logistiek gebouw is minder snel onderhevig aan technische vetustiteit dan een residentieel gebouw.
a. Juist / Fout
C. Bij toepassing van de break down methode voor de cijfermatige begroting van de technische vetustiteit worden
bouwgebreken die hersteld kunnen worden in rekening gebracht aan de huidige herstelkost.
a. Juist / Fout
D. De schattingsmethode depreciated replacement cost (DRC) is geschikt voor de waardebepaling van vastgoedobjecten
met een verwacht beperkt kooppubliek, zoals onder meer kazernes. Wanneer een reconversie naar een residentiele
bestemming mogelijk is, kan de waardebepaling van deze gebouwen beter gebeuren aan de hand van een residuele
berekening.
a. Juist / Fout
Welke drie correcties worden doorgevoerd om PGRI te herleiden tot EGRI
- Leegstand (vacancy allowance)
potentieel maximale bezetting vs. effectieve bezetting
- Contracthuur (loss to lease)
effectieve bezetting @markthuur vs. @contractueel vastgelegde huurprijs
- Kredietverliezen (credit loss)
contractueel vastgelegde huurprijs vs. effectief ontvangen huur
Wat houdt dit begrip PGRI in
o dit is de vrije kasstroom die voor de eigenaar-verhuurder beschikbaar is nadat de operationele kosten (OER)
afgetrokken worden van de bruto huur die de huurder betaald heeft.
o dit acroniem staat voor potential gross rental income en is de vrije kasstroom die voor de eigenaar-verhuurder
beschikbaar is voor aflossing van de financiële verplichtingen en voor belastingen
o de bruto huur; dit is de huurprijs die de huurder betaalt maar waarvan nog operationele kosten in mindering gebracht
moeten worden om de netto huuropbrengst voor de eigenaar verhuurder te becijferen
o dit verwijst naar de maximale inkomsten die verwacht verworven kunnen worden indien de volledige verhuurbare
vloeroppervlakte van het gebouw daadwerkelijk verhuurd wordt aan een marktconforme huurprijs
Welk van deze onderstaande begrippen verwijst naar omzetting van aflopend huurcontract naar de situatie van
markthuur?
o Sale and lease-back
o Regressie
o Froth
o Reversion
1
BartZijnVastgoed @STUVIA
, Bij het selecteren van relevante vergelijkingspunten om gemiddelde prijzen per m2 te bekomen voor retail en kantoren
kies je best voor transacties die zo vergelijkbaar mogelijk zijn in termen van…
o …ligging, jaartal en investeringsvolume
o …ligging, jaartal en uitstraling van het gebouw
o … aantal bouwlagen, grootte en bouwtechnische kwaliteit van gebouw
o …stad, verkoper en type transactie (share deal of asset deal)
kies uit de juiste schattingsmethode
o huurwaarde voor een courante bungalow: direct market comparison
o recht van doorgang: DCF
o investeringswaarde van een kantoorgebouw: DCF
o kazerne met mogelijkheid voor reconversie tot residentieel: Residuele waarde
o huurwaarde van een centrumwinkel: ITZA
Welke schattingsmethode wordt hieronder beschreven?
Deze schattingsmethode kan toegepast worden bij de waardebepaling van commercieel onroerend goed zoals
winkelpanden, kantoorgebouwen of KMO-units die verhuurd worden. Deze schattingsmethode maakt optimaal gebruik van
market evidence. Om de methode toe te passen hebben we de contracthuur van het pand nodig. De vergelijkingspunten
die we gebruiken zijn geen recent gerealiseerde verkooptransacties van onroerend goed, maar recent gerealiseerde
huurovereenkomsten en de verhouding tussen de bruto huurinkomsten en aanschaffingswaarde van vergelijkbare panden.
Wanneer deze schattingsmethode toegepast wordt zal de taxateur in het bijzonder waarde hechten aan lopende
huurcontracten van het pand. Deze methode houdt rekening met kosten van achterstallig onderhoud en frictieleegstand.
De operational exepense ratio (OER) en vetustiteit worden daarentegen enkel onrechtstreeks in rekening gebracht bij de
evaluatie van de PGRI van het pand.
o Een automated valuation model (AVM)
o De term & reversion-methode uit inkomstenbenadering.
o De methode van direct market comparison (DMC)
o De DCF-methode uit de inkomstenbenadering.
Hieronder krijgt u een aantal beweringen met betrekking tot de waardebepaling van zakelijke rechten. Duid aan of deze
bewering juist of fout zijn.
A. De formule Ruyssevelt wordt gebruikt voor de waardebepaling van de economische waarde van een tijdelijk
vruchtgebruik. De huurwaarde H in de formule is de netto huur.
a. Juist / Fout
B. De artikelen in het burgerlijk wetboek over vruchtgebruik werden recent gewijzigd. De verplichtingen van de
vruchtgebruiker met betrekking tot grote herstellingswerken aan het gebouw zijn sindsdien toegenomen. Dit zou moeten
resulteren in een hogere waarde van het vruchtgebruik.
a. Juist / Fout
C. De waarde van een naakte eigendom kan beschouwd worden als de huidige waarde van de volle eigendom,
verdisconteerd over de termijn van de levensverwachting van de vruchtgebruiker.
a. Juist / Fout
D. De erfpachter heeft het recht om op de grond constructie op te richten. Deze opstallen worden op het einde van het
erfpacht door natrekking eigendom van de erfpachtgever. Hierdoor is de waarde van een erfpacht lager dan de waarde van
een vruchtgebruikt.
a. Juist / Fout
2
BartZijnVastgoed @STUVIA
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BertzijnVastgoed. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.