Samenvatting Beroepsmethodiek: RECHT - Opgeloste examenvragen met cursus afbeeldingen
4 views 0 purchase
Course
Beroepsmethodiek: recht
Institution
Thomas More Hogeschool (tmhs)
Het vak beroepsmethodiek, deel recht. Een document met alle antwoorden op de doorgestuurde examenvragen van de docent Leen Van Aken. Ook alle nodige afbeeldingen uit de cursus zitten verwerkt in deze beknopte samenvatting terverduidelijking.
1. Definitie van het recht
Het recht is het geheel van gedragsregels, opgelegd door de overheid, die binnen de maatschappij tot
doel hebben het maatschappelijk leven te ordenen en waarvan de naleving kan worden afgedwongen.
Het recht omvat dus:
- Geheel van gedragsregels: deze maken het mogelijk om mensen met tegenstrijdige belangen te laten
samenleven
- Opgelegd door de overheid (dit in tegenstelling tot deontologie: zijnde de regels die worden opgelegd
door een bepaalde groepering of vereniging van professionelen aan zichzelf)
- Recht kan worden afgedwongen: zonder dwang zijn rechtsregels niet efficiënt. Deze dwang kan zowel
fysiek (gevangenis) zijn als financieel (boete). Rechtsregels kunnen slechts worden afgedwongen door
de rechtelijke macht, men mag zelf geen recht afdwingen.
- Recht beoogt de ordening van de maatschappij.
2. Dwingende en aanvullende rechtsregels
Van dwingende rechtsregels (ook wel imperatief recht genoemd) kan niet worden afgeweken, ook niet
bij overeenkomst. Indien een overeenkomst toch dergelijke afwijking bevat, wordt de clausule of
eventueel de volledige overeenkomst als nietig (onbestaande) beschouwd.
Van aanvullende rechtsregels kan worden afgeweken bij contract. De hiërarchie is dus eerst het
dwingend recht, dan de contractuele bepalingen en vervolgens het aanvullend recht.
3. De vermogensrechten, in bijzonder het begrip intellectueel recht
Men onderscheidt de volgende vermogensrechten:
- Zakelijke rechten (art. 3.3 NBW): verlenen de rechthebbende onmiddellijke macht op de
zaak zelf, d.w.z. men behoeft niet de tussenkomst van een derde persoon vb. eigendom1,
vruchtgebruik en erfdienstbaarheid.
- Vorderingsrechten of persoonlijke rechten: men verwerft het recht om iets van een
andere persoon te vorderen: vb. huurrecht
- Intellectuele rechten: men verwerft rechten op een creatie of schepping: vb. auteursrecht
, 4. De diverse types van goederen: essentieel is dat een intellectueel recht
een onlichamelijk roerend goed is
Overeenkomstig art. 3.41 NBW zijn goederen in de ruimste zin alle voorwerpen die vatbaar zijn voor
toe-eigening, met inbegrip van de vermogensrechten. Het NBW stelt uitdrukkelijk dat voorwerpen
ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig zijn, lichamelijk of onlichamelijk zijn, te onderscheiden zijn van
dieren. Dieren hebben in tegenstelling tot voorwerpen een gevoelsvermogen en biologische noden.
Voorwerpen en dieren zijn daarnaast te onderscheiden van personen (art. 3.38 NBW).
Welke types van goederen worden er juridisch onderscheiden:
- Roerende en onroerende goederen
Alle goederen zijn roerend of onroerend. Alles wat niet onroerend is, is roerend.
Roerende goederen zijn goederen die van de ene naar de andere plaats kunnen overgaan of kunnen
worden overgeplaatst (dieren; meubels, geld, auteursrechten enz.)
Onroerende goederen zijn goederen die zich niet verplaatsen of die niet of zeer moeilijk verplaatsbaar
zijn (grond, gebouwen, buizen, bomen, planten enz.). Men maakt een onderscheid tussen onroerende
goederen uit hun aard en door incorporatie.
- Goederen die aan iemand en goederen die aan niemand toebehoren
- Goederen in de handel en buiten de handel
Buiten de handel zijn bijvoorbeeld de goederen behorend aan het publiek domein zoals de wegen.
- Lichamelijke (tastbaar) en onlichamelijke (niet tastbare zoals intellectuele rechten) goederen
Voorwerpen zijn lichamelijk of onlichamelijk. In tegenstelling tot onlichamelijke voorwerpen kunnen
lichamelijke voorwerpen zintuigelijk worden waargenomen en worden gemeten middels een
momentopname.
- Verbruikbare en niet-verbruikbare goederen
Verbruikbare gaan teniet bij het eerste normale gebruik (appelen, peren, geld enz.)2
Niet-verbruikbare gaan niet teniet bij eerste normaal gebruik (auto, stoel, tafel enz.)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller leonieuyttebroeck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.57. You're not tied to anything after your purchase.