Marie Van de Walle 4
Odisee – bedrijfsmanagement marketing
, Micro-Economie
1. Wat is economie?
1. Inleiding
Menswetenschap: bestuderen van keuzeprobleem
Studenten
Gezinnen: budgetbeheer
Beleidsmakers
Nut van Economische analyse:
Er is spanning tussen:
v Behoeften: individuele & collectieve, basis vs. hogere, materieel & immaterieel)
v Schaarste beschikbare middelen
Zelfde middelen geen 2x inzetten
Bewuste keuze maken! Budget is ALTIJD beperkt (gezin, familie, overheid)
Nut van toepassen van economische principes:
v Betere beslissingen in het dagelijkse leven
v Problemen van de wereld beter begrijpen
v Informatie over het beleid beoordelen + evalueren
2. Het economisch probleem
= keuzeprobleem: veel behoeften + schaarse middelen
Behoefte:
v Aanvoelen van een tekort
v Verlangen om aan te vullen
2.1. Menselijke en maatschappelijke behoeften
2.2. Schaarste middelen en de noodzaak te kiezen
“Economische Goederen”: schaars + nut OF “P voor betalen”
Tegenhanger “vrije goederen”
Het economisch probleem:
De tijd die men besteedt aan…
Elke euro die men besteedt aan..
= onvoldoende financiële middelen
2.3. Het maken van keuzes en opportuniteitskosten
Opportuniteitskost = werkelijke kost van een keuze
= waarde van het beste alternatief dat men opgeeft door die keuze te maken
Vb: gederfd loon behoort tot de opportuniteitskost bij een extra studiejaar
2.4. Economie: Een definitie
Micro: studie van gedrag van individuele economische agenten
Consumenten:
, v Vraag naar Goederen & Diensten
v Aanbod naar productiefactoren Arbeid & Kapitaal
Producenten:
v Vraag naar productiefactoren
v Aanbod van Goederen & Diensten
Macro: studie van invloed van gedrag op Globale Economische Grootheden
3. De productiemogelijkheden van een land: De curve van de
productiemogelijkheden
v Negatieve helling: opportuniteitskost
(meer van het ene goed, minder van het andere)
OF werkelijke kost extra graanproductie is minder kleidingproductie
v Schaarste (boven de curve niet mogelijk)/ onder is niet efficiënt
v Keuzeprobleem (welk punt kies je?)
v Curve = verzameling efficiënte productiemogelijkheden
4. Het marktmechanisme vs Centrale Planning
Sturingsmechanismen:
4.1. Centrale planning
Vb: Cuba
4.2. Marktmechanisme
Markt: Theoretisch begrip
Confrontatie V en A met ruilvoorwaarden
Functies P:
v Informatie over relatieve nut
v Prikkels aan consumenten en producenten
Vb: P↗ : Consument kan minder kopen, Producent wil A ↗
v Inkomensvorming: Wat vrager betaalt= inkomen van de aanbieder
Marktmechanisme
Adam Smith ( 1711 – 1776): Vader van de moderne economie: Onzichtbare Hand
Pure markteconomieën: (gevaren)
v Te sterke macht bij grote bedrijven (monopolies)
v Publieke en collectieve goederen: (onderwijs, wegen,post, trein, …)
2 kenmerken:
niemand uitsluiten + meerkost voor A aan 1 individu extra is nihil
Opl: overheid zorgt voor A + financiering via belastingen
– Externe effecten: geluidshinder, milieu, …dus overheidstussenkomst vereist
– Inkomensverdeling ( primaire inkomensverdeling is sociaal onaanvaardbaar)
, 4.3. De moderne gemengde economie: marktwerking met overheidsinterventie
= gemengde economieën
4.4. Opportuniteitskost ( Zie ander blad)
2. Het Marktmechanisme
1. Inleiding
De werking van de markt speelt een belangrijke rol in de moderne economie.
De markt weerspiegelt de confrontatie tussen vragers (consumenten) en aanbieders
(producenten).
vier hypothesen:
Product = homogeen vb: Elektriciteit
Groot aantal aanbieders + Groot aantal vragers
Vrije toegang tot de markt, en vrije uittreding uit de markt
Vragers & Aanbieders perfecte informatie
Voorwaarden vervuld ? = perfecte concurrentie
2. De Marktvraag
= Totale hoeveelheid die alle consumenten bereid zijn te kopen, rekening houdend met de
prijs, inkomen enz.
v Determinanten van de vraag naar een goed:
(Determinanten = het gene wat je vraag gaat bepalen)
- Prijs van het goed
- Prijs van complementaire goederen
= koffie met chocolade, onlosmakelijk verbonden met elkaar
Minder koffie drinken als chocolade duurder wordt
- Prijs van substituten
= vervangend product vvb courgette voor een tomaat, als er iets gebeurt met
de prijs ( courgette worden goedkoper, dan koop je meer courgette en minder
tomaten), als er iets gebeurt met de prijs van een courget heeft dat impact op
de prijs van tomaten
- Inkomen
Meer geld krijgen, dan koop je mss duurdere producten
- Voorkeur van consumenten
Aardbeien willen eten in de winter
- # consumenten
- Andere factoren (het weer, reclame,…)
v Vraagfunctie:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentOdiseee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.60. You're not tied to anything after your purchase.