100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting recht en deontologie $11.24   Add to cart

Summary

samenvatting recht en deontologie

 31 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Ik heb deze samenvatting gemaakt aan de hand van alles wat we gezien hebben in de lessen. Ik ben naar alle hoorcolleges geweest en ik heb daar veel notities genomen. Bij dit vak was geen boek dus ik heb gewoon alles gebruikt wat ik van de leerkracht heb ontvangen.

Preview 4 out of 68  pages

  • May 30, 2024
  • 68
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
RECHT EN DEONTOLOGIE
RECHT
MODULE 1: HOORCOLLEGE 1: WAT IS RECHT?

INLEIDING

 Recht is allesomvattend
o Mengt met alle aspecten van ons leven
o Blijft soms verborgen
o Voortdurend van belang voor iedereen
o Niet te ontsnappen
 Het is van jong tot oud actief
o Voor geboorte  abortuswetgeving
o Kind  ouderlijk gezag, leerplicht
o Volwassenen  privé en openbaar  belastingen betalen, niet door het rood rijden, …
 Samenleving heeft afspraken om er voor te zorgen dat alles goed loopt  rechten

DEFINITIE: 4 KERNELEMENTEN


DEFINITIE
 Geheel van gedragsregels  rechtsregels
 De overheid heeft ze uitgewerkt en verplicht aan de burgers
 Om de samenleving te ordenen
 Vitale maatschappelijke belangen beschermen


KERNELEMENT 1: RECHT IS EEN GEHEEL VAN GEDRAGSREGELS

EEN GEHEEL VAN GEDRAGSREGELS
 Gerechtsregel = gedragsregel
 Recht regelt gedrag
o Enkel als je gedrag stelt/handelingen uitvoert
o Uitwendig waarneembaar
 Verschil met moraal/ethiek en religie
 Recht:
o Doel: ordening samenleving
o Oorsprong: maatschappij
o Gericht: op het uiterlijke, het gedrag
o Sanctie: vrijheidsberoving, geldboete, gedwongen uitvoering,
schadevergoeding,…
 Ethiek
o Doel: geestelijke vervolmaking individu
o Oorsprong: mens
o Gericht: op het innerlijke
o Sanctie: slecht geweten, wroeging
 Godsdienst
o Doel: eeuwige zaligheid




1

, o Oorsprong: opperwezen
o Gericht: zowel het innerlijke als het uiterlijke
o Sanctie: bestraffing door het opperwezen
 Huidige tendensen in he strafrecht?
 Principe  reactief = gericht op gepleegd en gekend misdrijf
 Uitzonderlijk  proactief = gericht op gepleegd maar nog niet aan het licht
gebrachte misdrijven
 Quid preventief? = daders van “een nog te plegen” misdrijf vatten
 Als je een bank wil overvallen maar je doet het niet officieel word je niet
gestraft, maar als er handelingen zijn gesteld zoals het plaatsen van
explosieven ook al doe je er niet mee  wel gestraft
o Gebodsbepalingen = je moet…
o Verbodsbepalingen = je mag niet…


KERNELEMENT 2: OPGESTELD DOOR DE OVERHEID
 Wat maakt een gedragsregel een rechtsregel  regel opgesteld door de overheid die hiertoe
gemachtigd is
 Politieke macht = regelgevende macht
o De wetgevende macht = het maken van de regels
o De uitvoerende macht = de uitvoering van de regels
o De rechterlijke macht = de beoordeling van overtredingen en geschillen
 Een hele lange tijd geleden
o Absolute heerser
o 1 persoon  almachtig
o Had onderdanen, geen burgers
 Absolute macht – autocratie
o Macht in handen van 1 persoon of van een bevoorrechte minderheid (oligarchie)
o Absolute macht werd gelegitimeerd door:
 God – theocratie
 Dictatuur = macht door geweld -macht van de sterkste – terreur
o  machtsmisbruik
 Scheiding van de machten = trias politica
o Macht verdelen tussen personen of instanties
o Vermijden teruggaan almacht
o De wettelijke macht controleert de uitvoerende macht
o De uitvoerende macht controleert de wetgevende macht
o De rechterlijke macht controleert zowel de wettelijke macht en de uitvoerende macht
 democratie
o wij het volk hebben ook macht
o we kiezen wie er aan de macht komt
o democratie  dèmos en kratein = volk heersen
o directe democratie
 de griekse stadsstaten
 volk neemt keer op keer het besluit over het bestuur van het land
 bevolking besluiten rechtstreeks mee
 geen vrouwen en enkel hogere klassen
 vandaag de dag niet meer te vinden
 er zijn nog landen waar burgers D.M.V. bindende referenda mee stemmen




2

,  meeste landen waaronder België  we kiezen wie aan de macht komt en zo hebben
we macht over wat er gebeurd




 België is een indirecte of representatieve democratie
o Indirecte / onrechtstreekse representatieve democratie
 Niet direct zoals bij de Grieken
 We nemen niet rechtstreeks beslissingen over staatszaken
 We kennen ook geen referendum
 Belgen kiezen volksvertegenwoordigers (zitten in het parlement)  representatief
 Door het parlement die gekozen is door ons worden de beslissingen genomen
 Parlementaire democratie
o Enkel de wetgevende macht / de leden van het parlement worden door het volk gekozen
o Coalitie
 Samenwerking van verschillende partijen omdat niemand genoeg stemmen behaalt
 Ministers komen uit de samenwerking en die vormen de uitvoerende macht die
beslist worden door de coalitie
 Stemmen 2024
o Vlaams parlement  vanaf 18 jaar opkomstplicht
o Federaal parlement  vanaf 18 jaar opkomstplicht
o Europees parlement  vanaf 16/17 mag maar moet niet vanaf 18 opkomstplicht
o Provincieraad  vanaf 18 jaar geen opkomstplicht
o Gemeenteraad  vanaf 18 jaar geen opkomstplicht
 Van een eenheidsstaat naar een federale staat




3

, o Parlement = wetgevend
o Regering = uitvoerend
o Alles dat niet in de gemeenschap of gewesten zit, zit bij het federaal parlement
o Justici = federaal parlement
o Gemeenschappen = jeugddelinquentie, cultuur, onderwijs, welzijn, …
o Gewesten = natuur, openbaar vervoer, milieu, …
o 3 gemeenschappen en 3 gewesten
 Zelfbeschikkingsrecht = elke gemeenschap en elk gewest beschikt over een eigen
wetgevende macht en een eigen uitvoerende macht
 Zelfbeschikkingsrecht = soevereiniteit
 In toegewezen bevoegdheden: de federale overheid behoudt de rest- of residuaire
bevoegdheid
o Vlaamse overheid (Vlaamse gemeenschap en Vlaams gewest delen een parlement en
regering)
 Vlaams parlement – Brussel  decreten
 Vlaamse regering  besluiten
o Overheid van de Franstalige gemeenschap
 Parlement – Brussel  decreten
 Regering  besluiten
o Overheid van de Duitstalige gemeenschap
 Parlement – Eupen  decreten
 Regering  besluiten
o Overheid Waals gewest
 Parlement – Namen  decreten
 Regering  besluiten
o Overheid van het Brussels Hoofdstedelijk gewest
 Parlement – Brussel  ordonnanties
 Regering  besluiten
 De EU
o België is een van de leden van de EU




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shanareyskens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.24. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71498 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.24  2x  sold
  • (0)
  Add to cart