Samenvatting van de syllabus 'Onderzoeksvaardigheden: Focus: Onderzoeksconcepten en -terminologie' van het college 12 februari 2019. Universiteit Antwerpen academiejaar , semester 1. Faculteit Letteren en Wijsbegeerte - Toegepaste Taalkunde - Vertalen - Tolken. Vijf pagina's.
Onderzoeksconcepten en -terminologie
- Onderzoek gebeurt al heel lang (bv. volkstellingen), maar is niet altijd
overgeleverd
Soorten onderzoek
Beschrijvend, verklarend & toetsend
Beschrijvend onderzoek
- Doel: situatie in kaart brengen, bv. resultaten v. metingen beschrijven
- Puur beschrijvend
Verklarend onderzoek
- Doel: op zoek gaan naar verbanden en/of verklaringen
- Soort theorie/verklaring ontwikkelen
- Om te verklaren moet je eerst observeren/beschrijven
Toetsend (evaluerend) onderzoek
- Doel: theorie/hypothese toetsen
- Bij praktijkgericht onderzoek wordt bv. de effectiviteit v/e maatregel getoetst
- A.d.h.v. een stelling een onderzoek uitvoeren en de stelling toetsen
o Je komt tot de stellingen door eerst verklarend onderzoek uit te voeren
Fundamenteel/praktijkgericht
Fundamenteel onderzoek
- Onderzoek dat niet meteen economisch/maatschappelijk nut heeft
- Doel: bijdrage leveren aan wetenschappelijke kennis (intellectuele reden)
o In volgend stadium hopelijk in de praktijk nut
- Verworven kennis wordt gerelateerd aan theorieën & modellen
Praktijkgericht onderzoek
- Doel: informatie verzamelen om concrete vraag uit de praktijk te
beantwoorden of een concreet praktijkprobleem op te lossen (praktische
reden)
- Gericht op toepassing wetenschappelijke kennis
Naast deze twee kunnen persoonlijke motieven (vanuit eigen interesse,
persoonlijke connectie met onderwerp) een rol spelen bij de keuze v/e
onderzoeksthema intrinsieke motivatie
(Niet-)empirisch
- Empirie = ervaring als bron van kennis (ik heb het zelf
gevonden/geobserveerd)
Empirisch onderzoek
- Wetenschappelijke kennis moet gebaseerd zijn op observaties
(waarnemingen)
- Voorkeur: harde feiten (= feiten waarvan juistheid getoetst kan worden) (bv.
hoeveel inwoners in steden & dorpen)
- Ik heb zelf gezien dat; uit een wetenschappelijk experiment is gebleken dat
(als jij het experiment zelf hebt uitgevoerd)
o Als je het zelf verworven/geobserveerd hebt, is het empirisch
, Niet-empirisch onderzoek
- Bv. persoonlijke interpretatie v/e gedicht door literatuurwetenschapper;
filosofisch & theologisch onderzoek
- Ik geloof dat; ik heb in de vakliteratuur gelezen dat; een specialist heeft ooit
eens ergens gezegd dat; ik ben ervan overtuigd dat; uit een wetenschappelijk
experiment is gebleken dat (als het iemand anders’ experiment was)
o Als je het via iemand/iets anders verworven hebt, is het niet-empirisch
Waarnemingen/observaties
- Gebeuren met meetinstrumenten/eigen zintuigen
- Rekening houden met volgende facetten
o Aan- of afwezigheid v/d onderzoeker (in hoeverre wil ik als onderzoeker
aanwezig zijn?)
Observer’s paradox: als je wil weten hoe mensen zich spontaan
gedragen moet je ze observeren, maar als mensen weten dat ze
geobserveerd worden, gedragen ze zich automatisch niet meer
spontaan
o Wel/geen participatie v/d onderzoeker (hoe actief/zichtbaar wil ik als
onderzoeker zijn?)
Afzijdig, bv. verborgen videocamera
Participerende observatie: onderzoekers nemen deel a/d activiteiten v/d
mensen die ze onderzoeken, ze zitten zelf echt i/d activiteit;
onderzoeker = zichtbaar; bv. interactief interview doen
Kwantitatief/kwalitatief onderzoek
KWANTITATIEF KWALITATIEF
ONDERZOEKSVRAAG/ Liggen vooraf vast Flexibeler (je denkt wel
METHODE op voorhand na over je
onderwerp/vraag)
OUTPUT Getallen, percentages Observatie- of
(statistiek) gespreksverslag (wat
analyse v/d onderzoeker gedaan heeft)
resultaten gebeurt met observaties,
statistische interviews, bevindingen,
programma’s (Excel, archieven
SPSS) moeilijkheid:
patronen/structuren/rod
e draad herkennen
STEEKPROEF Groot (groot aantal Klein (dieptegang;
proefpersonen of - beperkt aantal
objecten) proefpersonen of -
objecten)
Mixed methods
- Kwantitatief & kwalitatief onderzoek combineren, ondersteunen elkaar
- Uitdagingen bij mixed methods research
o Vaardigheden: meer dan een methode goed beheersen
o Tijd & financiële middelen: meer onderzoek = meer geld & tijd, bv. personeel
betalen
o Anderen overtuigen: uitleggen wat voordeel/nut v. mixed methods is
Populatieonderzoek/steekproefonderzoek
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studywithme789. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.