Comfort
Visueel
• Gemoedstoestand die voor een persoon de tevredenheid met de visuele omgeving uitdrukt.
1) Basiselementen van visueel comfort
Fysiologishce kenmerken en psychologische effecten
I. Fysiologische aspecten
• Fotosynthese
(= het proces waarbij dat groene planten onder invloed van water en licht koostofdioxide CO² omzetten in
koolhydraten waarbij dan zuurstof vrijkomt, planten zijn dus zelfvoorzienend = autotroof)
o Geen leven zonder licht
o Groene vlakken houden minder warmte vast dan verharde oppervlakken
Door in de bebouwde omgeving meer groen te voorzien zoals planten, struiken, bomen,
groendaken, in plaats van verharde oppervlakken, zal zonnewarmte minder
geabsorbeerd worden in de verharde oppervlakken. Daardoor wordt plaatselijke
opwarming vermeden. (plaatselijke opwarming = microklimaat)
o Licht is een indicatie van ruimte en tijd
o Circadiaans ritme
= Slaap-waak ritme
Door omwenteling van de aarde rond haar eigen as ontstaat ons bioritme
• Foto biologische aspecten
o Onder invloed van licht wordt er cortisol geproduceerd in de bijnier
Concentratie is door dit hormoon op peil
Cortisol staat in voor afbraak van eiwitten waarbij glucose vrijkomt
(Glucose = suiker = energie + concentratie)
o ’s avonds = geen licht
Melatonine (slaaphormoon) wordt aangemaakt
Afhankelijk van de spectrale samenstelling, de duur van de blootstelling en de
hoeveelheid licht
o Productie vitamine D
Zorgt ervoor dat we calcium kunnen opnemen uit voedsel
Calcium zorgt voor de groei van het beendergestel
• Human Centric lightning
o Speelt in op het slaap-waak ritme adhv kunstverlichting
o Spectrale samenstelling van de lichtbron veranderd in de loop van de dag
• Gebrek aan zonlicht
o Vervorming van de ooglens
(Kinderen) worden bijziend (= myopie of bijziendheid)
o 2 uur zonlicht = 50% minder kans op bijziendheid
II. Psychologische aspecten
• Donkere (winter) dagen
o Invloed op ons gemoed
o Te kort aan daglicht voor een lange periode
= “winterblues” OF = SAD (seasonal affective disorder)
Mogelijke behandeling = lichttherapie
III. Het visueel comfort in een ruimte zegt iets over de kwaliteit van de ruimte
• Functionele eisen (voldoende verlichtingssterkte, kleurweergave, verblinding,… )
• Belevingswaarde : sfeer
1
, Fysieke kenmerken
I. Licht = energie
• Elektromagnetische straling
o Lichtgolf = elektrische + magnetische golven
o Plant zich voort onder vorm van golfbeweging, in vlakken die loodrecht op elkaar staan =>
de elektrische golven in het elektrische veld (E) en de magnetische golven in veld van
magnetische fluxdichtheid (B)
De voorplantingsrichting is de richting van het product van de vector E en B
Transversale golf
o Soort licht is afhankelijk van golflengte & frequentie
bepalen ook kleur van licht (= colorimetrie)
o Frequentie = hoe vaak iets voorkomt binnen bepaalde tijd, uitgedrukt in Herz
c=fxʎ ʎ = golflengte
f = frequentie
Snelheid van het licht : c = ± 300 000 km/s
o Stralingsenergie neemt toe met frequentie
E = (6,63 . 10-34 ) . f E = lichtenergie
6,63 . 10-34 J/s = constante van Planck
II. Licht = kleur
• Elektromagnetische spectrum
o Kosmische stralen
Kortgolvig
ʎX
o Radiogolven
Langgolvig
ʎy
• Zonnespectrum
o Zon = licht + warmte
o Zichtbaar spectrum + UV + infrarood
• Zichtbaar spectrum
o Gebied : 380 nm (violet, ʎ X ) – 780 nm (rood, ʎ X )
Zichtbaar voor menselijk oog
Zichtbaar licht omvat het deel van het elektromagnetisch spectrum dat zichtbaar is voor het menselijk oog. Dit heet
het zichtbaar spectrum. Het zichtbaar spectrum samen met het kortgolvige UV-licht (UVC, UVB en UVA) en het
langgolvige IR-licht (IR A en IR B) vormen het zonnespectrum (200nm tot 3000nm).
• Kleurenspectrum
o Isaac Newton
o = Dit ontstaat als het door glazen prisma valt – breking van het licht
o Lichtbreking = refractie, vindt plaats op grensvlak van 2 verschillende stoffen, waar een
lichtstraal schuin invalt
o Geen breking bij loodrechte inval
o Breking bij licht door transparant medium, golflengte wordt samengedrukt
Licht schijnt blauwer
Lichtsnelheid daalt
2
, • Monochromatisch licht
o Licht dat een smalle band van golflengte omvat
o Klein spectrum
o Bestaat slechts uit één kleur -> kan niet breken in regenboogkleuren
• Lichtbron heeft een continu spectrum als alle golflengtes van zichtbaar licht in het geproduceerde
licht aanwezig zijn (gloeilamp)
• Werking van het oog
o Isis wordt bepaald door de retina (=netvlies)
o Pupil, iris en retina = adaptatiemechanisme
Passen zich aan aan de afstand waarop een voorwerp zich bevindt = regeling
lichtintensiteit
o Ooglens wordt bestuurd door accomodatiespier, straal- of kringspier
o Netvlies : Lichtgevoelige receptoren:
-Staafjes (125 miljoen)
= gevoelig aan kwantiteit van het licht (onderscheiden contrast)
= werkzaam bij slechte verlichtingssituaties
-> scopotisch => 0,001 cd/m²
-Kegeltjes
= gevoelig aan kwantiteit (contrast) en kwaliteit (kleur)
= werkzaam in goede verlichtingssituaties
-> fotopisch => 3 cd/m²
= minder gevoelig dan staafjes
= 3 ≠ spectrale gevoeligheden
10% is gevoelig voor blauw = S (kortgolvig) = β
30% is gevoelig voor groen = M (middellange golven) = γ
60% is gevoelig voor rood = L (langgolvig) = ƿ
Deze 3 fotoreceptoren zorgen ervoor dat het oog kleur kan waarnemen, ze
kunnen de lichtkleuren omzetten naar de RGB waarden
o Menselijke ogen verschillen
VIE heeft een ‘standaard menselijk oog’ gedefineerd
- Spectrale gevoeligheid in fotopische situaties = grootst bij geel-groene
golflengtegebied (555 nm)
- Fotopisch = goed verlichte situatie -> 3 cd/m²
- Mesopisch = minder goed verlichte situatie -> 3 cd/m² - 0,01 cd/m²
- Scotopisch = slecht verlichte situatie -> 0,01 cd/m²
• Tristimuluswaarden
o 3 kleurentheorie: RGB
o Basisidee = 3 types ontvangers in het oog voor waarneming van kleur
RGB gevoelige kegeltjes
o Doel = kleur van het licht mathematisch omschrijven
Elke kleur kan worden samengesteld door additieve menging van 3 primaire
kleuren
Hoe = kleur kan worden omschreven door de som van de vectoren r, g en b in de
3D kleurenruimte
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kate01. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.46. You're not tied to anything after your purchase.