100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Europese instellingen HSH92A (17/20!) $8.27   Add to cart

Summary

Samenvatting Europese instellingen HSH92A (17/20!)

 11 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige Samenvatting van het deel Europese instellingen voor schakeljaar handelswetenschappen KUL van het vak Multinationals en Europese instellingen (deel van Klaas De brucker). Ik behaalde een 17/20 doormiddel van enkel deze samenvatting te studeren.

Preview 3 out of 25  pages

  • May 30, 2024
  • 25
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Multinationals en europese instellingen
Examen: 2-3 vragen over europese instellingen op 10 punten, MPS max 6 punten
1 van de 2 keuze hoofdstukken moet je grondig leren, er komt een vraag van
beide opt examen maar je mag kiezen welke je beantwoord.
Hoofdstuk 1: Historische evolutie europees integratieprocess
1. Periode voor WO2: Integratie en desintegratie
 Economisch/infrastructuur:
o Opkomst huidig europees postwezen (thurn un daxis) krijgt
staatsmonopolie van maximiliaan 1. Zo ontstaat de eerste postkoets
(1490) tussen Innsbruck-Mechelen.
o Opkomst van auto’s (voiture automobile), na de stoom-,gas en
waterstof auto’s werd de benzineauto uitgevonden door K. Benz in
Mannheim 1886. Verbeteringen aan de zware oliemotor gebeurde
door R. Diesel 1892.
 Politiek Juridisch:
o Vrede van Verdun (843): Verdeelt het Frankenrijk van Karel De
Grote conform de Salische wet. Hierdoor is er een verzwakking van
de feodaliteit (machtssysteem met een vorst) alsook is er
fragmentatie van de markten, meer autarkie (zelfvoorziening).
o Vrede van Westfalen (1648): Er is een daling van de invloed van het
“heilige roomse rijk” (de keizer) en er ontstaat langzaam een
soevereine natiestaat. Grootste ideeën: Territorialiteit en
soevereiniteit (niet inmenging). De andere godsdiensten beginnen
toegelaten te worden, zo begint een moderne ‘diplomatie’ te
ontstaan.
 Cultureel:
o Ontstaan van het frankenrijk (447), eerst Clovis en nadien rijk van
Karel De Grote: dit wordt beschouwd als een herstel van het West
Romeinse rijk en streeft naar een Europese culturele eenheid.
o Strijd tegen opkomst Ottomaanse overheersing in Zuid- en Oost-
Europa. Beleg van Jeruzalem (1099 kruisvaarten). Val van Granada
(1492), Beleg van Malta (1565) …
2. Periode kort na WO2: basis Europees integratieproces
 Verdeling van de marschall-hulp na WO2, oprichting van de OEES
(organisatie voor Europees economische samenwerking) wat
uiteindelijk het huidige OESO (organisatie voor economische
samenwerking en ontwikkeling)
 Heropleving van federalistische gedachtegoed (centrale staat, sterker
dan supra nationalisme en deelstaten met eigen bevoegdheden. De
centrale staat bestaat NIET bij de grati van de deelstaten. (Uittreding is
onmogelijk tenzij revolutie.)
o Ontstaan 3 modellen voor de Europese opbouw, waarvan één
model na verloop van tijd de overhand haalt;
 L’europe des etats (Ch. De Gaulle, 1945)
 Europa verdeeld onder supermachten (VS, USSR)
 Eenmaking of integratie van Europa: (Federalisme):
o Federalistische gedachtegoed: Charta van Herstein & Congres
van Den Haag (wat omvormt in de Raad van Europa)

,  Raad van Europa heeft weinig succes want:
 Om de veiligheid van West-Europa te waarborgen
heeft men de VS nodig.
 Dubbelzinnigheid van de Britten: Churchill was
voorstander van een federaal Europa, maar zonder
GB.
 Raad van Europa heeft wel beperkt succes:
 Europees Verdrag van de Mens (EVRM)
 Oprichting Europees Hof voor de Rechten van de
Mens te Straatsburg (bestaat nog, is het hoogste
rechtshof in Europa)
 Ook op militair vlak lukt het niet
 Europese defensiegemeenschap, verdrag van
Brussel faalt.
 NAVO , heeft wel meer succes maar omvat niet-
Europese landen.
 Oprichting EGKS door R.Schuman:
o Rede van Robert Schuman is geïnspireerd door Jean Monnet (9
mei 1950 -> feestdag van Europese werknemers voor ontstaan)
dit leidt tot de oprichting van Europese Gemeenschap voor Kolen
en Staal (EGKS) in verdrag van Parijs 1951/1952.
 Koers naar het onmiddellijke federalisme wordt verlaten
ten voordele van een tragere aanpak: stap per stap, sector
per sector (politique des petits pas)
o Doel EGKS:
 Onderbrengen van de staalindustrie van Frankrijk en
Duitsland onder één gezamenlijke ‘hoge autoriteit’
(voorloper van Europese Commissie)
 Om een hermilitarisering van Duitsland te
vermeiden
 Beginnen bij 1 sector om nadien spill-over effect
naar andere sectoren op gang te brengen.
o Leden: FR, DE, BE, NL, LU, IT
o EGKS is STERK supranationaal (bevoegdheden worden
onttrokken van lidstaten en centraal bij EGKS opgelegd), maar
wel enkel sectoraal over kolen en staal.
 Oprichting Europese economische gemeenschap (EEG) en Euratom
o Ontstaat: Verdrag van Roma (1957/58)
o Leden: FR, DE, BE, NL, LU, IT = zelfde als EGKS
o EEG verdrag is een “traité cadre” want het creëert een kader
voor wat moet gebeuren op verschillende domeinen
(vrijehandelszone, douane-unie, eenheidsmarkt), maar de
instellingen moeten deze achteraf zelf tewerkstellen. -> Veel
minder supernationaal dan EGKS
 Dubbelzinnige houding en specifieke situatie van de Britten:
o Britten gaven voorkeur aan relaties met VS en gemenebesten
dus richting een eigen alternatief op: Europese
Vrijehandelsassociatie (EVA, Verdrag van Stockholm)
 Veel minder ambitieus, enkel vrijehandelszone en niet
supranationaal

,  Toenmalige leden: GB, DK, NO, SE, AT, PT, CH
 Nu nog: IJS, NO, LI, CH (->zwitserland)
o Britten probeerden achteraf toch toe te treden bij EGKS en EEG
met EVA te verlaten want relatie met VS vertroebelde en Britse
economie ging erop achteruit.
 Eerst vindt het geen doorgang, door interne Britse
verdeling en Ch. De Gaulle.
 In 1965 proberen ze het nog is, maar weer houdt Ch. De
Gaulle het tegen.
 In 1973, na het overlijden van Ch. De Gaulle treden ze dan
toch finaal toe.
o GB verlaat EU weer op 31.01.2020 na een referendum.
3. Evolutie van de Europese gemeenschappen.
 Toetreding lidstaten: Zijn er 27 nu.
o Stichtende lidstaten: Frankrijk, Duitsland, België, Nederland,
Luxemburg, Italië.
o West-Europese landen eerder dan Oost-Europese: Groot-
Britannië, Denemarken, Ierland.
o Griekenland, Spanje en Portugal iets later wegens dictatuur.
o Oostenrijk, Finland, Zweden nog iets later wegens neutraal
statuut.
o Oost-Europese landen treden toe: Estland, Letland, Litouwen,
Polen, Tsjechië, Slovakije, Hongarije, Slovenië, Malta, Cyprus,
Roemenië, Bulgarije en finaal Kroatië.
 Zijn nog geen lid: Al de rest
 Algemene toetredingscriteria:
o Europese staat zijn = in Europa gelegen zijn
o Stabiele democratie hebben
o Goed functionerende markteconomie hebben
o Acquis communautaire (beleidsnormen van de EU aanvaarden)
o Toetreding van het betreffende land mag het functioneren en
ontwikkelen van EU niet onder druk zetten
 Verdrag van Maastricht:
o Ontstaan van de Europese Unie
o Introductie ‘Europees burgerschap’ als aanvulling op nationaal
burgerschap.
o Introductie van ‘subsidiariteitsbeginsel’:
 Overheidstaken mogen slechts door hogere overheid (EU)
worden aangenomen als lager overheid (Lidstaat) deze
niet efficiënter/effectiever kan uitvoeren
 Maar huidige corona crisis vereist vaak een meer
centrale aanpak dan dit principe suggereert.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kobeV. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.27
  • (0)
  Add to cart