100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Praktisch verbintenissenrecht $4.29
Add to cart

Summary

Samenvatting Praktisch verbintenissenrecht

5 reviews
 206 views  15 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting van het boek 'Praktisch Verbintenissenrecht' bevat de belangrijkste onderdelen van de hoofdstukken: H1, H2.1, 2.3 2.4, H3.1, 3.2, 3.4 3.5, H4.1, H5.1, 5.2, H6.1, 6.2, 6.3.3 6.4, H7.1 t/m 7.3. Als je deze samenvatting leert dan weet je, in ieder geval in grote lijnen, de bela...

[Show more]

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • H1, h2.1, 2.3 2.4, h3.1, 3.2, 3.4 3.5, h4.1, h5.1, 5.2, h6.1, 6.2, 6.3.3 6.4, h7.1 t/m 7.3
  • June 4, 2019
  • 20
  • 2018/2019
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: isisstaas • 3 year ago

review-writer-avatar

By: caraxoxoxo • 2 year ago

review-writer-avatar

By: isisberens6 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: lonnekerietveld • 5 year ago

review-writer-avatar

By: amiralhasnawy • 5 year ago

avatar-seller
Praktisch verbintenissenrecht

Hoofdstuk 1 |
§ 1.1 Verbintenissenrecht
Verbintenissenrecht persoon <-> persoon
Goederenrecht persoon <-> goed




Het recht kent 2 soorten personen:
- Natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed)
- Rechtspersonen (een rechtspersoon staat volgens de wet gelijk aan een natuurlijk persoon,
bijvoorbeeld een bedrijf, stichting of de staat en gemeente.)

Een verbintenis is een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht is om een
prestatie te leveren, terwijl de andere partij hier recht op heeft.

Schuldenaar: degene die moet presteren
Schuldeiser: degene die recht heeft op de prestatie

§1.2 Verbintenissen
Een ​rechtsfeit ​is een feit dat een rechtsgevolg heeft.
Een ​gewoon feit ​is een feit zonder rechtsgevolg.

Rechtsfeiten kunnen zelf weer onderverdeeld worden in rechtens relevante feiten en blote
rechtsfeiten.

Blote rechtsfeiten​ zijn geen handelingen, maar hebben toch een rechtsgevolg. Bijvoorbeeld:
geboorte, overlijden, meerderjarig worden.




§1.3 Rechtens relevante handelingen
Rechtens relevante handelingen kunnen verder worden opgesplitst in rechtshandelingen en feitelijke
handelingen.



1

,Feitelijke handelingen​ zijn handelingen die wel een rechtsgevolg hebben, maar daar niet op zijn
gericht.

Rechtshandelingen ​zijn handelingen die wel zijn gericht op een rechtsgevolg. Voor deze
handelingen is een zogeheten wilsuiting van de handelende persoon noodzakelijk.

Bij een rechtshandeling speelt de bedoeling, ook wel het ​oogmerk g​ enoemd, van de handelende
persoon een doorslaggevende rol. Artikel 3:33 BW zegt hierover: ‘Een rechtshandeling vereist een op
een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.’

Twee vereisten:
1. een op rechtsgevolg gerichte wil
2. een geopenbaarde verklaring

Rechtshandelingen kunnen worden onderscheiden in eenzijdige rechtshandelingen en meerzijdige
rechtshandelingen.

Bij ​eenzijdige rechtshandelingen​ wordt het rechtsgevolg tot stand gebracht door een persoon,
zonder dat de medewerking van een andere persoon nodig is. Er is sprake van een wilsuiting van een
persoon, gericht op een bepaald rechtspersoon. Bijvoorbeeld het opstellen van een testament.

Voor een ​meerzijdige rechtshandelingen​ is het noodzakelijk dat twee personen een bepaald
rechtsgevolg tot stand willen brengen. Hiervoor zijn de wilsuitingen van beide partijen vereist. Deze
wilsuitingen moeten gericht zijn op hetzelfde rechtsgevolg. Bijvoorbeeld het afsluiten van de
huurovereenkomst.

Eenzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in persoonsgerichte en
niet-persoonsgerichte eenzijdige rechtshandelingen.

Persoonsgerichte rechtshandelingen​ worden verricht door een van beide partijen en zijn gericht tot
de andere partij. Bijvoorbeeld het opzeggen van een huurovereenkomst. Deze rechtshandeling is
gericht tot een specifieke persoon. De persoon kan de huur niet bij een andere persoon dan de
verhuurder opzeggen, daarom is er sprake van een persoonsgerichte eenzijdige rechtshandeling.

Een​ niet-persoonsgerichte rechtshandeling ​wordt ook wel een ongerichte rechtshandeling
genoemd. Dit is een handeling die eveneens door één partij wordt verricht, maar die niet tot een
specifieke persoon is gericht. Bijvoorbeeld wanneer iemand aangifte doet van de geboorte van zijn
dochter bij de burgerlijke stand. Het maakt in dit geval niet uit bij welke ambtenaar de
geboorteaangifte wordt verwerk dus er is niet sprake can een tot een specifiek persoon waaraan het
gericht moet zijn.

Samenvattend: een persoonsgerichte rechtshandeling is gericht tot een bepaalde persoon; bij een
niet-persoonsgerichte rechtshandeling is het niet van belang tot wie de handeling is gericht.

§1.4 Meerzijdige rechtshandelingen
Verbintenisscheppende overeenkomsten/obligatoire overeenkomsten → zijn in de wet geregeld en
vloeien voort uit de wilsverklaringen van partijen. Bestaande uit:
- Eenzijdige overeenkomsten → schept slechts een verplichting voor één partij
- Meerzijdige overeenkomsten → beide partijen hebben een verplichting




2

, Bij een meerzijdige rechtshandeling hebben beide partijen verplichtingen jegens elkaar. Dit type
overeenkomst wordt ook wel een wederkerige overeenkomst genoemd. Met wederkerig wordt
bedoeld dat de ene partij een verplichting nakomt ‘in ruil voor’ de verplichting van de andere partij →
art. 6:261 lid 1 BW.
Een overeenkomst moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Het moet een meerzijdige rechtshandeling zijn
- Een of meer partijen gaan jegens de ander een verbintenis aan

Hoofdstuk 2 | Rechtshandelingen en overeenkomsten

§2.1 Rechtshandelingen
Om een aanbod tot stand te brengen moet de handelende persoon:
● Handelingsbekwaam ​zijn. Art. 3:32 lid 1 BW: ‘Ieder natuurlijke persoon is bekwaam tot het
verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt.’
Handelingsonbekwaam:
- Minderjarigen, bij ontbreken van ouderlijke toestemming op grond van art. 1:234 BW.
- Een meerderjarige die onder curatele is gesteld door de rechter, op grond van art.
1:378 BW. Hij of zij mag alleen rechtshandelingen verrichten onder toezicht van een
curator, volgens art. 1:381.

● In het goederenrecht is het van belang dat iemand de ​beschikkingsbevoegdheid ​heeft over
een zaak op het moment dat hij deze overdraagt. Iemand met beschikkingsbevoegdheid mag
zijn zaak schenken of verkopen, ook wel het recht om te vervreemden. Is dit niet het geval
dan kan er in beginsel geen overdraging plaatsvinden.

● Ook is een ​wilsverklaring ​van de handelende persoon noodzakelijk. Art. 3:33 BW, ‘een op een
rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard’. Er moet worden
voldaan aan de volgende eisen:
- Zijn wil is gericht op een bepaald rechtsgevolg
- Hij openbaart zijn wil door een verklaring

De verklaring kan zowel mondeling als schriftelijk worden gedaan en is vormvrij (art. 3:37 lid 1 BW).
Uit lid 3 blijkt dat een wilsverklaring pas effect heeft als deze de ander heeft bereikt. Een op zichzelf
staande verklaring heeft dus geen werking. Indien de wilsverklaring de persoon tot wie zij is gericht
niet tijdig bereikt door toedoen van die persoon dan heeft die persoon wel werking. De verklaring kan
volgens art. 3:37 lid 5 worden ingetrokken tot het moment dat deze de betreffende persoon bereikt
heeft.

● Het liefst geen ​geestelijke stoornis​ hebben. Een persoon die tijdelijk of blijvend aan een
geestelijke stoornis lijdt, kan in beginsel gewoon een verklaring doen. Volgens artikel 3:34 lid
1 BW kan in bepaalde gevallen een verklaring met overeenstemmende wil van een geestelijk
gestoorde ontbreken. Er is dan geen rechtshandeling. De wil ontbreekt in het geval dat
stoornis de persoon belemmerd in zijn redelijke waardering van zijn eigen belangen.
Ook als er toch een rechtshandeling tot stand komt, is deze niet onaantastbaar. De
rechtshandeling kan nog ongedaan worden gemaakt.

● Vertrouwensbeginsel​.
Iemand kan een verklaring doen waarbij de wil door de andere persoon anders wordt afgeleid
dan bedoeld. Dan kan er gekeken worden naar het vertrouwensbeginsel (3:35 BW). Dit
beginsel houdt in dat wanneer iemand een verklaring doet waaraan een ander ee bepaalde
betekenis geeft, die hij daar redelijkerwijs aan mag geven, dan kan de handelende persoon



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller t2000. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.29  15x  sold
  • (5)
Add to cart
Added