In dit document staan alle leerdoelen die je moet kennen voor Kennistoets 4. De leerdoelen zijn per week en per onderdeel beschreven en uitgewerkt.
Ook staat er nog extra informatie in over sommige onderwerpen, die nog meer verduidelijking nodig hadden na inzage van de toets.
KT4 Preventie en zelfmanagement
Themaweek: Zelfmanagement en ervaringskennis, wat doet de
Verpleegkundige?
A. HC Zelfmanagement.
1. De student kan aangeven wat het belang is van
zelfmanagement voor de patiënt en voor goede kwaliteit van zorg
en leven.
Zelfmanagement kan leiden tot:
Betere kwaliteit van leven.
Minder lichamelijke klachten, zoals pijn en vermoeidheid.
Positieve effecten pp angst en depressieve gevoelens.
Minder zorggebruik.
Zelfmanagement is nodig om de zorgvraag de komende jaren aan te
kunnen.
2. De student weet wat zelfmanagement betekent voor de patiënt.
‘Zelfmanagement is de mogelijkheid van het individu om de symptomen,
behandeling, fysieke en psychosociale consequenties, en de
veranderingen in levensstijl die inherent zijn aan het leven met een
chronische aandoening, te managen’.
Bij grote zelfmanagement heeft de patiënt minder hulp nodig van andere
en kan de patiënt goed omgaan met zijn/haar chronische aandoening.
3. De student weet wat zelfmanagement vraagt van de
verpleegkundige in de praktijk.
De rol van de verpleegkundige is:
Het aanleren van zelfmanagementvaardigheden.
Educatie over de aandoening geven.
Ondersteuning bieden bij medicatiemanagement.
Stimuleren van symptoommonitoring.
Ondersteuning bieden bij besliskunde.
Relatie met zorgverlener.
Hulp bij actie plannen (zorgplan).
Hulp bij problemen oplossen.
Verandering in leefstijl.
Het realiseren van goed zelfmanagement is een continu proces:
Het begint bij het aanleren van kennis en
zelfmanagementvaardigheden (voorwaarden hierbij zijn: motivatie
en de juiste omstandigheden).
Daarna ligt de focus op vertrouwen krijgen in eigen kunnen.
Om vervolgens gedrag te kunnen veranderen.
B. Onderzoekend vermogen.
1. De student weet hoe hij een interview moet voorbereiden met
behulp van een interview guide.
Een interview guide is de leidraad bij het interview. Dit bestaat uit:
, Wederzijdse kennismaking.
Introductie van jezelf, het onderzoek en het doel van het onderzoek.
Informatie over gegevensverwerking: licht toe dat je de gegevens
anoniem en vertrouwelijk verwerkt.
Wat als de respondent wil stoppen.
Lengte van het interview.
Vertel dat je het gesprek opneemt en waarom.
Wat jij verder nodig vindt om te vertellen.
2. De student kan verschillende interviewtechnieken
onderscheiden en toepassen tijdens een (semi-)gestructureerd
interview met een individuele zorgvrager.
Er zijn verschillende manieren om interviews af te nemen. Zo kennen we
(geheel) open interviews, semigestructureerde interviews en
gestructureerde interviews.
3. De student kent de eerste stappen van de data-analyse in
kwalitatief onderzoek: transcriberen, memberchecking,
fragmenteren en coderen.
Transcriberen = een uitgebreide samenvatting van het interview maken
(letterlijk uittypen van het interview).
Memberchecking = het transcript en/of samenvatting opsturen naar de
respondent, zodat hij/zij het kan checken.
Fragment = een klein relevant deel van je interview dat je in één
begrip/trefwoord kunt vatten.
Code = omschrijving van het fragment in één begrip of trefwoord (of een
paar woorden).
C. Verpleegkundig leiderschap.
1. De student heeft kennis van de 11 beïnvloedingstactieken van
Yukl.
Tactiek Beschrijving
Rationeel Gebruik logische argumenten en feiten om aan te geven dat een
overtuigen verzoek of voorstel uitvoerbaar is en van belang is om gestelde
doelen te halen
Inspireren Inspelen op de waarden en idealen van een persoon of
enthousiasme opwekken om steun voor een verzoek of voorstel
te verkrijgen
Consulteren Vragen om suggesties voor verbetering of een persoon vragen
te helpen met het plannen van een activiteit of verandering die
hij of zij moet steunen of uitvoeren
Steun aanbieden Aanbieden van relevante ondersteuning als de persoon een
verzoek wil uitvoeren of instemt met een voorgestelde
verwachting
Voordeel tonen Uitleggen hoe het uitvoeren van een verzoek of het steunen van
een voorstel een persoon voordeel oplevert of kan helpen in zijn
of haar carrière
Gunstige sfeer Complimenteren en vleien om een person een verzoek uit te
creëren laten voeren of een voorstel te laten doen
,Persoonlijk Vragen om als vriendendienst een verzoek uit te voeren of een
beroep doen voorstel te steunen, of een persoonlijke gunst vragen alvorens te
zeggen waar het om gaat
Onderhandelen Aanbieden van iets wat een persoon wil of aanbieden later iets
terug te doen als hij of zij instemt met een verzoek
Coalitie sluiten Wijzen op steun van anderen of anderen inzetten om een
persoon iets te laten doen
Legitimeren Wijzen op de legitimiteit van een verzoek of aantonen dat het
gerechtvaardigd is om het verzoek uit te voeren
Druk uitoefenen Eisen stellen, herhaaldelijk controleren en op indringende wijze
duidelijk maken dat een persoon een voorstel of taak moet
uitvoeren
Week 2: Casus 1 deel 1 - Noor
A. CGO.
1. De student legt uit wat zelfmanagement is en is in staat zich
aan te passen aan de mate van regie van de zorgvrager.
‘Zelfmanagement is de mogelijkheid van het individu om de symptomen,
behandeling, fysieke en psychosociale consequenties, en de
veranderingen in levensstijl die inherent zijn aan het leven met een
chronische aandoening, te managen’.
2. De student kan uitleggen van de ICF is.
De International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF) is
een classificatie voor het beschrijven van het functioneren van mensen
inclusief factoren die op dat functioneren van invloed zijn. De ICF beschrijft
hoe mensen omgaan met hun gezondheidstoestand. Iemands gezondheid
is met behulp van de ICF te karakteriseren in lichaamsfuncties en
anatomische eigenschappen, activiteiten en participatie. Gezondheid is
dus te beschrijven vanuit lichamelijk, individueel en maatschappelijk
perspectief.
3. De student kan uitleggen wat de ‘Gezonde school-aanpak’
inhoudt.
, De Gezonde School-aanpak: dit is een werkwijze voor scholen om
structureel te werken aan gezondheid.
Gezonde School-activiteiten: concrete lesprogramma’s en/of
projecten die je kunt inzetten op school.
Gezonde School-activiteiten kunnen leiden tot een gezondere
leefstijl van leerlingen. En een gezonde leefstijl hangt weer samen
met betere schoolprestaties.
B. VTV.
1. De student kan indicaties benoemen voor perifere
bloedafname.
Er wordt bloed afgenomen voor bloedonderzoek. Bij een bloedonderzoek
kan er gekeken worden naar de verschillende waarden, zoals de
nierfunctie of hoeveelheid ijzer in het bloed.
2. De student kan contra-indicaties benoemen voor perifere
bloedafname.
Een extremiteit met:
Een parese.
Aan de zijde van een mastectomie is verricht en waarbij de
okselklieren verwijderd zijn.
Symptomen van trombose.
Symptomen van plaatselijke ontsteking of andere huidlaesies.
AV-shunt.
Waar het infuus is aangesloten.
3. De student kent de mogelijke complicaties en nodige
handelingen/interventies bij perifere bloedafname.
In sommige gevallen kan er een pijnlijke, blauwe plek (hematoom)
ontstaan. Patiënten kunnen licht in het hoofd worden en hebben soms de
neiging om flauw te vallen (dit is vaak bij grotere hoeveelheden bloed
afnemen en niet bij het afnemen van een bloedkweek).
4. De student kan toelichten welke plaatsen geschikt zijn voor
perifere bloedafname.
Kies bij voorkeur een oppervlakkige ader op de onderarm of in de
elleboog. De bloedvaten op de hand zijn beweeglijker en kwetsbaarder
dan de vaten op de onderarm.
5. De student kan aandachts- en kritieke punten bij perifere
bloedafname benoemen en verduidelijken.
Neem voorzorgsmaatregelen wanneer de cliënt cytostatica heeft
gebruikt. De excreta kunnen besmet zijn.
Stuw bij voorkeur niet langer dan 1 minuut. Geef de arm minimaal 2
minuten rust voordat je eventueel opnieuw stuwt.
Als de patiënt orale antistollingsmiddelen gebruikt, moet de
punctieplaats 1 tot 2 minuten na de bloedafname afgedrukt worden.
Bij deze patiëntencategorie stolt het bloed namelijk minder snel.
Let op patiënten met aandoeningen die via het bloed kunnen worden
overgedragen, zoals hiv en hepatitis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amandepruijs2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.26. You're not tied to anything after your purchase.