100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle stof kennisclips PPH Theorie - cijfer: 8,5! $9.74   Add to cart

Summary

Samenvatting Alle stof kennisclips PPH Theorie - cijfer: 8,5!

 9 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Alle kennisclips van week 1 t/m week 7 zijn uitgewerkt. Onderaan staan ook een aantal voorbeeldcasussen met vragen die mogelijk op het tentamen gesteld kunnen worden!

Preview 3 out of 21  pages

  • May 30, 2024
  • 21
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
PPH Theorie samenvatting
Week 1 – Kennisclips
Waar werken orthopedagogen?
 Jeugdhulp
 Onderwijs
 Langdurige zorg
 GGZ 18+
 Overig (ouderenzorg onder andere)
 Zowel in loondienst, als zelfstandig ondernemingen

Orthopedagoog is daar aan het werk waar er stagnatie is in de opvoedsituatie waardoor de
ontwikkeling van het kind of kwaliteit van leven wordt bedreigd; het subject van een orthopedagoog is
de Problematische Opvoedsituatie (Ter Horst)

Orthopedagogen in elk werkveld geven hun orthopedagogisch handelen vorm volgens 3
kernconcepten;
 Dialogisch
- Praktijken van hulpverlening vindt altijd plaats in een dialoog (je moet met verschillende
takken rondom het kind praten om een volledig beeld van het kind te krijgen)
 Systeemgericht
- Niet elk richten op het individu, maar hoe hangen de problemen samen met alle systemen
rondom. Als orthopedagoog ben je dan ook een systeem
 Veranderingsgericht
- Het geven van een diagnose is niet voldoende er moet ook verandering plaatsvinden in het
leven van het kind

Reflecteren is het vermogen om gestructureerd terug te blikken teneinde conclusie te trekken voor
toekomstig handelen
 Belangrijk om zelf een oordeel te kunnen vellen (ook aan literatuur)
- Normatieve professionaliteit; reflectie op je eigen professioneel handelen
 Reflecteren om vooronderstellingen bewust te maken, academische vorming ontstaan,
professionele houding
 Reflecteren op het moment dat je verwachting niet uitkomt, als je keuze moet maken, als je
het eigen handelen wilt onderzoeken

Evalueren richt zich op de taak; de taak staat centraal en het eindresultaat (product) wordt beoordeeld
evenals het proces dat hiertoe leidt
Reflecteren richt zich op de persoon en gedrag; de persoon met zijn handelen, denken en voelen staat
centraal. Deze worden niet beoordeeld, maar onderzocht

Hoe reflecteer je?
1. Beschrijf de situatie en jouw gedrag
2. Beschrijf je gedachten (welk doel had je?)
3. Beschrijf je gevoelens (wat voelde je bij je gedrag?)
4. Doel gehaald? Zo ja, wat ging goed? Zo nee, wat kan beter?
5. Wat betekent dit voor je toekomst?

,Week 2 – Kennisclips
Pedagogische invalshoeken kijken naar
 Tekorten
- Pedagogisch tekort of stoornisperspectief
 Stoornis in opvoedbaarheid kind
 Kind kenmerk “moeilijk opvoedbaar kind”
 Biologisch of psychisch defect
 Psychopathologische invalshoek
 Behoeftes/vraag
- Pedagogisch vraagstellingsperspectief
 Een vraagstelling is het leggen van een hoofdaccent om specifiek op te voeden
(bepaalde typen kinderen hebben bepaalde typen leefklimaten nodig)
 3 soorten; angst (bevrijding), aandachttekort (structuur), gedragsproblemen (affectie)
1. Klimaat (ruimte); leefklimaat inrichten
2. Situaties (dagelijkse gebeurtenissen)
3. Relaties (houding opvoeder in de relatie)
 Omgevings-deficit
- Pedagogisch omgevingsperspectief
 Wat gaat er mis in de opvoedomgeving? (vooral in ambulante omgeving)
 Gericht op empowerment; versterken positieve krachten in context, teneinde zelf
oplossingen te ontwikkelen
 Pedagogische vaardigheidstekorten van ouders (opvoedcursussen)
1. Veiligheid en structuur bieden
2. Monitoren en toezicht houden
3. Signaleren en versterken van positief gedrag
 Geringe effecten, omdat er trucjes worden aangeleerd, maar die worden niet aangepast
naar het individu (fit tussen kenmerken persoon en opvoeding van het kind met
kenmerken)
 FFT/IPT, MST, STADSSCHOLEN020
 Afwijking van de norm
- Pedagogische normeringsperspectief (heropvoeden)
 Ambulant; bijvoorbeeld taakstraffen
 Residentieel; Jeugdzorg (plus) of JJI
 Positieve beïnvloeding van peer culture

Systeemtheoretische benaderingen, maakt onderscheid tussen (gezins-)systeembenadering en de
systeembenadering (sociaalecologisch)
Belang van het systeembenadering is kijken naar belang tussen alle interacties binnen het systeem, niet
naar individuen of losse componenten als geheel

Basisprincipes systeembenadering
 Circulariteit
- Iets wordt veroorzaakt dat leidt tot het oorzaken van het volgende en zo een cyclus
 Coalities
- Er zijn subsystemen te onderscheiden, maar hierin zijn grenzen en hiërarchieën
 Kluwen & los zand
- Glijdend evenwicht tussen autonomie en verbondenheid
- Los zand (teveel autonomie)
 Grote distantie, weinig uitwisseling van gevoelens, weinig emotioneel contact, grote
onafhankelijkheid
- Teveel verbondenheid (kluwen)
 Grote verwevenheid, grote afhankelijke, emotionele over-betrokkenheid, nauwelijks
invloed van de buitenwereld

Sociaalecologische benaderingen

, 1. Het sociaalecologische systeemmodel Bronfenbrenner
- Elk individu is onderdeel van een microsysteem; geheel van wederkerige relaties van het
kind met zijn directe omgeving in een bepaalde setting (gezin, school, club, vrienden)
- Mesosysteem; beïnvloeding van de verschillende microsystemen onderling. Verandering
in het ene systeem heeft invloed op een ander systeem
- Exosysteem; maken deel uit van andere maatschappelijke systemen waar kind geen deel
van uitmaakt, maar wel van invloed zijn op ontwikkeling via micro- en mesosystemen
(werk ouders, buurt, SES, etniciteit)
- Macrosysteem; overkoepelende institutionele en culturele patronen waarop micro-meso-
exosystemen zijn gebaseerd (rechtssysteem, politiek, normen/waarden)
2. Interactiemodellen
 Het transactioneel ontwikkelingsmodel
- Circulaire causaliteit
 Het (meervoudig) risicomodel
- Risicofactoren; identificatie op basis van empirisch onderzoek. Statistisch grotere kans op
probleem (verhoogd risico). Breng je in kaart met een balansmodel
- Protectieve factoren; neutraliserend, verminderend van risico. Staan in verband met
risicofactoren, maar zijn niet per se elkaars tegenpolen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller astudentVU. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75057 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.74  1x  sold
  • (0)
  Add to cart