100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Neurobiologie - Deeltentamen 1 $5.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Neurobiologie - Deeltentamen 1

2 reviews
 249 views  18 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een uitgebreide en duidelijke samenvatting van de hoorcolleges en het boek voor het eerste deeltentamen voor het vak Neurobiologie. Deze samenvatting bevat passende plaatjes om de stof te verduidelijken. Verder wordt er handig gebruik gemaakt van verschillende kleuren: Blauw voor nieuwe termen; Or...

[Show more]
Last document update: 5 year ago

Preview 2 out of 59  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1-7
  • June 5, 2019
  • June 5, 2019
  • 59
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: nielsvanveen1 • 3 year ago

review-writer-avatar

By: PAVV • 4 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1 – De bestudering van het zenuwstelsel

Hoorcollege 1 & Boek aanvullingen

Het ASMP-gen = een gen dat specifiek werkt in het zenuwstelsel en betrokken is bij het maken van een
eiwit dat microtubuli vervoert. Als je een mutatie in dit gen hebt ontstaat er een ontwikkelingsstoornis:
microcephaly (hoofd en brein groeien niet, waardoor er een verminderde hersenfunctie is). Door een
mutatie in dit eiwit kunnen de cellen niet op de juiste plek in het brein terechtkomen.

Vormen van hersenaandoeningen:
• Neurodegeneratie: het brein is goed ontwikkeld, maar na verloop van tijd degenereert het.
o Bv. Alzheimer, Parkinson, Huntington.
• Mentale retardatie
o Bv. depressie, epilepsie, autisme, etc.

Omgevingsfactoren kunnen ook een bijdrage leveren het ontwikkelen van hersenaandoeningen (alcohol,
drugs).

Genetische modelorganismen die worden gebruikt in de neurobiologie:
• (Mens), muis, zebravis, fruitvlieg, nematode (C. elegans).
• Voorkeurproefdier: muis, want qua hersenstructuur lijkt het erg op de mens. En je kan in een
muis makkelijk knock-out of knock-in genen maken.
• Fruitvlieg en nematode: gebruiken voor genetische screens. Je kan hiermee achterhalen welke
eiwitten zijn aangedaan.
• Alle modelorganismen (behalve de mens) kan je genetisch manipuleren.

Andere modelorganismen die worden gebruikt (minder vaak):
• Kat (visueel); vogels (zang-spraak); kip (ontwikkeling); inktvis (elektrofysiologie); goudvis
(retina); bij (gedrag).

2 grondleggers neurobiologie:
1. Golgi – reticulaire theorie = alle zenuwcellen staan met elkaar in fysieke verbinding (niet waar).
2. Cajal – neuron doctrine = het zijn losse cellen die met elkaar communiceren, er is geen fysieke
verbinding.
o Neuronen zijn discrete cellen, niet 1 continuüm.
o Neuronen communiceren met elkaar via gespecialiseerde contacten (synapsen).
o Informatie gaat door het neuron in een bepaalde richting: van dendrieten naar het soma
(cellichaam) naar de axon.

Tussen sommige neuronen zijn er wel gap junctions. Deze zorgen voor cytoplasmatische continuïteit en
het maakt directe uitwisseling van elektrische en chemische signalen mogelijk.

Er zijn 2 soorten cellen in het zenuwstelsel:
1. Neuronen (zenuwcellen)
o Kunnen elektrische signalen over lange afstanden geleiden;
o Werken d.m.v. elektrische actiepotentialen zonder verlies van signaalsterkte;
o Computatie.

2. Gliacellen (ter ondersteuning)
o Structurele en metabole steun;
o Creëren een myelineschede om axonen (oligodendrocyten/Schwann cellen);
o Bijdrage aan immuunrespons (microgliacellen);
o Ondersteunt signalerende functie van neuronen (astrocyten);
o Hebben verschillende functies in de ontwikkeling van een volwassen zenuwstelsel;
o Bijdrage aan het herstel van schade aan het zenuwstelsel: gliacellen werken als
stamcellen in sommige hersengebieden. Hier kunnen ze de groei van beschadigde
neuronen stimuleren. Of: ze voorkomen regeneratie van neuronen op plekken waar
ongecontroleerde groei kan plaatsvinden.



1

, Gliacellen: zijn niet betrokken bij directe synaptische transmissie/elektrische signalering, maar wel
betrokken bij het onderhouden van signaleringsvermogen van neuronen.

3 soorten gliacellen:
1. Astrocyten (CNS): behouden van chemisch milieu voor neuronale signalering. Astrocyten zijn
nodig voor het maken van nieuwe synaptische connecties.
2. Oligodendrocyten (CNS): produceren myeline om axonen. In periferie doen Schwann cellen dit.
3. Microgliacellen: ruimen puin op bij beschadigde plekken en kunnen lokale ontstekingen
moduleren. Als er schade is neemt de hoeveelheid microgliacellen lokaal toe.

Gliastamcellen: kunnen prolifereren en nieuwe gliacellen/neuronen genereren.
• SVZ astrocyten (liggen bij ventrikels): maken nieuwe stamcellen, neuronen, rijpe astrocyten en
oligodendrocyten.
o SVZ = subventriculaire zone.
• Oligodendrocyten precursors: maken rijpe oligodendrocyten en astrocyten (ligt verspreid in
witte stof).

Neuronen: het signaal gaat van dendrieten à soma à axon.
Convergentie = hoeveelheid input naar 1 neuron.
Divergentie = hoeveelheid output van 1 neuron.
Pre-synaptisch = axonuiteinde; post-synaptische = doelmembraan met receptoren.
Tussen pre- en post-synaps bevindt zich de synaptische spleet.

Neuropil = gebied waar verbindingen worden gemaakt tussen dendrieten, axonen, synapsen. Dit is de stof
tussen de neuronen in. Ook het ECM (extracellulair materiaal) hoort hierbij. Op deze plek vindt de meeste
connectiviteit plaats.

Visualisatie van neuronen door:
• Golgi kleuring:
o Gebruikt: zilver
o Kleurt: neuronen
o Inzicht in: individuele zenuwcellen (morfologie) en hun processen

• Brainbow mouse:
o Gebruikt: GFP/RFP/CRP (3 verschillende kleuren)
o Kleurt: verschillende delen
o Inzicht in: connecties in het brein

• Kleurstofinjectie:
o Gebruikt: fluorescente verf
o Kleurt: specifieke neuronen en hun axonen/dendrieten
o Inzicht in: 1 specifiek neuron en zijn processen

• Nissl kleuring:
o Gebruikt: paars/blauwe kleurstof
o Kleurt: ruw ER en cellichaam
o Inzicht in: gelaagdheid van een bepaald deel van het brein

• Genetische methoden:
o Gebruikt: genen voor fluorescente eiwitten
o Kleurt: hele cel
o Inzicht in: processen van cel

• Antilichamen:
o Gebruikt: antilichamen
o Kleurt: specifieke neuronale en gliale componenten
o Inzicht in: morfologie




2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller et98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43  18x  sold
  • (2)
  Add to cart