19 pagina's uitgewerkte examenvragen financieel beheer van de voorbije jaren. Ook alle examenvragen van het examen in eerste zittijd academiejaar . Heel wat vragen van de voorbije jaren kwamen terug op het examen.
Examenvragen Financieel beheer
Onderstaand document geeft een gedetailleerde uitwerking van de examenvragen van de
voorbije jaren per hoofdstuk. Ook de examenvragen van het examen 2019 werden
gereproduceerd. Vragen van de voorbije jaren kwamen ook aanbod in het examen 2019.
1
,Verklaar:
Hoofdstuk Inleiding en basiskennis balans & RR
verschil financieel vast financieel vaste activa =
activa en geldbeleggingen - vast actief = middelen zijn duurzaam opgesloten
- financieel vast actief = duurzame band met een andere
onderneming. (komt in de zorgsector niet zo snel voor)
- (niet met oog om winst te maken maar om samen te werken/
zorg te verbeteren.)
- onder fin vaste activa horen:
- deelnemingen en aandelen in dochterondern.
- financiële vorderingen op dochterondern.
- duurzaam betaalde waarborgen in contanten
- door duurzaam karakter geen afschrijvingen
- als waarde wijzigt ⇒ herwaardering (verplicht om te
boeken bij stijging, mag bij daling)
geldbeleggingen = (vlottende activa) = sneller omzetbaar in geld
- met als doel meer geld te creeren
- vb: risicovrije beleggingen zoals staatsobligaties
- doel: financiële rendement genereren
- waardewijzigingen mogen niet geboekt worden
Leg aan de hand van twee Immateriële vaste activa zijn de niet tastbare of grijpbare activa
vb uit wat immaterieel vaste waarover een onderneming beschikkingsmacht heeft. Voorbeelden
activa zijn. hiervan zijn: computersoftware, patenten, …
Het zijn geactiveerde kosten met betrekking tot: (HB pg 91)
vb 1: onderzoek en ontwikkeling
vb 2: knowhow (toepassingssoftware)
vb 3: recht om bedden uit te baten door ‘aankoop van bedden’.
(licentie)
(ofwel ten laste nemen van het resultaat ofwel activeren en
afschrijven 33%)
Hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening
Acid test = quick ratio.
- bij liquiditeit
- (vorderingen tot 1 jaar + geldbeleggingen + liquide
middelen) / (schulden tot 1 jaar)
- KT middelen ⇔ KT schuld
- goede indicator liquiditeit v. ZH
- = een kengetal om de financiële toestand en specifiek
de liquiditeit van een bedrijf te meten. Geeft de mate
aan waarin de verschaffers van het kort VV uit de
vlottende activa kunnen worden betaald. (voorraden
niet meegerekend)
- norm >1
2
, solvabiliteit (en Acid test) Solvabiliteit is een financieel kengetal dat de verhouding aangeeft
tussen het vreemd vermogen en het eigen vermogen op de balans
meet de mate waarin een organisatie schulden aangaat en wat de
draagkracht is om aan de verplichtingen die daaruit voortvloeien op
lange termijn te voldoen.
Solvabiliteit is de mate waarin je aan je LT-verplichtingen kan
voldoen.Dit wordt berekend door twee zaken:
- financiële onafhankelijkheid: EV/TV x 100
- de algemene schuldengraad:: VV/EV x 100
25 % absolute minimum
33 % kritisch
40-50 % goed
Vgl:
Acid = KT is → Makkelijker bij te sturen: leveranciers sneller laten
betalen, geldbeleggingen om te zetten...
solvabiliteit LT? → Niet gemakkelijk bijsturen, duurzame
aanpassingen nodig, zorgt ook voor minder schommelingen in de
solvabiliteit van een bedrijf.
Extra… → momenteel is de kapitaalsubsidie afgeschaft (vipa), dit
was 20% van het eigen vermogen. Dus ziekenhuizen moeten meer
lenen en de solvabiliteit zal/is aan het dalen. Nieuwe norm zonder
kapitaal subsidies is 30%
Solvabiliteit geeft de verhouding weer tussen het vreemd vermogen
en het eigen vermogen op de balans. De solvabiliteit geeft een
overzicht van de financiering van de instelling op lange termijn. Dit
kan gemeten worden door de financiële onafhankelijkheid (EV / TV x
100) en de algemene schuldgraad (VV / EV x 100). In een for profit
sector moet dit minstens 40% zijn. In de ziekenhuizen ligt de norm
lager, namelijk op 33% (bij publieke ZH zelfs 20% omdat ze geen
middelen hebben bij de oprichting).
Hoofdstuk Financieel beheer in een wzc
geen begrippen
Hoofdstuk MAHA
geen begrippen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentMBG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.62. You're not tied to anything after your purchase.