De belangrijkste begrippen en rijtjes overzichtelijk op een rij. Vooral bij dit vak is dit gewoon de kern. Uitleg van de begrippen is super belangrijk om te kunnen voordat een vraag op het tentamen kan worden gemaakt. Ook leert het overzichtelijker dan een lap tekst. Voor overhoringen ook enorm ges...
Begrippen:
Week 8:
Actief burgerschap = taal en gewoonten leren, het opbouwen van een eigen bestaan
Remigratiewet = Wet voor uitzichtloze die niet kunnen aarden en terug willen keren
naar land van oorsprong
Virtualisering van burgerschap = tegenover actualisering, je zou het kunnen behalen.
Dus bijna virteus = deugd, niet iedereen zal het behalen kritiek burgerschapsnota:
te ideaal, dus niet voor iedereen haalbaar met deze eisen, beleidsnota is
burgerschap praktisch onhaalbaar gehaald (vroeger was burgerschap puur formeel
en hoefde men en niets voor te doen)
Paternalistische samenleving = vaderland bepaald, nationalistische samenleving,
bepalend en regulerend (zo hoor je in Nederland te leven), opheffing privaat/publiek
differentiatie, parallel met veiligheidsstaat.
Formeel burgerschap = juridisch burgerschap, Nederlands juridische status dan
gewoon burger, paspoort burger. Maar wel normatieve invulling van wat een goede
burger is, moet zijn en moet doen opgenomen in wetten. Is gecodificeerd je volgt
de wet
Moreel burgerschap = als je voldoet aan het lijstje kenmerken burgerschap, actief
burgerschap, normatieve invulling wat een burger is door beleidsmakers, staat niet in
de wet(respect voor je buurt). Niet meer duidelijk wanneer je burger bent: diffuus
Integratie = burgerschap
Culturistische fase = wanneer cultuur gezien wordt als oorzaak van problemen
De moderne staat = samenleving met differentiatie
Burger = inwoner van een burcht, in zin stad of ommuurde nederzetting. Stad is city
en dat komt van civilisatie. Burger genoot bescherming maar daar moest burger ook
zelf aan bijdragen. Heeft een sociale en juridische status. Persoon in specifieke rol.
Sociale cohesie = het goed samenleven van verschillende groepen, de eigendom
waardoor iedereen in samenleving verbonden worden bij gedrag etc. die door
consensus bepaald worden
Burgerschapsvorming (de lijm) = bijbrengen van deugden die horen bij liberaal
democratische samenleving
Ethnocentrisme = centraal stellen eigen cultuur en van daaruit oordelen, maar Merry
vraagt zich af of de grootste groep niet ook etnocentrisch is. En waar is het bewijs
dat segregatie hiertoe leidt? Niet
Deliberation = verschillende standpunten kunnen afwegen in discussie. Merry: zo’n
situatie bestaat helemaal niet, alleen maar beter dat ze zich in kleine groep hun
mening hebben, en zo in grotere groep ook mening heeft dan dat hij als individu zou
hebben.
, Stratification = Verschil individuen in mate waarin zij toegang hebben tot bepaalde
middelen. Merry: als dat zo zou zijn, rijke mensen zijn niet per se betere burgers dan
armere mensen dus zou niets met burgerschapsdeugden te maken hebben.
Stratificatie niet door segregatie en opgelost door integratie. Het komt niet met je
portemonnee mee.
Week 9:
Codes = klasse bepaald positie in communicatie, ideologie reguleert de mode van
relatie
ORF = produceert officiële pedagogische discourse
PRF = creëert niet officiële pedagogische discourse
Pedagogisch device = informatie omzetten in leerstof. Geschiedenis en
geschiedenisboeken, andere discourses invloed om maken leerboeken.
Relatieve autonomie = een vorm van autonomie die vrij is om keuzes te maken
binnen de banden waarin ze bestaan. Vanuit Marxisme kennen wij dit begrip. Speelt
educatie een autonome rol (t.o.v. andere instituten) in de machtsverdeling, of houdt
het alleen maar structuren in stand?
Class beloningsness = in hoeverre het proces, relaties van systeem (education)
veroorzaakt worden door klassenverschillen?
Anarchisme = streven naar verdwijnen staatsmacht, tegen hiërarchie en werkt via
model van consensus. Er is geen leider.
Open source = productiemodel waarbij broncode van software openbaar is
Liberaal analytische traditie filosofie onderwijs = assumptie neutraal, logische
analyse van onderwijs te kunnen doen (onzin: altijd normen)
Individuele anarchist = waarde persoonlijke autonomie en rationeel denken
Sociale anarchist = individuele vrijheid gekoppeld sociale gelijkheid, benadrukt
community,
Integraal onderwijs = onafhankelijkheid geven van kapitalisme en breken,
scheidingslijn geleerd en ongeleerd.
Week 10:
Filosofie educatie = nadenken over hoe onderwijs de toekomst kan ‘veranderen’
The Big Gap = de gendered love en care gap voor educatie in duurzaamheid, we
gooien te weinig liefde en zorg in de natuur door onder representatie van vrouwen
Postmaternalisme = privatiseren gewone genderrollen terwijl genderneutrale steun er
alleen is voor economisch actieve volwassenen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cpooh1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.