100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie en fysiologie van de mens - Hoofdstuk 13 Sensorisch stelsel $4.99
Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie en fysiologie van de mens - Hoofdstuk 13 Sensorisch stelsel

2 reviews
 1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is geschreven aan de hand van het boek 'Anatomie en fysiologie van de mens'. Hoofdstuk 13 - Sensorisch stelsel

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 13
  • June 5, 2019
  • 6
  • 2018/2019
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: mervevogue • 4 year ago

review-writer-avatar

By: hmengedoth • 4 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 3 Weefsels

Een weefsel is een verzameling cellen met dezelfde bouw en gemeenschappelijke functie,
inclusief de extracellulaire stoffen (tussencelstof of matrix) rondom de cellen, waaraan het
weefsel zijn specifieke functie ontleent.
Voorbeelden van matrix zijn vezels in kraakbotweefsel en kalkzouten en vezels in
botweefsel.
Een weefsel kan meerdere celtypen hebben (bloed) of meerdere functies vervullen
(vetweefsel).

4 hoofdgroepen weefsel: epitheel (dekweefsel), steunweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel.

3.1 Epitheel
Epitheel bestaat uit cellen die een aaneengesloten laag vormen, zonder tussencelstof. Het is
niet doorbloed; voeding wordt verzorgd door aangrenzende wel doorbloede bindweefsel.
Aan ene kant wordt epitheel blootgesteld aan omgeving (buitenwereld of binnenkant holle
organen). Aan andere kant zit het vast aan dunne elastische laag (basaalmembraan), dat
epitheel verbindt met onderliggende weefsel (meestal bindweefsel).
Epitheelcellen slijten snel en kunnen levenslang delen.

Functies epitheel:
1. Bescherming tegen beschadiging, aantasting door chemische stoffen,
ziekteverwekkers, uitdroging.
2. Transportfunctie, zodat vanuit de omgeving stoffen de organen binnen kunnen
komen (in darmen met voedingsstoffen, in longblaasjes met zuurstof naar bloed).
3. Secretie (afscheiding), meestal slijm dat dient als plakmiddel (luchtwegen), glijmiddel
(darmen /vagina), bescherming tegen uitdrogen (luchtwegen) en bescherming tegen
inwerken van enzymen of zuren (in maag/urinewegen).
Epitheel van klieren scheidt specifiek product af (speeksel door speekselklieren of hormoon
door hormoonklieren).

3.1.1 Eenlaging epitheel
Eén rij epitheelcellen (kwetsbaar, maar snel te repareren):
1. Eenlagig plaveiselepitheel bevat relatief platte cellen (ook wel plaatepitheel
genoemd). Voorbeelden: binnenzijde hart, bloed- en lymfevaten en longblaasjes
(endotheel genaamd vanwege inwendige ligging) en vliezen rond longen, hart,
buikorganen (mesotheel).
2. Kubisch epitheel: cellen zijn even hoog als breed. Vb in nierbuizen en in wand
klierbuizen.
3. Cilindrisch epitheel: cellen zijn relatief hoog en bevatten veel organellen. Dit komt
door de secretiefunctie van dit epitheel. Vb: binnenzijde darm, galblaas, baarmoeder.
In dunne darm hebben de epitheelcellen aan zijde darmholte veel microvilli
(uitstulpingen die zorgen voor oppervlaktevergroting)
4. Trilhaarepitheel bestaat uit hoge cellen die aan zijde van de holte bedekt zijn met
cilia(trilharen). De trilharen kunnen in 1 richting bewegen en dan langzaam weer hun
oorspronkelijke positie innemen. Tussen epitheelcellen zitten veel slijmcellen.
Trilharen zijn ondergedompeld in slijm. Vb binnenkant luchtwegen en eileiders.


9

, 3.1.2. meerlagig epitheel
Meerlagig epitheel is opgebouwd uit enkele tot vele lagen epitheelcellen. Onderste lagen
zijn kubisch of cilindrisch. Vanuit diepte schuiven steeds nieuwe cellen naar bovenlagen toe,
waarbij ze worden afgeplat. Meeste lagen aan oppervlakte hebben slijtfunctie.
1. Verhoornend plaveiselepitheel. Dieper gelegen cellen zijn kubisch. Aan
basaalmembraan grenzende cellen delen continu, waarna dochtercellen naar
oppervlakte opschuiven. Ze worden platter en verhoornen (gaan dood). Verhoornde
buitenste laag is ondoordringbaar voor water; biedt bescherming aan hitte, koude,
zuren, krassen en stoten. Vb opperhuid.
2. Niet-verhoornend plaveiselepitheel. Heeft dezelfde opbouw als verhoornend
plaveiselepitheel, maar er treedt geen verhoorning van buitenste laag op.
Bescherming tegen beschadiging van buitenaf. Meestal zitten er veel slijmcellen
tussen epitheelcellen (slijmvlies). Vb mondholte en vagina.
3. Overgangsepitheel bestaat uit enkele lagen kubische of bolvormige cellen, die van
vorm kunnen veranderen zonder dat ze beschadigen. Functie is elasticiteit. Vb
urineblaas.

3.1.3. Klierepitheel
Klierepitheel heeft alleen secretiefunctie en daardoor grotere productiecapaciteit dan ander
epitheelweefsel. Op veel plaatsen is klierweefsel geconcentreerd tot aparte organen
(klieren).
Regulatie van klieractiviteit gebeurt in zenuwstelsel of door hormonen. Klieren halen
bouwstoffen uit toevoerende bloedvaten. Omdat epitheel zelf niet doorbloed is liggen de
klieren vaak verzonken in bindweefsel.

1. Exocriene klieren hebben afvoerbuis en geven hun product af aan extern milieu
(buitenwereld of holten die met buitenwereld in verbinding staan). Dit heet externe
secretie. Vb zweetklieren, borstklieren, darmsapklieren en speekselklieren,
maagsapklieren (buisvormig, talgklieren (trosvormig). Zie p52 tabel 3.1
2. Endocriene klieren hebben geen afvoerbuis en geven hun product aan bloed af
(interne secretie). Dit zijn altijd hormonen. Vb schildklier en bijnieren.

3.2. Steunweefsel
Steunweefsel is verzamelnaam voor weefsels die een verbindende, steunende of
verzorgende functie hebben. Het geeft steun aan lichaam, beschermt de organen, bepaalt
de vorm van organen en onderlinge beweeglijkheid.

Steunweefsel bestaat uit gespecialiseerde cellen omgeven door tussencelstof (matrix). De
steuncellen liggen los van elkaar of zijn door dunne celuitlopers met elkaar verbonden. De
samenstelling van de matrix bepaalt de functie en vorm van weefsel. Matrix kan vleoibaar
zijn (bloed) of juist compact(bot). Vb bindweefsel, kraakbotweefsel, botweefsel, bloed en
lymfe.

3.2.1. bindweefsel
losliggende cellen, omgeven door bindweefselmatrix (geleiachtige substantie, met
verschillende typen eiwitvezels). Belangrijke celtypen in bindweefsel:


10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SigriddeZwart. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.99. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

71250 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling

Recently viewed by you


$4.99  1x  sold
  • (2)
Add to cart
Added