Alle mogelijke examen vragen Belgische Binnenlandse Politiek per partij chronologisch - B000520A
8 views 0 purchase
Course
Belgische binnenlandse politiek (B000520A)
Institution
Universiteit Gent (UGent)
GESLAAGD IN EERSTE ZIT MET 13/20. Dit is een bundel met examenvragen voor BBP, ze zijn per partij chronologisch geordend volgens de lessen en PPT's. Voor dit vak leer je het best aan de hand van vragen zodat je volledig en juist leert.
Examenvragen Belgische Binnenlandse Politiek
Christendemocraten
1. Bespreek de oprichting van de Katholieke partij in 3 fasen.
1) De eerste partijvorming: een elitair en liberaal-katholiek klimaat met een blijvend conservatisme.
2) De emancipatie van verschillende bevolkingsgroepen in confrontatie met het socialisme leidde tot de eerste
christendemocratie.
3) In een periode van hevige democratiekritiek evolueerde de katholieke partij naar een ‘volkspartij’ De
Katholieke Partij, er is geen partijorganisatie en geen stichtingsakte maar er wordt gezegd dat de Katholieke
Partij in 1884 werd opgericht.
2. Geef de 2e overgang van de Christendemocraten (’44-’45) met partijvoorzitter, partijprogramma,
partijorganisatie… leg uit. Geef 3 verschillen met de oorspronkelijk partij.
OF
Bespreek het ontstaan van de CVP/PSC. Geef het jaartal. Wie was de voorzitter? Hoe heet het
partijprogramma? Wat waren de verschillen met de oude partij? + Geef drie verschillen met de klassieke oude
katholieke partij.
De tweede hervorming heeft betrekking op het Katholiek Blok dat werd opgeheven en werd vervangen door de
Christelijke Volkspartij en vond plaats in 1944-1945. De partij moest unitair zijn met 2 taalvleugels: CVP & PSC. De
voorzitter van de nieuwe partij werd August De Schryver.
Er kwam een nog sterkere structurele en programmatische eenheid. In het Kerstprogramma werd het definitieve
programma uiteen gezet. Verschil oude met nieuwe partij:
1. De CVP was niet langer een Standenpartij en stelde het lidmaatschap open naar individuen
2. afstappen van het confessionele standpunt en deuren openen voor personalisme
3. openheid naar de hele bevolking (Volkspartij)
3. Geef de 2 grote lijnen weer van de overgang van de katholieken unie naar blok der katholieken.
In 1936 onderging de Katholieke Unie een zware verkiezingsnederlaag waardoor de partij haar ogen niet meer kon
sluiten voor drie splijtzwammen (oorzaken van verdeeldheid): (1) discussie over unitaire karakter, (2) hang naar een
meer autonoom partijleven (vooral aan Vlaamse kant) en (3) het confessionele karakter werd in vraag gesteld
(verhouding partij niet evenredig met verhouding kerk). De Katholieke Unie werd vervangen door het Blok der
Katholieken. Het Blok der Katholieken kende 2 vleugels, dit was een voorbode voor de splitsing van CVP: (1)
Katholieke Vlaamse Volkspartij en (2) Parti Catholique Social. De partij had voor het eerst een politiek programma
waarbij personalisme aan de grondslag lag van de partij. De partij had ook voor het eerst een
structuur/partijorganisatie.
4. Schets de houding van de christendemocraten ten opzichte van de koning tijdens de koningskwestie.
De koningskwestie is het politieke conflict dat in België ontstond in het begin van de Tweede Wereldoorlog. Het
conflict ging over het al dan niet behouden van Leopold III op de koningstroon. De CVP-PSC was voor de terugkomst
van Leopold III. De katholieken waren de sterkste partij in Vlaanderen, in Wallonië waren dit de socialisten en
communisten daardoor ontstond er een communautair aspect in Wallonië. De verkiezingen van 1946 brachten een
electoraal succes met zich mee, maar nog geen regeringsdeelname. In 1949 werd een verruimingsoperatie
opgestart. In 1950 kwam de rooms-rode (CVP-PSC en liberalen) regering Gaston Eyskens I aan de macht, deze
regering organiseerde een volksraadpleging m.b.t. de koningskwestie, deze raadpleging had een slechte afloop.
Uiteindelijk nam de regering ontslag en kwam de homogene CVP-PSC regering Jean Duvieusart aan de macht. De
koning kon terug naar België komen maar droeg het koningschap over aan zijn zoon Boudewijn.
,5. Situeer en geef de afloop van de schoolstrijd. Wat betekende dit voor de CVP?
De Schoolstrijd was van 1954 tot 1958. Dit ging over de vraag naar subsidiëring van het vrije onderwijs en de
tegenstellingen tussen de kerk en het antiklerikalisme. De Schoolstrijd werd beëindigt met het Schoolpact. Dit was
een compromis tussen de traditionele partijen waarbij zowel vrij als rijksonderwijs werden erkent en dus ook beide
subsidies dienden te krijgen. Hierdoor verdween de religieuze breuklijn naar de achtergrond.
De CVP was voorstander van de subsidiëring van het vrij onderwijs. De homogene CVP-PSC regering Pholien en Van
Houtte had dan ook al enkele initiatieven genomen om het vrij onderwijs verder te kunnen uitbreiden, dit met
behulp van de minister van onderwijs Pierre Harmel. Tegen deze maatregelen kwam een gemeenschappelijk
antiklerikaal front tot stand. De oppositie verzette zich tegen de inmenging van het vrij onderwijs in het
rijksonderwijs en tegen de omvang van de subsidies voor het vrij onderwijs. In 1954 kwam de roods-blauwe regering
Van Acker aan de macht, deze legde de klemtoon op een gemeenschappelijk antiklerikaal programma. De minister
van onderwijs Leo Collard bracht een wetgeving uit met antiklerikale inslag, deze wetgeving lokte felle kritiek uit
naar katholieke partij. In het minderheidskabinet Gaston Eyskens werd een oplossing uitgewerkt. Op 6 november
1958 kwam men met een schoolpact. Het schoolpact zorgde voor de partij dat het belang van het confessionele
aspect als bindmiddel verminderde en dat er vernieuwde aandacht was voor de doctrine van de CVP en het
oorspronkelijke Kerstprogramma.
6. Geef een paar elementen bij de figuur Van Acker.
In 1954 kwam de rooms-rode regering Van Acker aan de macht. Deze regering legde de klemtoon op het
antiklerikale programma.
7. Geef een paar elementen bij de figuur Leo Collard.
Leo Collard was de minister van onderwijs tijdens de regeringsperiode van Van Acker. Hij zette naar aanleiding van
de schoolstrijd een antiklerikale wetgeving op het getouw. Hierin stelde hij dat de subsidies voor het vrije onderwijs
zouden verminderd worden, het ontslag van 110 tijdelijke leerkrachten uit het rijksonderwijs die een diploma vrij
onderwijs hadden, …
8. Geef de doelstellingen van het sleutelplan.
Naar aanleiding van de verkiezingen in 1958 lanceert CVP-PSC het sleutelplan om de economische problematiek aan
ta pakken. De doelstellingen van dit sleutelplan zijn: (1) verlagen van werkeloosheid, (2) werk in eigen streek
aanmoedigen en (3) actieve overheidspolitiek om de industrialisatie te stimuleren en de economische expansie te
bevorderen.
9. Bespreek de sociaal-economische dimensie van de CVP.
Jaren ’50: grote structurele zwakheid in de Belgische economie, te wijten aan een onvoldoende belangstelling voor
nieuwe sectoren en technologische innovatie. Naar aanleiding van de verkiezingen in 1958 lanceert CPV het
“Sleutelplan” hierin stelt de partij om: werkloosheid verlagen, maatregelen m.b.t. pensioen en legerdienst en meer
actieve overheidspolitiek om de industrialisatie en de economische expansie te stimuleren. In 1960 wordt de
eenheidswet ingevoerd om overheidstekorten op te lossen. In 1961 ontstond het MPW (mouvement populaire
wallon) o.l.v. André Renard. Dat was drukkingsgroep die opkwam voor structuurhervormingen en federalisme.
10. Geef twee belangstellingen van het Mouvement Populaire Wallon (MPW).
Het Mouvement Populaire Wallon is opgericht in 1961 onder impuls van André Renard. Het was een drukkingsgroep
die opkwam voor economische structuurhervormingen en federalisme.
11. Wie is André Renard?
André Renard is de oprichter van het Mouvement Populaire Wallon, deze drukkingsgroep kwam op voor
economische structuurhervormingen en federalisme.
12. Met welke communautaire problemen had de CVP te kampen?
De CVP was geen voorstander van federalisme, bij de CVP overheerst de unitaristische strekking. De taalwetten va
Gilson werden opgesteld. De Kwestie Leuven vormde een struikelblok. CVP wilde Leuven-Frans naar Wallonië
brengen en wou Brussel-Hoofdstad beperkt houden tot de 19 tweetalige gemeenten. PSC pleitte voor het behoud
van Leuven-Frans, wou Brussel-Hoofdstad uitbreiden en wou Voeren terug geven aan Luik. Kwestie Brussel was ook
, een struikelblok, om te vermijden dat de partij zou opsplitsen stelden Vanden Boeynants tweetalige lijsten op. Dit
waren lijsten waar afwisselend Fr en Nl kandidaten op stonden.
13. Wat deed Gilson als minister?
Gilson was minister van Binnenlandse zaken in de regering Lefèvre-Spaak. Hij stelde naar aanleiding van de
communautaire problematiek 3 taalwetten op: (1) vastleggen van de taalgrens, (2) taalregeling Brusselse
agglomeratie en (3) taalgebruik in het onderwijs.
14. Wat was de betekenis van de verkiezingen van 1965 voor CVP?
De CVP onderging een zware nederlaag bij de verkiezingen van 1965. De nederlaag was het gevolg van de taalwetten
opgesteld door minister van Binnenlandse Zaken Gilson, de verruimingsoperatie van de liberale partij, de sociaal-
economische problematiek en de kiezers die naar de Volksunie overstapten.
15. Hoe stonden de twee partijen (CVP en PSC) t.o.v. de kwestie Leuven?
De CVP wou Leuven-Frans terug overbrengen naar Wallonië en wou Brusselhoofdstad beperkt houden tot 19
tweetalige gemeenten. PSC was voor het behoud van Leuven-Frans, wou Brussel-Hoofdstad uitbreiden en was voor
de terugkeer van Voeren naar Luik.
16. Geef twee elementen van Wilfried Martens.
Wilfried Martens werd in 1972 samen met Charles-Ferdinand Nothomb voorzitter van CVP-PSC, daarnaast werd hij
later ook premier.
17. Schets in grote lijnen de evolutie van de CVP in de jaren ’70.
In de jaren 70 kende de CVP twee belangrijke namen: Wilfried Martens, hij was in ’72-’79 partijvoorzitter daarna
premier en Leo Tindemans, hij was is ’74-’78 premier en werd in ’79 partijvoorzitter. Door het voorzitterschap van
Tindemans behaalde de CVP tijdens de verkiezingen van 1974 en 1977 winst, dit werd het Tindemans-effect
genoemd. De voornaamste problematieken van de partij waren de gewestvorming en de economische crisis. Om de
communautaire problemen op te lossen werden de regionale partijen bij de besprekingen betrokken. Uiteindelijk
kwam er op 24 mei 1977 een akkoord, genaamd het Egmontpact. Dit was een communautair akkoord tussen
verschillende regeringspartijen om oplossing te vinden voor de divers communautaire problemen.
18. Wat was de betekenis van de verkiezingen in 1981?
De verkiezingen van 1981 was voor de CVP de historisch zwaarste nederlaag ooit. De nederlaag is te danken aan het
opkomen van nieuwe partijen zoals Agalev en Vlaams Blok. De jonge kiezers verliest de CVP aan Agalev en aan de
socialistische partij en de hogere klassen zoeken toenadering bij de liberale partij (PVV). De gevolgen van deze
nederlaag waren: de klemtoon leggen op een radicaal economisch herstelbeleid, een coalitiewissel (samenwerking
met de liberalen) en meer aandacht voor doctrine door oprichting van de Werkgroep-Grijs.
19. Wat was de betekenis van de verkiezingsuitslagen voor de CVP in 1991?
De verkiezingen van 1991 brachten een groot verlies met zich meet voor de CVP, de winnaar was Vlaams Blok.
Tijdens deze periode vindt ook de Zwart Zondag plaats (24 oktober 1991). Hierna begon de CVP aan een inhoudelijke
vernieuwing.
Wat betekende de uitslag van de verkiezingen in 1999 voor de CVP op:
Er vond een politieke aardverschuiving plaats: de traditionele partijen verloren veel kiezers. Vooral de CVP moest
veel stemmen afgeven en verdween daardoor voor het eerst sinds 1958 in de oppositie. De CVP begon aan een
vernieuwingskuur en Stefaan De Clercq werd partijvoorzitter, hij stuurde aan op 4 pijlers: Vlaanderen als staatkundig
kader, partij van de familie, kwaliteit van het samenleven verhogen en cultuur van het menselijke = strijd tegen
individualisme. De regering werd de volgende legislatuur een paars-groene regering onder leiding van Verhofstadt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilonamasselis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.09. You're not tied to anything after your purchase.