Dit is een samenvatting van het vak Audiovisuele Communicatie. Het bevat alle info uit de Powerpoints, alsook de info die professor Van Hoecke erbij gaf tijdens de les.
Basisprincipes en concepten
Waarom het functionalisme?
het geeft een solide basis voor elke beslissing die een vertaler moet maken tijdens het vertaalproces
Definitie ‘tekst’ = informatie die wordt aangeboden aan een specifiek publiek in een specifieke situatie
Tekst is meer dan woorden op papier tekst is informatie
Audiovisuele communicatie is meer dan tekst op papier: 1 specifiek publiek omvat meer dan 1 cultuur
Probleem van Nord: “Een probleem met functionalisme is ‘de oriëntatie op het publiek”: het is nooit helemaal
duidelijk wie het publiek is en wat het verwacht.”
Oplossing van Nord: “Parallelle onvertaalde teksten analyseren”
Vb. bij het vertalen van een stofzuigerhandleiding ( meer dan gewoon Nederlands) bij een Nederlandse
handleiding van een stofzuigerfabrikant ‘inspiratie halen’
Problemen:
o Niet altijd parallelle teksten beschikbaar
o Divers publiek (niet enkel Nederlanders, enkel Surinamers…): moeilijk weten wat je publiek verwacht want ze is
heel groot
Doel functionalisme: een model creëren waarbij we welk elke soort brontekst kunnen analyseren en vertalen
ex. Wat is het doel van functionalisme?
Interculturele tekstoverdracht
= Het geheel van factoren en constituenten die betrokken zijn bij de productie van een vertaling
Twee grote luiken
De communicatieve situatie van de brontekst
De communicatieve situatie van de doeltekst
Andere constituenten? Problemen? Maker van Zender van Ontvanger
Brontekst
de BTwel) bv. Is Tolkien
o Maker en zender zijn niet noodzakelijk dezelfde persoon (of juist de BT de zender of maker van
vanLOTR?
de BT
o Wie zijn de ontvangers? Bv. Bij een filmadaptatie: is je ontvanger een groter publiek of alleen diegenen die het
Ontvanger
boek gelezen hebben Opdrachtgever Vertaler Doeltekst
van de DT
o Fansubbing: Wie is de vertaler en wie is de opdrachtgever? ze zijn 1 persoon probleem voor dit model want
er worden twee constituenten verwacht
o Vertaler en revisor: twee vertalers
o Meerdere opdrachtgevers: een gigantische ketting waarbij het uiteindelijk bij jou terecht komt
Voorbeelden voor audiovisuele communicatie: Boekadaptaties, film, ondertiteling (professioneel of fansubbing)
Het belang van de opdrachtgever
De opdrachtgever wil een specifiek doel bereiken met de doeltekst. De ontvangst bij het publiek (maar ook de vorm,
inhoud …) van de doeltekst zal afhangen van dit specifieke communicatieve doel. (Nord)
Het principe van ‘skopos’
,De brontekst, haar functie (bepaald door de auteur) en haar effect bepalen het vertaalproces niet, maar wel de
functie of skopos van de doeltekst (bepaald door de opdrachtgever).
Vb. Er wordt een Netflix-documentaire gemaakt over een wetenschappelijk artikel. de verandering van het doel
heeft een invloed op de vertaling
Vb. Duitse opera over gravin die wordt gered door ridder op zwaan, maar ze mag nooit om zijn naam vragen voor de
eeuwige liefde
Van opera naar theaterstuk voor kinderen: stukken moeten worden weggehaald en toegevoegd als je wil dat
kinderen blijven zitten
De vertaalopdracht of ‘translation brief’
Moet zoveel mogelijk informatie bevatten over de receptie van de DT:
Beoogde ontvangers van de DT
Tijd en plaats van receptie van de DT
Medium van de DT
Vaak geen expliciete vertaalopdracht bezorgd
Taak van de vertaler als expert om de parameters van de vertaalopdracht te definiëren
Vertaler is hoofdverantwoordelijke in het proces van de tekstoverdracht
Expert in zowel brontaal als doeltaal
Kent het doelpubliek (mogelijk/idealiter) beter dan de opdrachtgever
Kan als enige bepalen of vertaling mogelijk/wenselijk is
Kan de brontekst analyseren vanuit communicatief oogpunt maar ook vanuit het oogpunt van de
communicatieve behoeften van de opdrachtgever en/of het doelpubliek
dus als er iets misgaat is het niet de schuld van de opdrachtgever maar vertaler (zie engelse vertaling squid
game)
Vb. horologist (pp): probeer een equivalent te vinden (in sommige talen werkt letterlijke vertaling, in anderen dan
weer niet)
Vb. fruitwinkel (pp): voor sommige talen kan je bijna zeggen dat je niet kan vertalen omdat je niet dezelfde
boodschap kan overbrengen (bij dit vb zal je waarschijnlijk de humor verliezen)
De receptie van de tekst
Nord
“Ontvangers kunnen er niet altijd vanuit gaan dat wat afleiden uit de tekst ook de intentie is van de zender.”
“De ontvangst van de tekst hangt af van de individuele verwachtingen van de ontvangers. Die worden bepaald door
de situatie waarin ze de tekst ontvangen, hun sociale achtergrond, hun wereldkennis en/ of hun communicatieve
noden.”
Vb. bij doven ga je geen muziek gebruiken
Intratekstuele en intertekstuele coherentie
Intratekstueel: de ontvanger van de doeltekst moet die tekst kunnen begrijpen en de tekst moet aanvaardbaar zijn
(relatie doeltekst en publiek)
Intertekstueel: er moet “een zekere” relatie tussen de doeltekst en brontekst zijn
Bepaald door de vertaalopdracht
,Vertaalmodel van Nord
Analyse van de brontekst
Extratekstuele factoren
De auteur of zender van de tekst
De beoogde intentie van de zender
Het doelpubliek van de brontekst
Het medium/kanaal van de brontekst
De plaats (waar?) en tijd (wanneer?) van de communicatie
De reden (waarom?) van de communicatie
De functie van de tekst
Zender van de tekst
Kan een persoon (bv. Quentin Tarantino) of een instelling (Avalanche Software) zijn
‘Zender’ en ‘Maker’ van de tekst zijn niet (noodzakelijk) hetzelfde
o Zender = persoon of instantie die de tekst gebruikt om een bepaald bericht over te brengen en/of om
een bepaald effect te bereiken
o Maker = persoon die de tekst creëert [volgens de instructies van de zender] en volgens de regels en
normen voor tekstproductie
o [Lay-out of presentatie kunnen aan nog een andere persoon/instelling worden toevertrouwd
Intentie
= het doel dat de zender wil bereiken
≠ ‘effect’ = het resultaat van de verwerking van de tekst door de ontvanger
De mogelijke intentie(s) van de zender komen overeen met de basisfuncties in communicatie (Nord, 1988, pp 54-55)
Referential intention: de ontvanger informeren over iets
Expressive intention: gevoel of houding ten opzichte van iets uiten
Appellative intention: de ontvanger overtuigen om een bepaalde mening aan te nemen of actie uit te voeren
Phatic intention: contact met de ontvanger tot stand brengen of behouden
Een tekst is heel zelden maar 1 teksttype: er bestaan dus combinaties!
, Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen doelpubliek van de BT en doelpubliek van de DT:
“Iedere doeltekstontvanger is verschillend van de brontekstontvanger op minstens één vlak: het zijn allemaal leden
van een andere culturele en linguïstische groep.” (Nord)
In functie van audiovisuele communicatie: Ze zijn ook niet altijd verschillend
Vb. Ondertiteling voor een West-Vlaamse serie: mensen die geen West-Vlaams dialect spreken, maar ook West-
Vlamingen kunnen deze ondertiteling gebruiken
Vb. ook voor doven of blinden
“De communicatieve achtergrond van de aangesprokenen, dus hun algemene achtergrondkennis en kennis van
speciale onderwerpen, is specifiek van belang bij vertaling-georiënteerde tekstanalyse.” (Nord)
Medium
= De drager die de tekst aan de ontvanger overbrengt
Bij Nord (1988) kan het hierbij gaan om “geluidsgolven” (gesproken communicatie) of “gedrukte tekst” (geschreven
communicatie
Maar: Er zijn veel meer dragers dan dit om communicatie over te brengen
Vb. gebarentaal is geen gesproken maar ook geen geschreven communicatie
Een bepaald medium kan bepaalde zaken beter dan andere
Analyse van de brontekst
Onderwerp
Verschillende redenen voor analyse :
1. Is de tekst coherent (i.e. één dominant onderwerp of een duidelijke hiërarchie), of gaat het om een
‘tekstcombinatie’ met verschillende onderwerpen
2. Is de tekst ingebed in een specifieke context (geeft een idee van veronderstellingen waarvan wordt uitgegaan)
Vb. . Heeft het publiek de nodige achtergrondkennis waarop wordt verder gebouwd: schrijf je of spreek je voor
leken of experten
3. Beschikt de vertaler over de nodige kennis om de tekst te begrijpen en vertalen (en welk onderzoek moet hij
doen)
4. Geeft informatie over de vertaalbaarheid van de tekst
Vb. Woordgrapjes kan ik deze tekst eigenlijk wel vertalen?
5. Kan in verband worden gebracht met extratekstuele factoren (zender, intentie,…)
Inhoud
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ee8. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.44. You're not tied to anything after your purchase.