CONSTRUCTIE RUWBOUW
OEFENSESSIES
EXAMEN
(Alle vragen van de oefeningensessies komen voor in het examen)
Alles is juist.
Arthus Babled
Vastgoed HOGENT
AJ 2023 – 2024
,OEFENINGENSESSIE 1 (H1)
1. Welk planningsinstrument geeft geen informatie over de mogelijke bestemming van een
bouwterrein?
A. Gewestplannen
B. RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan)
C. BPA (bijzonder plan van aanleg)
D. Rooilijnplannen
2. Stilaan begint goede funderingsgrond een zeldzaamheid te worden. Maak 1 keuze:
A. De inwendige wrijvingshoek is de helling waarbij een grond afschuift bij een talud of diepe
uitgraving. Hoe grover en hoekiger het grondmengsel is, hoe groter deze parameter zal zijn
en hoe steiler de wand van de uitgraving
B. Kalkhoudende grond is door zijn hydraulische binding een heel betrouwbare funderingsgrond
C. Zandgrond is zeer slecht als funderingsgrond omdat het een zeer trage consolidatie heeft
3. Welke grond is de meest solide om op te bouwen?
A. Leem
B. Klei
C. Zand
4. Welke stelling is de juiste?
A. De meeste gronden hebben een homogene samenstelling.
B. Kleigrond is de ideale grondsoort voor drainage.
C. Leemgronden zijn cohesieve of samenhangende grond.
5. Wat is het grootste aandeel bij leemhoudende zandgrond?
A. Zand
B. Grind
C. Leem
,6. Welke stelling is de juiste?
A. Ondergronden met hoog gehalte aan organische stoffen zijn uitermate geschikt als
funderingsgrond
B. Ondergronden met hoog gehalte aan kalkhoudende stoffen zijn uitermate geschikt als
funderingsgrond
C. Organische grond wordt ook wel ‘zwarte grond’ genoemd.
7. Wat is de reden dat een heipaal eenvoudiger in te brengen is in zand dan in kleigronden?
A. Zandgronden hebben een snellere consolidatie.
B. Kleigronden hebben een snellere consolidatie.
C. Beide gronden consolideren op dezelfde manier, maar de
inwendige wrijvingshoek maakt het verschil.
8. Het ‘toelaatbare draagvermogen’ is
A. Het grensdraagvermogen waarop een veiligheidsfactor 4 à 5 wordt toegepast
B. Het grensdraagvermogen waarop een veiligheidsfactor 3 à 4 wordt toegepast
C. Het grensdraagvermogen waarop een veiligheidsfactor 2 à 3 wordt toegepast
9. Welke stelling is juist?
A. De laag teelaarde die wordt afgegraven is ideale grond om rondom de fundering terug aan te
vullen.
B. Klei- en leemgronden zijn veel minder zettingsgevoelig dan zandgronden.
C. Zandgronden hebben een groter grensdraagvermogen dan klei- of leemgronden.
, 10. Welke stelling is juist?
A. Voor capillaire werking is het een voorwaarde dat er weinig
lucht aanwezig is.
B. De grondwatertafel, het freatische vlak, is op zijn hoogste
stand in de herfst
C. Kleilagen laten grondwater eenvoudig door
11. Om het grensdraagvermogen van de ondergrond te bepalen op basis van de mechanische
karakteristieken is volgend grondonderzoek voor de bouw van een eengezinswoning vereist:
A. Een diepsondering op 3 punten van 10kn
B. Het graven van een put tot op niveau van de grondwaterstand
C. Een dynamische sondering door middel van slagen
12. Welke stelling is juist?
A. De rooilijn is de overgang tussen openbaar en privaat
domein
B. In de bouwvrije zijdelingse zone mag gebouwd worden
als je een regularisatie indient.
C. De inplanting van het gebouw mag bepaald worden bij
opstart van de werken.
13. Welke stelling is niet correct
A. De nulpas van een gebouw is het niveau van de dorpel
ten opzichte van een refentiepunt in de buurt.
B. Om een gebouw uit te zetten wordt gebruikt gemaakt van piketten en dwarsplanken.
C. Het uitzetten van het gebouw dient gecontroleerd te worden door de
veiligheidscoördinator.
14. Welke stelling is de juiste?
A. Een fundering wordt steeds horizontaal uitgevoerd.
B. Om afschuiving te voorkomen wordt de fundering met de helling meegegoten.
C. De vorstdiepte in onze streken bedraagt 40cm.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller arthusbabled. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.40. You're not tied to anything after your purchase.