100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Farmacologie 18-19 $5.35
Add to cart

Summary

Samenvatting Farmacologie 18-19

3 reviews
 116 views  13 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting farmacologie, per les en leerdoel samengevat. Bevat ook de leerdoelen voor het onderdeel dierkundig onderzoek (DKO)

Preview 4 out of 46  pages

  • June 6, 2019
  • 46
  • 2018/2019
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: rikschippers • 3 year ago

review-writer-avatar

By: lauravanbussel10 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: salsabiel99 • 3 year ago

avatar-seller
Module 1 Farmacologie: Inleiding

Het domein van farmaceutische wetenschappen omschrijven.

Domeinen van farmacologie: (Is een interdisciplinair vakgebied)
- Domein van farmaceutische wetenschappen.
o Werken aan de ontwikkeling, de werking, toediening, fysiologische effecten en het
gebruik van geneesmiddelen of farmaca.

Uitleggen wat er wordt verstaan onder een geneesmiddel.

Geneesmiddel: is een substantie gebruikt in de diagnose, behandeling of preventie van een ziekte.
- Kan een verhoging of verlaging van een bestaande functie van een orgaan, weefsel of cel
maar kan niet een nieuwe functie hieraan geven.

Er zijn verschillende geneesmiddelen, deze zijn onder te verdelen in:
- Diagnostisch: zijn bijvoorbeeld markers voor het opsporen van targets
- Als behandeling: is voor therapeutische doeleinden
o Causaal: antibiotica, cytostatica, anti-parasitair  pakt direct de oorzaak aan
o Symptomatisch: richt zich op het onderdrukken van de symptomen, oorzaak wordt
niet bestreden.
o Substitutie: Is voor het vervangen/ toevoegen van stoffen die bij iemand missen.
 Insuline bij diabetes of vit. B12 bij vegetariërs.
- Preventief: is ter voorkoming van bijvoorbeeld een ziekte.
- Ondersteunend: Zijn farmaca die kunnen helpen bij een bepaald proces. Zijn echt
ondersteunende farmaca.

Uitleggen wat moleculaire targets zijn van geneesmiddelen en hier voorbeelden van noemen.

Moleculaire target van een geneesmiddel zijn de biomoleculen in het lichaam welke een rol spelen in
een bepaald ziekte proces.
- Zijn vaak de eiwitten
- Zitten op de site of action.

Werkt altijd van klein naar groot. Een farmacon grijpt aan op een target in het lichaam, dit zijn
meestal receptoren, enzymen of transcriptie factoren. Hierdoor ontstaat een moleculaire respons,
dit kan leiden tot een signaal transductie route, veranderde metabolisme of gentranscriptie. Deze
verandering in de moleculaire respons leidt ook tot een verandering van de cellulaire respons. Hierbij
kan gedacht worden aan proliferatie, celdood of een vermindering/ vermeerdering van uitscheiding
van stoffen. Dit alles leidt uiteindelijk tot een veranderde fysiologische respons, de effecten ergens
anders in het lichaam door de veranderingen van de moleculaire en cellulaire responsen.

Site of action van een geneesmiddel: is de locatie in het lichaam waar het geneesmiddel zijn gewilde
functie uitoefent.
- In het orgaan kan het geneesmiddel effect hebben op een bepaald component van het
orgaan zoals bijvoorbeeld een bepaald type cel.
- Dit effect kan intracellulair, extracellulair of op het plasmamembraan plaatsvinden.

In de meeste gevallen moet een geneesmiddel tijdelijk op een target binden om zijn actie uit te
kunnen voeren. Deze binding kan de target stimuleren of de normale activiteit blokkeren welke
resulteren in een fysiologisch effect.

1

,Interactie van een target molecuul met het geneesmiddel is vaak via een sleutel-slot principe. Alleen
een bepaald medicijn kan op de target binden.
Wanneer een interactie tussen geneesmiddel en target niet specifiek is kan dit leiden tot ongewenste
bijwerkingen (omdat het ook op andere plekken in het lichaam kan binden) en kan zelfs leiden tot
toxiciteit.

Het verschil tussen rational drug design en library/random? screening uitleggen.

Geneesmiddelen ontwerp: is het ontwerpen van nieuwe geneesmiddelen gebaseerd op het
begrijpen van de ziekte en de structuur van het target molecuul wat er bij betrokken is.

rational drug design: wanneer het targetmolecuul bekend is welke betrokken is bij de ziekte kan
berekend worden hoe het molecuul van het geneesmiddel er uit moet zien. De structuren van de
verbindingen worden geleidelijk verfijnd door het berekenen van de active side van het enzym om
nog beter op de target te passen. Behalve dat het in staat moet zijn om het target te binden moet
het medicijn ook in staat zijn om de barrières in het lichaam te passeren. Uiteindelijk moet het
lichaam het medicijn ook weer kunnen verwijderen.

Random screening: Door het zoeken van natuurlijke bronnen zoals planten en micro-organismen of
bij het synthetiseren van veel verschillende soorten stoffen. Deze samenstellingen werden dan op
verschillende manieren stuk voor stuk los gelaten op het target en werd er gekeken welke
samenstelling het beste werkte.

De term lead compound uitleggen.

Lead compounds: De stof die werkt vanuit de random screening bekijken hoe het er uit ziet en
onderzoeken welke varianten er van zijn.  gaat uit van een toevalsfactor.

Globaal uitleggen hoe geneesmiddelen worden toegediend om de plek waar ze hun werking hebben
te bereiken.

Er zijn 4 verschillende toedieningsroutes:
- Enteraal vs. Parenteraal
- Lokaal vs. Systemisch

Enteraal: is toediening via een pil
Parenteraal: is via het bloed toedienen, dus bijv. via een infuus of injectie.
Lokaal: is bijvoorbeeld via de huid
Systemische toediening: medicatie moet eerst worden opgenomen in het bloed zodat het naar de
rest van het lichaam getransporteerd kan worden.

Toedieningsvorm: in welke vorm het geneesmiddel wordt toegediend.
- Zoals bijvoorbeeld een pil, drankje, pleister, inhalator, tampon, poeder of zalf.

Toedieningswijze: de manier waarop het geneesmiddel ingenomen word.
- Bijvoorbeeld oraal, adsorptie (via het bloed), rectaal, vaginaal, via de luchtwegen, huid of
slijmvliezen.

Wanneer een medicijn langzaam duurt voor het opnemen zal het effect ook langer aanwezig zijn, in
tegenstelling tot een medicijn dat snel opgenomen wordt wat ook snel uitgewerkt zal zijn.

Afhankelijk van de aard van de stof zal de route van opname van het medicijn ook anders zijn.

2

,De begrippen farmacodynamiek en farmacokinetiek uitleggen en het verschil daar tussen.

Farmacodynamiek: de interactie tussen geneesmiddel en zijn receptor en opeenvolgende
gebeurtenissen die tot de farmacologische werking van het geneesmiddel leiden.

Farmacokinetiek: de processen waaraan een werkzame stof in het lichaam wordt onderworpen. Dit
zijn de adsorptie distributie, metabolisme en eliminatie. De farmacokinetiek legt dus verbanden
tussen deze processen en de tijd en geeft het gedrag van een geneesmiddel in het lichaam weer.

De afkorting ADME (wat staat voor de begrippen absorptie, distributie, metabolisme en excretie)
uitleggen.

ADME: beschrijft de absorptie en dispositie gedrag van een medicijn in het lichaam
 Farmacokinetiek
- Absorptie, distributie, metabolisme en excretie.
- Na absorptie, wordt het geneesmiddel in het circulerende
bloed door het lichaam heen gevoerd, de distributie.
Hoeveel van het geneesmiddel door weefsel wordt
opgenomen en hoe lang het daar blijft zitten hangt af van de
hoeveelheid geneesmiddel en het soort weefsel. Na dat het
geneesmiddel zijn werk heeft gedaan moet het lichaam in
staat zijn om het geneesmiddel te inactiveren en te
elimineren met normale fysiologische processen,
metabolisme. Dit gebeurt door enzymen welke het
geneesmiddel afbreken in inactieve producten.
Geneesmiddelen en de afgebroken inactieve producten
worden daarna het lichaam uit gewerkt door bijvoorbeeld
urine, de excretie.

Dispositie refereert naar de distributie, metabolisme en eliminatie van het geneesmiddel na het
opnemen in de bloedbaan.

Het belang van kennis over farmacogenomics bij het behandelen van patiënten en ontwerpen van
nieuwe medicijnen toelichten.

Farmacogenomics: is de studie die onderzoekt hoe genetische overerving de reactie van een individu
op een geneesmiddel beïnvloed.
- De afbraak van medicijnen is erfelijk bepaald.
- De kennis van genetische factoren leidt tot een ontwikkeling van betere medicijnen en zo
kunnen er specifiekere behandelingen ontstaan voor een individu.




3

, Uitleggen welke barrières een toegediend medicijn kan tegenkomen voordat het zijn target heeft
bereikt.

Een geneesmiddel kan pas werken wanneer hij op de juiste plek terecht komt en daar kan binden aan
het juiste target molecuul.

De chemische eigenschappen van het geneesmiddel zijn belangrijk om de barrières in het lichaam te
kunnen ontwijken. De barrières die het tegen kan komen zijn:
- Anatomische barrières: membranen die de passage van het geneesmiddel van toediening
naar de beoogde plaats van werking verhinderen.
- Chemische barrières: lichaamsvloeistoffen waarvan de pH en waterverhouding varieert en zo
de oplosbaarheid en ionisatie van het geneesmiddel beïnvloeden.
- Biochemische barrières en targets: transporters, enzymen en receptoren welke het
geneesmiddel binden wat resulteert in het opnemen of uitscheiden van het geneesmiddel in
een cel, afbreken van het geneesmiddel of productie van een target respons of een
onbedoelde respons.

Fysisch-chemische eigenschappen zoals oplosbaarheid, verdelingscoëfficiënt en ionisatie kunnen van
invloed zijn op hoe goed een geneesmiddel wordt geabsorbeerd uit het maagdarmkanaal en waar
het in het lichaam terecht komt.

Chemische eigenschappen spelen in rol in het vermogen van een geneesmiddel om te binden aan
targets en andere eiwitten.

Vier typen van reguliere eiwittargets noemen waarop geneesmiddelen kunnen aangrijpen.

De vier reguliere eiwittargets voor een geneesmiddel zijn:
- Receptoren
o Ontvangen en verwerken signalen van andere cellen.
- Ion-kanalen
o Controleren de passage van oplossingen en ionen in en uit cellen
- Enzymen
o Katalyseren biochemische en metabolische reacties.
- Transporters
o Brengen stoffen in en uit de cellen.

De meeste geneesmiddelen binden aan eiwitten van het eigen lichaam.
- De interactie hiertussen speelt een belangrijke rol in bijna alle aspecten hoe een
geneesmiddel zich gedraagt en zijn functie.

Bij binding van een geneesmiddel verhoogt of verlaagt deze de normale functie van de target.
- Creëert dus geen nieuwe biologische functie.

De betekenis van de term ligand bij de binding aan eiwitten toelichten.

Ligand: een ion of een molecuul dat aan een eiwit bindt om een complex te vormen.
- Dit complex veroorzaakt uiteindelijk een target reactie.

Endogene liganden: liganden die al van nature aanwezig zijn in lichaam. Zoals neurotransmitters of
hormonen.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller BovIngen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.35  13x  sold
  • (3)
Add to cart
Added