100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Internationale Economie $17.92
Add to cart

Summary

Samenvatting Internationale Economie

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document is een uitgebreide samenvatting gemaakt obv alle lessen van Jan Van Hove in AJ 23-24 (H1-H10). inclusief grafieken en grafische analyses

Preview 4 out of 99  pages

  • May 31, 2024
  • 99
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING INTERNATIONALE ECONOMIE


HANDELSTHEORIE, DE TRADITIONELE BOUWSTENEN: DEEL 1



Inleiding
Theorie van de internationale handel
= Handel is van alle tijden onderzoek waarbij theorie met empirie gelinkt wordt. Het
filosofische denken wordt uitgebreid naar wiskundige modellen voor de voorstelling.

De essentie van handel: we zijn verschillend en daarom drijven we handel met elkaar
(aanbodgericht: IH veroorzaakt door aanbod)
- we
o Traditionele handelstheorieën = landen en sectoren
o Moderne handelstheorieën = bedrijven en multinationals
- verschillend
o Afhankelijk in welk model je zit zal je het verschil weten
§ Productiviteit
§ Beschikbare productiefactoren

è we beperken ons tot 2 handelsmodellen die belangrijk zijn in het theoretisch denken
rond internationale handel: Ricardo & Heckscher-Olin.



Ricardiaans handelsmodel
= arbeidsproductiviteit (hoeveelheid output per arbeider) en comparatieve voordelen


WAT
Comparatieve voordelen
= je vergelijkt de productiekosten tussen landen in termen van opportuniteitskosten
(NIET inputkosten/geld). Een land heeft een comparatief voordeel in de productie van
een goed als het land het goed kan produceren aan een lagere opportuniteitskost dan
het andere land.

!!!!! Adam Smith bekeek handel in de vorm van absolute voordelen anders was er geen
handel
Intuïtie: Beide landen hebben een comparatief voordeel waardoor ze zich gaan
specialiseren in de specifieke productie. Als ze een geschikte ruilvoetverhouding
opstellen voor beide producten en dit vrij verhandelen zal er
efficientiëwinst/welvaartwinst gegenereerd worden. In het algemeen zal er toename zijn
van beide goederen op de wereldmarkt.

, !!!! vrijhandel obv comparatieve voordelen kan plaatsvinden in diverse omstandigheden,
ook wanneer er absolute voordelen zijn.

Opportuniteitskosten
= wat je opgeeft op het moment dat je een keuze maakt. Je meet dit door benodigde
arbeidshoeveelheden per eenheid output te zoeken.

Bv. Je hebt 2 goederen: wijn en textiel.
- De opportuniteitskost van wijn in # textiel = kost wijn/kost textiel
- De opportuniteitskost van textiel in # wijn = kost textiel/kost wijn


MODEL: RICARDO MODEL IN AUTARKIE
(zie kladblad)

Productiemogelijkhedencurve
= de productcombinaties wijn-textiel met de beschikbare hoeveelheid technologie
(inputs) voor één land

Assumpties
- We bekijken maar één land met 2 sectoren
- Productiviteitsverschillen waarnemen bij de Q
- Technologieverschillen bij de a

Relatieve Prijzen - Effectieve Product
- Perfecte concurrentie
o Vergoeding volgens waarde dat je produceert (=geen winst, alles naar
WN)
o Lonen in de beide sectoren bij de w
Prijzen
 - Effectieve Productie
Welke exacte
- Perfecte
Relatieve Prijzen - Effec
combinatie
arbeidsmobiliteit wijn-textiel
tussen beide sectoren wordt geproduceerd?
o Als lonen ergens hoger zijn, gaat iedereen in die sector werken
 Afhankelijk van relatieve prijzen
 “perfecte concurrentie”: Loon (per uur) in sector = waarde van productie
Autarkie
mbinatie wijn-textiel wordt geproduceerd? Welke
(geen
= een
elatieve prijzen
winsten
gesloten ) zonder handel
economie PCdus PWexacte
hier kan combinatie
je niet aan wijn-textiel wor
internationale handel
doen. In deze situatie zal je beide =
wC goederen
, wzelf=moeten produceren.
W Afhankelijk van relatieve prijzen ALLE
entie”: Loon (per uur) in sector = waardeavan LC a
productie
 “perfecte
LW concurrentie”: Loon (per uur)werknemer
in sec
w =
PC
,w =
PW PC aLC Hogere lonen in (geen
Wijn- winsten )
Specialisatie in Wijn PC gaan
PW werke
C W < ALLE wC = , wW = de sector m
aLC aLWPW aLW sector werknemers aLC aLW
gaan werken in het hoogste
Hogere lonen in Wijn- Specialisatie in Wijn P a Hogere lonen in Wijn-
PC aLC Hogere lonen inde sectorSpecialisatie
C
< LC
met in loon Specia
=>
sector > Textiel-sector P a
Textiel sector
PW aLW W
het hoogste LW specialisati
Hogere lonen in Specialisatie in loon => P Hogere lonen in deze Specia
aLC van beide
sector
Textiel-sector PCTextiel
a Identieke Lonen Productie
C
>in
= LC specialisatie
Pgoederen
aLW Textiel-sector Textiel
W
PW aLW deze sector
Identieke Lonen Productie van beide Identieke Lonen Produc
PC aLC
goederen = © Jan Van Hove (KU Leuven) – Internationalegoeder
Econom
1) Relatieve prijs van goed < opportuniteitskostvanPgoed
W a LW
2) Relatieve prijs©van goed > opportuniteitskost van goed èSpecialisatie in goed
Jan Van Hove (KU Leuven) – Internationale Economie – 19 ©
3) Relatieve prijs van goed = opportuniteitskost van goed è in autarkie, 2) gaat niet

,MODEL: RICARDO MODEL MET HANDEL
(zie kladblad)

Assumpties
- We bekijken twéé landen met 2 sectoren
o Binnenland H
o Buitenland F*
- Evenwicht op de handelsbalans
o Export = import
- Arbeidsmobiliteit tussen beide sectoren (NIET tussen landen)
- Comparatief voordeel H in T
- Handel treedt op door prijsverschillen

Figuur: relatieve aanbod en relatieve vraag van de wereld met 2 producten textiel en wijn
(we zoeken natuurlijk nog steeds gewoon intersectiepunt tussen V en A)

Relatieve vraag: het is een aanbod gedreven model dus nemen we de vraag als gegeven
Relatief aanbod:

- Horizontale deel (In autarkie): binnenland produceert beide goederen, indifferent
in productie
o Handel in dezelfde goederen (dat wij ook produceren) tussen twee landen
§ Volgens Ricardo is dit onmogelijk dat je beide hetzelfde goed
produceert
- Horizontale deel (In autarkie): buitenland produceert beide goederen, indifferent
in productie

- Verticale deel: specialisatie van beide landen via comparatief voordeel (ideaal
spectrum voor IH)
o Buitenland in goed w
o Binnenland in goed c
o Consumptie check je via de RD-curve
§ Hoeveelheid C, Hoeveelheid W worden beide gevraagd

è Internationale handel want consumptie en productie van beide goederen en krijgt
maximale efficiëntiewinst doordat elk land zich specialiseert in hetgeen waar hij het
beste in is.

Prijs wordt een internationale prijs (convergentie in relatieve prijzen) èprijsequalisatie

In woorden: Je weet dat in autarkie geldt dat de opportuniteitskosten voor goed C lager
zijn dan die van goed C in het buitenland dus ook de relatieve prijzen van binnenland zijn
lager dan buitenland

,swijzigingen en
Arbitrage ontstaat
- Binnenland Welvaart
comparatief voordeel in C à exporteert C naar buitenland à
relatieve prijs van C daalt in buitenland (door hoger aanbod)
- Buitenland comparatief voordeel in W à exporteert W naar binnenland à
wijziging = wijziging van
relatieve prijs van de
W in ruilvoet
binnenland daalt (door hoger aanbod)
uilvoet = prijs exportgoed/ prijs importgoed
AUT HANDEL AUT
 PC  P   PC* 

 PW


Welvaartsimplicaties van het
<  C
 PW


<  * 
 PW 
Ricardiaans Handelsmodel
voetwijziging = wijziging in de reële
WELVAARTSIMPLICATIES VAN HET lonen van
RICARDIAANS HANDELSMODEL
knemers =>  Winst
welvaartseffectenvoor iedereen!
kunnen verschillend
= Is globalisering (internationale handel) goed in zijn totaliteit is het goed voor iedereen?
voor verschillende we individuen
GenererenWaarom? ! het
welvaartswinst uit (<-> aggregatieve
Ricardiaans handelsmodel? 3 redenen
aartswinst)
1. Efficiëntiewinst
GLOBALE WELVAARTSMETING:
Keuze tussen zelf produceren of importeren:
© Jan Van Hove (KU Leuven) – Internationale Economie – 29

1) Efficiëntiewinst
= je hebt de keuzehandel interessant
om zelf te produceren of het goed als te importeren. Je kan spreken van
efficiëntiewinst wanneer:
 1  PC  1 PC aLC
   > of >
 aLC  PW  aLW PW aLW
Je kan dus in het Ricardomodel kiezen voor: importeren
= voorwaarde of van
opdat geen zelfproductie?
beide landen beide goederen
Bv. Binnenland heeft comparatief produceert =>Chandel
voordeel in efficiënter
en beslist dan te
om W zelf eigen productie
produceren.
Eenheid die je inzet in productie van goed W maar stel dat je die ene eenheid gaat
inzetten in de productie van goed C, zal je dat goed C verkopen aan prijs©Pc Jan en
Van betaal
Hove (KU je
Leuven) – Internationale
aan het buiteland Pw om goed W te kopen. Zo kom je aan de eerste vergelijking. Enkel in
dat geval zal IH beter zijn dan zelfproductie van W.

2) Toename in consumptiekeuzes
= doordat je het buitenland mee in de consumptiemogelijkheden keuzes neemt is het
logisch dat je als consument gelukkiger bent als je uit meer producten kan kiezen. Meer
efficiëntiewinsten genereren als je kan importeren.

PF = productiemogelijkhedencurve (productie in autarkie)
FT = consumptiemogelijkhedencurve
De consumptiekeuzes > de productiekeuzes in autarkie

3) Ruilvoetwijziging
De eerder gevonden prijsconvergentie verhouding bij handel noemen we nu ook wel de
ruilvoetwijziging (prijs exportgoed/ prijs importgoed) (in termen van het buitenland
gezien).
o Ruilvoetverbetering/stijging = positief want je krijgt meer geld voor je
export dan voor je importgoed (welvaartswinst)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hadev. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $17.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$17.92
  • (0)
Add to cart
Added