Uitgebreide samenvatting voor CE4 Interne analyse deeltoets 3, HVA Commerciële Economie jaar 1. Alle leerstof voor het tentamen wordt behandeld: voor de A-lijn Edumundo H1 t/m H5, Wat is een bedrijf H1 en H2, Verhage H13 en voor de B-lijn Edumundo H1 t/m H6
SAMENVATTING
CE4 JAAR 1
CE4 interne analyse – Commerciële economie
, SAMENVATTING A-LIJN
H1 Edumundo. Rol van inkoop binnen een organisatie
H1.1 het belang van inkoop
Lange definitie van inkoop: de bedrijfsfunctie die zorg draagt voor de benodigde grondstoffen,
hulpstoffen en producten, op het juiste tijdstip, in de vereiste hoeveelheden, in de juiste kwaliteit
aanwezig tegen de laagste/juiste kosten
Korte definitie van inkoop: alle activiteiten waar de inkoper een factuur voor ontvangt van partijen
buiten de onderneming
Inkoopfunctie = alles en iedereen die betrokken is bij een bepaalde inkoop en is dus veel breder dan
het inkopen zelf. (Ligt besloten bij verschillende afdelingen)
Inkoopafdeling = feitelijke uitvoering van inkoop
Internationale begrippen voor inkoopt:
Buying (kopen): het onderdeel binnen het inkoopproces waarbij sprake is van enig onderzoek
voorafgaand aan de leveropdracht alsook onderhandeling over de condities.
Ordering (bestellen): hierbij is dat niet het geval, direct bestellen
Purchasing (inkopen): omvat het complete proces van specificatie tot leveranciersselectie inclusief
de conditieonderhandeling, het bestellen en het bewaken van de levertijd. (Ook wel procurement)
Global sourcing (internationale inkoop): het inkopen van grondstoffen buiten de eigen landgrenzen
Sourcing: het proces van het vinden van de juiste leveranciers die de inkoopopdracht kunnen
invullen.
H1.2 Plek van inkoop binnen de keten
Waardeketen van Porter: Help analyseren waar een concurrentievoordeel kan zitten.
Maakt duidelijk welke waarde je organisatie toevoegt bovenop de kosten die je maakt. Elke activiteit
in een bedrijf moet waarde toevoegen.
,Primaire activiteiten
- Inkomende logistiek: het verwerken, intern opslaan en toe bedelen van grondstoffen of
halffabricaten om producten van te kunnen maken
++ efficiënte levering en opslag proces + goede relaties met leverancier
- Productie: het vervaardigen van het eindproduct
++ efficiënt productieproces met systemen die die fouten voorkomen
- Uitgaande logistiek: de distributie van de eindproducten
++ Goede opslag en goede distributiesystemen
- Marketing en sales: het onder de aandacht brengen van en de verkoop van de
eindproducten aan de afnemers
++ Wanneer USP duidelijk gecommuniceerd kan worden, zodat je positief opvalt ten opzichte
van concurrenten
- Aftersales: garantie of supportregelingen
++ wanneer zij erin slagen om de waarde van product in stand te houden voor klanten door
bijvoorbeeld goede klantenservice.
Ondersteunde activiteiten (Kunnen indirect waarde toevoegen):
- Inkoop: de aankoop van grondstoffen en overige middelen om het werk uit te kunnen
voeren in de organisatie. ++ goede leveranciers vinden tegen goede prijzen voegt waarde
toe.
- Technologieontwikkeling: Het managen en verspreiden van informatie en ontwikkelen en
beschermen van nieuwe ideeën. ++ kosten voor IT laag houden en up to date blijven met de
laatste ontwikkelingen en zorgen dat alle IT-systemen zonder problemen blijven werken
- Personeelsmanagement: het aannemen door ontwikkelen, motiveren en behouden van
goed personeel. ++ Goede HR
- Infrastructuur organisatie: alle overige ondersteunde systemen, het management, de
boekhoudkundige, administratieve en juridische processen. ++ goed fiscaal advies (minder
kwijt aan belastingen)
Make or buy beslissing: basisvraag die inkopers zich stellen: produceert het bedrijf zelf of besluit met
tot inkoop van een product.
Aan de hand van de waardeketen kan een bedrijf de meerwaarde van een bedrijfsonderdeel
vaststellen. En op basis van deze positieve of negatieve meerwaarde beslissingen nemen over het
verwijderen of handhaven van het bedrijfsonderdeel.
Outsourcing (uitbesteding): als het resultaat van een make or buy-beslissing is dat een organisatie
een gedeelte van de inkoop voor korte of lange tijd overbrengt naar een andere organisatie
Make or buy beslissing:
- Strategische beslissing
- Directie betrokken
- Bij make → grote betrokkenheid bij de inkoop van grondstoffen
- Outsourcing
Total cost of ownership (TCO): het volledig inzichtelijk maken van alle kosten volgend op de aanschaf
en het gebruikt gedurende de levenscyclus van ingekochte goederen.
2
, H1.3 Trends binnen het inkoopvakgebied
Trend 1 = E -procurement
E-procurement of elektronisch inkopen: het gebruikmaken van internettechnologie in het
inkoopproces.
- Met name geschikt voor overheden en grote bedrijven
- Door middel van een nauwkeurige leveranciersselectie en het afsluiten van
inkoopcontracten met de gekozen leveranciers vervallen de inkopende taken van de
inkoopmedewerker.
- Leidt voor de inkoopafdeling tot een grotere doeltreffendheid en hogere efficiëntie van de
aankoopprocedures, administratieve vereenvoudiging en een grotere transparantie
- Neemt taken over van inkoopmedewerkers, wat bijdraagt aan kosten- en tijdsbesparing
Trend 2 = Integratie van inkoop en leveranciers binnen productontwikkeling
De deskundigheid van de leveranciers in een vroegtijdig stadium te betrekken en hierdoor optimaal
gebruik te maken van hun innovatiekracht.
Voorbeeld: Nike en Apple introduceren Nike + IPod, Senseo van Egberts en Phillips
Trend 3 = 3D-printen
3D printer: een apparaat dat op basis van digitale ‘bouwtekeningen’ (computerbestanden)
driedimensionale objecten kan produceren.
- 3D-printen zal volgens experts een behoorlijke impact hebben op de rol en de activiteiten
van de inkoopfunctie: de inkopende partij kan een stuk eenvoudiger zelf gaan produceren.
Trend 4 = ‘Just in time’ productie & total quality control
‘Just in time’-productie (JIT): een logistieke methode die dient te leiden tot voorraadbeheersing. Het
betekend ‘precies op tijd’ leveren wat de klant of ketenpartner nodig heeft. (ook wel Toyota
production system (TPS))
- Net optijd leveren en produceren waardoor bedrijf geen voorraden nodig heeft
- Levert financieel voordeel op (niets hoeft te worden opgeslagen)
- Nadeel: als er een probleem optreedt, kan dit de productie volledig stilleggen
- Bij ‘Just in time’-productie sluiten de productieprocessen van verschillende bedrijven dus
naadloos op elkaar aan.
Trend 5 = Total quality control
Total Quality Control: staat voor de toepassing van kwaliteitsverbetering in alle functies en
processen van een bedrijf en heeft een duidelijke samenhang met ‘Just in time’-productie.
- Zonder kwaliteitscontrole is JIT-productie onmogelijk
- Groot voordeel: kosten kan men laag houden door de productie af te stemmen op de
wisselingen in de vraag, waardoor geen onnodige en dure voorraadvorming plaatsvindt.
Trend 6 = Duurzaam inkopen
Duurzaam inkopen: dat de inkoper naast de prijs van de producten ook let op de effecten van de
inkoop en op sociale aspecten.
- Volgens NEVI (vereniging voor inkoopprofessionals) zorgt duurzaam inkopen voor
waardedecreatie, stimuleert het innovatie en kost het op termijn minder.
- Inkoop is de aanjager voor de duurzame wereld voor morgen (sustainability)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suus-ce. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.86. You're not tied to anything after your purchase.