De opdrachten die gemaakt zijn tijdens de college's van Inleiding Strafrecht, inclusief de antwoorden. Door deze vragen te oefenen haalde ik een 7,8 voor mijn tentamen.
Opdrachten Inleiding Strafrecht
College 1
Onbehoorlijk gedrag (HR 02-04-1985, NJ 1985, 796)
Wat is de strekking van het tweede cassatiemiddel?
Verbod moet niet te algemeen zijn.
Welk beginsel ligt ten grondslag aan dit cassatiemiddel?
Legaliteitsbeginsel
Hoe oordeelt de Hoge Raad over het tweede middel?
Het verbod is in dit geval toegestaan
Lees de conclusie van de A-G. Hoe zou het oordeel zijn geweest indien een vergelijkbare
bepaling zou zijn opgenomen in een APV met betrekking tot het gedrag binnen een
willekeurige gemeente (bijvoorbeeld Staphorst)
Dan mag het niet, want te breed.
Azewijnse paard (HR 06-04-1915, NJ 1915, 427)
Op welke wetsbepaling was de rechtsmacht van Nederland in deze zaak gebaseerd?
Art. 2 Sr.
Waar bevond verdachte zich ten tijde van het begaan van het bewezenverklaarde feit?
Duitsland
Wat is de strekking van het tweede cassatiemiddel?
Je mag op Nederlands grond gebied niks uitvoeren.
Hoe oordeelt de hoge Raad omtrent dit middel?
Er is een middel gebruikt om uit Nederland uit te voeren.
Singapore (HR 06-04-1954, NJ 1954, 368)
Wat was aan verdachte tenlastegelegd c.q. ten laste van hem bewezenverklaard?
Oplichting in Amsterdam
Waar bevond verdachte zich ten tijde van het begaan van het bewezenverklaarde feit?
Singapore
Casus 2
Harrie, woonachtig in het Duitse dorpje Straelen, is een groot paardenliefhebber.
Regelmatig rijdt hij op zijn paard door het beboste gebied rondom zijn woonplaats. Graag
zou Harrie in de toekomst ook samen met zijn vrouw Klaartje paardrijdtochten willen
maken door het Duitse landschap. Harrie kan het zich echter niet veroorloven om een
tweede paard te kopen. Hij heeft een ingenieus plan bedacht om alsnog aan een tweede
paard te komen. Op een druilerige zondagmiddag besluit hij om naar de beek te gaan op
de grens van zijn woonplaats Straelen en het Nederlandse plaatsje Velden. Aan de
overkant van de beek staat Harries droompaard. Met een lasso weet Harrie het paard te
vangen en door het water naar Duitsland te trekken. Als Harrie en Klaartje op hun
paarden een tocht aan het maken zijn worden ze betrapt door de Nederlandse eigenaar
van de merrie. Hij waarschuwt de politie. Uiteindelijk wordt Harrie aangehouden
vanwege de diefstal van het paard. De officier van justitie besluit Harrie voor deze
diefstal te dagvaarden voor de rechtbank in Roermond.
, Ter terechtzitting voert de raadsman van Harrie het verweer dat het ten laste gelegde feit
niet onder de reikwijdte van de Nederlandse strafwet valt aangezien het feit niet in
Nederland maar in Duitsland werd gepleegd.
1. Geef onderbouwd aan of dit verweer kans van slagen heeft.
Nee. Op grond van art. 2 SR (territorialiteitsbeginsel) heeft NL rechtsmacht. Want
Harrie heeft gebruik gemaakt van een middel (lasso) dat werking heeft in NL
(uitvoer paard). Zie arrest HR Azewijnse paard.
2. Welke einduitspraak dient de rechter te geven indien het verweer wordt
gehonoreerd.
Niet ontvankelijkheid van OVJ/OM. (zie antwoord casus 3 vraag 1)
Casus 3
1. Welke einduitspraak dient de rechter te geven, indien een strafbaar feit ten laste
is gelegd dat niet onder de reikwijdte van de Nederlandse strafwet valt?
NL heeft dan geen rechtsmacht, dus de OVJ heeft het recht niet om te vervolgen.
Dus de uitspraak is op grond van art. 349 lid 1 Sv. Niet ontvankelijkheid van de
OVJ/ het OM.
2. Kan een Nederlander in Nederland worden vervolgd voor het veroorzaken van
een ernstigverkeersongeval in Duitsland waarbij slachtoffers zijn gevallen (art. 6
WVW)?
Ja, het moet dan een misdrijf zijn in Nederland en strafbaar in Duitsland (Eis van
dubbele strafbaarheid). Deze staat in art. 7 lid 1 Sr (het actief
nationaliteitsbeginsel). Op grond van art. 178 lid 1 jo 175 lid 1 WVW is het een
misdrijf in Nederland. Dit misdrijf is ook strafbaar in Duitsland. Dus NL kan
vervolgen.
3. Kan een Nederlander in Nederland worden vervolgd voor het aangaan van een
tweede en derde huwelijk (art. 237 Sr) in een land waar meerdere huwelijken zijn
toegestaan?
Art. 7 lid 2 sub A SR, het actief nationaliteitsbeginsel. Op basis hiervan heeft NL
rechtsmacht.
4. Kan een Nederlander in Nederland worden vervolgd ter zake art. 184 Sr, indien
hij een bevel van een Belgische politieambtenaar niet heeft opgevolgd?
De gedraging valt onder de Belgische wetgeving. Dus geen rechtsmacht.
Nederlandse OVJ heeft geen recht om te vervolgen. (Komt niet in de toets)
5. Kan een Somalische kaper in Nederland worden vervolgd voor het kapen van een
Deens vrachtschip op de open zee?
Universaliteitsbeginsel, art. 4 sub e SR. Piraterij staat geregeld in art. 381 SR.
Dus NL heeft rechtsmacht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vayaxs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.