Volledige en correcte samenvatting van Personenbelasting inclusief codex verwijzingen en voorbeelden die we tijdens de les hebben gemaakt. Ook aangevuld met notities die ik tijdens de les heb genomen. Deze samenvatting bevat: (alle leerstof)
- Les 1 onroerende inkomsten
- Les 2 beroepsinkomsten b...
• Ongebouwde onroerende goederen (bouwland, bossen, gronden…)
• Gebouwde onroerende goederen (huizen, handelspanden, fabrieken,…)
• Materieel en outillering onroerend van nature of door bestemming
Toestellen en andere installaties die nuttig en nodig zijn voor productie
Inkomsten van onroerende goederen:
• Goed wordt verhuurd: ontvangen huur
• Goed wordt niet verhuurd: huurwaarde ervan
Voor in België én in het buitenland gelegen onroerende goederen: kadastraal inkomen
(forfaitaire vaststelling van de huurwaarde):
• Vanaf aj 22 is de berekening van het belastbaar inkomen voor buitenlands OG
hetzelfde als dat voor in België gelegen OG het geval is. Zie later in deze PPT. De fiscus
(administratie voor patrimoniumdocumentatie) kent aan een buitenlands OG een KI
toe op dezelfde (verouderde) basis als die van Belgisch vastgoed.
Definitie KI: gemiddeld normaal jaarlijks netto-inkomen volgens de huurvoorwaarden op een
bepaald referentietijdstip (01/01/1975):
• 10 jaarlijkse perequatie
• KI terug te vinden op aanslagbiljet onroerende voorheffing
Berekening:
• Geïndexeerd KI afgerond op de dichtstbijzijnde euro
Bestaan KI: (art 9 eerste lid WIB)
• Nieuwgebouwd OG: vanaf de dag van ingebruikname of eerste verhuring
• Verbouwingswerken: verhoogd KI vanaf de dag van de voltooiing van de werken
• Nog niet gekend: vrijstelling aangifte PB of niets invullen en nadien bezwaar
Notities: Vak III: onroerende inkomsten
Invullen volgens de verdeling in het huwelijksvermogensstelsel
,Voorbeeld 1:
P1 en P2 zijn gehuwd in het wettelijk stelsel. Ze hebben een gezinswoning met KI 1000, P1
gebruikt de woning 10% voor zijn beroep.
Vrijstelling in de PB voor de eigen woning: art 12&3 WIB
• 10% van KI = 1000 * 10% = 100 (code 1105) → 100 niet belastbaar
• Vrijgesteld = niet inschrijven in PB en dus ook niet belastbaar
• Niet belastbaar = wel inschrijven, maar niet belastbaar
Voorbeeld 2:
P1 en P2 zijn eigenaar van een gezinswoning met KI 1000. Ze zijn ook eigenaar (P1 70% en P2
30%) van een appartement met KI 800. Dit wordt verhuurd aan een gezin voor 1100 euro
per maand. P2 is 100% eigenaar van een huis met KI 1200. Dit wordt niet verhuurd.
Aangifte indien gehuwd in het wettelijk stelsel:
• Niet geïndexeerd KI zal moeten ingeschreven worden in PB (maar niet belastbaar?)
• Appartement met KI 800: 400 (code 1106) + 600 (code 2106) = 1000
• Huis met KI 1200: 400 (code 1106) + 600 (code 2106) = 1000
Belast op GKI (= geïndexeerd kadastraal inkomen) * 1,40 (art 7&1° en 2° WIB92) belastbaar
onroerend inkomen P1 = P2:
• Privé verhuring --> belast op GKI * 1,40
• P1 en P2 = (code 1106 en 2106) = P1 = P2 = 1000 euro
• GKI: 1000 * 2,0915 = 2019,5: ALTIJD afronden naar de euro => dus 2092 euro!
• GKI * 1,40 = 2092 * 1,40 = 2928,80 onroerend inkomen
,P1 en P2 belast op het GBI (= gezamenlijk belastbaar inkomen): GBI:
• Bij (2) kunnen er nog bijkomen, maar niet standaard
Stel aangifte indien gehuwd in het stelsel scheiding van goederen:
• Appartement KI 800: 70% van 800 = 560 (code 1106) en 240 (code 2106)
• Huis van P2 KI 1200: 100% van 1200 = 1200 (code 1106) + 30% van 800 = 240 (code
2106) = 1440
Einde van voorbeelden/oefeningen
Het KI kan in een aantal gevallen vrijgesteld worden van aangifte:
• OG die gebruikt worden voor weldadigheidsdoeleinden (art 12 §1 WIB)
• KI van de eigen woning (art 12 §3 WIB)
KI vrijgesteld dus niet aangeven in PB
Definitie brutohuur = huurprijs + huurvoordelen
• Huurprijs = werkelijk ontvangen huurinkomsten
• Huurvoordelen = kosten die de eigenaar (verhuurder) normaal moet dragen maar die
ten laste worden gelegd van de huurder → is dus een voordeel voor de verhuurder,
maar een huurlast voor de huurder
Opmerking:
Persoonlijke lasten van de huurder die door de verhuurder worden gedragen,
moeten van de huurprijs en de huurvoordelen afgetrokken worden
Voor in buitenland gelegen OG mogen de belastingen die betrekking hebben op
de OG worden afgetrokken om de brutohuur te bepalen
Wie moet onroerend inkomen aangeven?
Verplichting tot aangifte berust bij de begunstigde van het inkomen: (art. 11 WIB)
• Voor onroerende goederen in België: persoon op wie de OV wordt ingekohierd:
Eigenaar
Bezitter
Erfpachter
Opstalhouder
Vruchtgebruiker
, OG in onverdeeldheid: elke persoon slechts deel aangeven dat overeenstemt met zijn
aandeel in eigendom
Aangifte OI bij een gemeenschappelijke aanslag:
• Wettelijk genot van ouders voor OI van minderjarige kinderen (art 126 §4 WIB)
• Bij verandering van eigenaar: OI aangeven evenredig met aantal dagen dat je
eigenaar bent geweest (art 9, tweede lid WIB)
• Bij wijziging van bestemming tijdens BT (= belastbaar tijdperk): OI proportioneel in
dagen opsplitsen naargelang de bestemming (art 9, tweede lid WIB)
Onroerende inkomsten van in België gelegen onroerend goed:
Verschillende bestemmingen mogelijk:
• Eigen woning
• Eigen beroepsmatig gebruik
• OG die niet worden verhuurd of worden verhuurd aan een privégebruiker
• OG die overeenkomstig de pachtwetgeving verhuurd worden aan land- of
tuinbouwers
• Verhuring aan personen die ze voor hun beroep gebruiken
• …
Eigen woning (art 2, §1, 15° WIB – art. 5/5, §4, tweede lid BFW): waar in codex?
• woning waar BP eigenaar, bezitter, erfpachter, opstalhouder of VG is tijdens BT en:
Die BP zelf met zijn gezin betrekt of
Die BP niet betrekt o.w.v. beroeps- of sociale redenen, stand van de
bouwwerkzaamheden of contractuele/wettelijke belemmeringen
• De eigen woning omvat niet het gedeelte van de woning dat tijdens het BT:
Beroepsmatig gebruikt wordt door BP of één van zijn gezinsleden
Betrokken wordt door personen die geen deel uitmaken van het gezin van de BP
• BP kan maar één EW (= eigen woning) hebben (art 5/5, §4 BFW)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daan28. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.38. You're not tied to anything after your purchase.