100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Alle literatuur en jurisprudentie (PFR) $6.87
Add to cart

Summary

Samenvatting Alle literatuur en jurisprudentie (PFR)

 30 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Literatuur behorende bij de onderwijsgroepen.

Preview 4 out of 74  pages

  • June 8, 2019
  • 74
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Personen- en familierecht


Samenvatting literatuur en jurisprudentie


Bijeenkomst 1.
Basishandboek Nuytinck, Hoofdstuk 11: Afstamming
11.1 Inleiding
De nieuwe regelgeving inzake het afstemmingsrecht
In 1998 en 2014 is het afstammingsrecht ingrijpend veranderd. In het oude afstemmingsrecht dat tot 1
april 1998 heeft gegolden, kwamen ten aanzien van kinderen termen voor als wettig, onwettig,
natuurlijk en wettiging, bijv. in art. 1:197 BW. Deze terminologie ging samen met het verschil in
rechtspositie tussen kinderen die binnen en kinderen die buiten huwelijk waren geboren. Nu erft een
uit een huwelijk geboren kind bij versterf van zijn vader, maar een uit een niet-huwelijkse relatie
geboren kind erft past bij versterf van de man nadat deze het kind heeft erkend of geadopteerd dan
wel diens ouderschap gerechtelijk is vastgesteld (art. 4:10 lid 1 en lid 3 BW). Er is dus sprake van een
nieuw onderscheid: kinderen die wel en kinderen die niet in familierechtelijke betrekking tot een
persoon in de rechte opgaande lijn in de eerste graad staan, waarbij opmerking verdient dat een kind
altijd in familierechtelijke betrekking tot zijn moeder staat, of zij nu is gehuwd of niet.
Vanaf april 1998 zijn de mogelijkheden tot ontkenning van het door huwelijk ontstane
vaderschap voor de vader en de moeder zijn gelijkgetrokken, dat ook het kind de mogelijkheid heeft
gekregen het vaderschap te ontkennen, of juist in stand brengen van een juridisch vaderschap. Sinds
2014 is de ontkenningsmogelijkheid uitgebreid tot het door geregistreerd partnerschap ontstane
vaderschap, en vaderschap veranderd in ouderschap.
De staatscommissie herijking ouderschap (SHO) heeft zich gebogen over de grondslagen van
het afstammings- en gezagsrecht. Zij had tot taak de regering te adviseren over de wenselijkheid van
wijziging van het BW en aanverwante wetten in verband met de hiernavolgende onderwerpen:
a. Het ontstaan van juridisch ouderschap, zoals vormgegeven in heet huidige afstammingsrecht
b. Meerouderschap en meeroudeergezag;
c. Draagmoederschap

Het recht om te weten van wie men afstamt
De onderlinge rangorde tussen enerzijds het recht van een meerderjarig natuurlijk kind om te weten
door wie het verwekt is en anderzijds het recht van de moeder om zulks ook tegenover haar kind
verborgen te houden moet worden geoordeeld dat het recht van het kind prevaleert (arrest
valkenhorst). De HR voegt toe dat in dit verband nog opmerking verdient dat het te dezen niet gaat
om kunstmatige donorinseminatie  wet donorgegevens kunstmatige bevruchting, zie art. 2 en 3.

11.2 Algemene bepalingen
Familierechtelijke betrekking
Art. 1:197 BW bepaalt dat een kind, zijn ouders en hun bloedverwanten in familierechtelijke betrekking
tot elkaar staan. Met het inbegrip familierechtelijke betrekking brengt de wetgever tot uitdrukking
tussen wie een afstammingsband bestaat. De ouders in dit artikel zijn de juridische ouders. Ook voor
de toepassing van andere wettelijke bepalingen geldt dat, wanneer de term ouders zonder nadere
aanduiding is gebruikt, daarmee meestal de juridische ouders zijn bedoeld. Zijn de ouders met elkaar
gehuwd of GP dan staan zij van rechtswege in familierechtelijke betrekking tot het kind, mits het gaat
om man/vrouw en vrouw/vrouw paren, dus niet man/man paren. Zijn de ouders niet gehuwd of GP dan
staat de moeder wel van rechtswege in familierechtelijke betrekking tot het kind, maar de man pas na
erkenning van het kind dan wel na gerechtelijke vaststelling van het ouderschap of adoptie.
In juridische zin kom tot 1 april 2014 een kind maar een vader en een moeder hebben, en niet
twee moeders of twee vaders, behalve door middel van adoptie. Wet lesbisch ouderschap maakte dit
wel mogelijk.
Twee personen van hetzelfde geslacht kunnen niet alleen juridisch ouder zijn maar ook
gezamenlijk het gezag over een kind uitoefenen. Bij erkenning is niet rechtstreeks sprake van gezag.
Overigens houdt de wetgever, daar waar nodig, rekening met kunstmatige bevruchtingstechnieken, en
wel in drie gevallen: de ontkenning van het door huwelijk of GP ontstane vaderschap of moederschap
(art. 1:200-202b), de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap (art. 1:207 en 208) en de
alimentaire ouderschapsactie (art. 1:394 BW).

, Personen- en familierecht


Wie is moeder van een kind?
Art. 1:198 BW geeft hierop antwoord. Tot 1 april 2014 was dit slechts de vrouw uit wie het kind is
geboren of die het kind heeft geadopteerd. Dit geldt ook als het genetische materiaal waaruit het kind
is ontstaan, niet afkomstig is van de vrouw die het kind heeft gebaard.

De wet lesbisch ouderschap heeft het aantal juridische moeders aanzienlijk doen stijgen. Naar gelden
recht bestaan de volgende juridische moeders op grond van art. 1:198 lid 1 BW
a. De vrouw uit wie het kind is geboren;
b. De (overleden) echtgenote of de (overleden) geregistreerde lesbische partner van de vrouw
uit wie het kind is geboren, ten tijde van de geboorte van het kind (meemoeder/duomoeder);
c. De vrouw die het kind heeft erkend (art. 1:203 BW);
d. De vrouw wier ouderschap gerechtelijk is vastgesteld (art. 1:207 en 1:208 BW);
e. De vrouw die het kind heeft geadopteerd (art. 1:227 BW).

Onderdeel B: het juridisch moederschap ontstaat van rechtswege pas ten gevolge van het lesbisch
huwelijk of GP nadat aan een aantal vereisten is voldaan. Zo moet het kind zijn verwekt door
kunstmatige bevruchting en moet een door de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting ter
bevestiging hiervan afgegeven verklaring zijn overgelegd, waaruit blijkt dat het gaat om een
aanvankelijk anonieme donor, dus dat de identiteit van de donor aan de vrouw bij wie kunstmatige
donorbevruchting heeft plaatsgevonden, onbekend is. De verklaring dient bij de aangifte van de
geboorte te worden overlegd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand en werkt terug tot aan de
geboorte van het kind. Zou aan deze vereisten niet zijn voldaan, dan moet de meemoeder het kind
erkennen of adopteren dan wel haar ouderschap gerechtelijk laten vaststellen om juridisch moeder
van het kind te kunnen worden.

De draagmoeder die een kind heeft gebaard voor de wensouders, is de juridische moeder van het
kind, ook al het genetische materiaal van de wensmoeder afkomstig is. De praktijk was tot 1 januari
2015 dat de draagmoeder vervolgens van het gezag over het kind wordt ontheven op de grond dat zij
ongeschikt of onmachtig is haar plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van
het kind zich niet tegen deze ontheffing verzet (art. 1:266 OUD BW). Sinds toen kan het gezag van de
draagmoeder worden beëindigd op grond van art. 1:266 lid 1 sub a BW. De wensouders worden dan
met het gezag over het kind belast. Zij moeten een adoptieprocedure starten om ook de juridische
ouders van het kind te kunnen worden. Daarbij moeten zij uiteraard voldoen aan de voorwaarden
voor adoptie. Zo is vereist dat zij gedurende ten minste een aaneengesloten periode van drie jaar
onmiddellijk voorafgaande aan de indiening van het adoptieverzoek met elkaar hebben samengeleefd
(art. 1:227 lid 2 BW), dat de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, dat op het tijdstip van het
adoptieverzoek vaststaat en voor de toekomst redelijkerwijs is te voorzien dat het kind niets meer van
zijn ouder of ouders in de hoedanigheid van ouder heeft te verwachten, en dat aan de door art. 1:228
lid 1 sub a-g BW gestelde voorwaarden wordt voldaan (art. 1:227 lid 3 BW).
Illegaal: draagmoeder geeft kind af en vader doet aangifte bij burgerlijke stand dat het kind uit
zijn partner is geboren. De ambtenaar is niet verplicht, maar bevoegd zich bij de aangifte te doen
overleggen van een door een arts of verloskundige opgemaakte verklaring dat het kind uit de als
moeder opgegeven persoon is geboren (art. 1:19e lid 8 BW). De geboorteakte heeft een sterke
bewijskracht, echter tegenbewijs is mogelijk. De wensvader die valselijk aangifte doet is schuldig aan
verduistering van staat, hij maakt opzettelijk de afstamming van het kind onzeker (art. 236 Sr).
De heersende leer is dat het draagmoedercontract partieel nietig is op grond van strijd met de
goede zeden en de openbare orde (art. 3:40 BW), zodat de wensouders geen nakoming van het
contract kunnen vorderen als de draagmoeder na de bevalling niet bereid is het kind aan de
wensouders af te staan, en omgekeerd de draagmoeder niets kan ondernemen op grond van het
contract als de wensouders na de bevalling niet bereid zijn het kind in hun gezin op te nemen,
schadevergoeding kan wel aan de orde komen.

Wie is vader van een kind?
Art. 1:199 BW:
a. Die op het tijdstip van de geboorte van het kind met de vrouw uit wie het kind is geboren, is
gehuwd of een GP is aangegaan, tenzij onderdeel b of de slotzin van art. 1:198 lid 1 sub b BW
geldt;
b. Wiens huwelijk of GP met de vrouw uit wie het kind is geboren, binnen 306 dagen voor de
geboorte van het kind door zijn dood is ontbonden, zelfs indien de moeder was hertrouwd of
een nieuw GP had, indien echter de vrouw sedert de 306 e dag voor de geboorte van het kind

, Personen- en familierecht


was gescheiden van tafel en bed of zij en haar echtgenoot of GP sedert dat tijdstip
gescheiden hebben geleefd, kan de vrouw binnen een jaar na de geboorte van het kind ten
overstaan van de ambtenaar verklaren dat haar overleden echtgenoot of GP niet de vader van
het kind is, van welke verklaring een akte wordt opgemaakt; was de moeder op het tijdstip van
de geboorte hertrouwd of had zij een nieuw partnerschap laten registreren, dan is in dat geval
de huidige echtgenoot of GP de vader, of de lesbische moeder van het kind (art. 1:198 lid 1
sub b BW);
c. Die het kind heeft erkend (art. 1:203 BW);
d. Wiens ouderschap gerechtelijk is vastgesteld (art. 1:207 en 1:208 BW);
e. Die het kind heeft geadopteerd (art. 1:227 BW).

De in onderdeel a bedoelde man die als vader geldt, wordt vermoed de verwekker van heet kind t zijn
of althans te hebben ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben
gehad.

11.3 Ontkenning van het door huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstane vaderschap of
moederschap
Het Kroon-arrest
Volgens art. 1:198 (oud) BW kon de moeder door een verklaring, afgelegd ten overstaan van een
ambtenaar van de burgerlijke stand, ontkennen dat een kind dat binnen 306 dagen na de ontbinding
van het huwelijk uit haar was geboren, het kind van haar vroegere echtgenoot was, mits een andere
man het kind erkende bij de akte die van die verklaring werd opgemaakt. Blijkens art. 1:199 oud BW
had de man meer ontkenningsmogelijkheden dan de vrouw. Zo kon hij ook staande huwelijk zijn
vaderschap ontkennen. Thans is deze ongelijke behandeling van man en vrouw verdwenen. De
directe aanleiding tot wijziging van de wet op dit punt is het Kroon-arrest van het EHRM geweest.
Arrest: het was voor een gehuwde vrouw onmogelijk om het vaderschap van haar echtgenoot
te ontkennen, terwijl de echtgenoot zelf zijn vaderschap weel kon ontkennen  ongelijke behandeling.
EHRM: family life, niet alleen huwelijk. Naar de mening van het EHRM vereist respect voor family life
dat de biologische en de sociale werkelijkheid boven een wettelijke presumptie gaan die zowel tegen
de vaststaande feiten als tegen de wensen van de betrokkenen in gaat zonder dat iemand daarvan
werkelijk profijt heeft. De casus is in strijd met art. 8 EVRM.

Ontkenningsmogelijkheden voor de vader, de moeder en het kind
Het in art. 1:199 sub a en b BW bedoelde vaderschap kan op de grond dat de man niet de biologische
vader van het kind is, worden ontkend:
a. Door de vader of de moeder van het kind;
b. Door het kind zelf (art. 1:200 lid 1 BW).

De vader of de moeder kan het in art. 1:199 sub a en b BW bedoelde vaderschap niet ontkennen,
indien de man voor het huwelijk of GP heeft kennis gedragen van de zwangerschap (art. 1:200 lid 2
BW). De vader of de moeder kan het in art. 1:199 sub a en b BW bedoelde vaderschap evenmin
ontkennen, indien de man heeft ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg
kan hebben gehad (art. 1:200 lid 3 BW), denk aan IVF, instemming overspel.
Het in art. 1:200 lid 2 en 3 BW bepaalde is niet van toepassing ten aanzien van de vader,
indien de moeder hem heeft bedrogen omtrent de verwekker (art. 1:200 lid 4 BW). In dat geval kan de
vader dus wel, maar de moeder niet het vaderschap ontkennen.
Het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning wordt door de moeder bij de rechtbank
ingediend binnen een jaar na de geboorte van het kind. Een zodanig verzoek wordt door de vader
ingediend binnen een jaar nadat hij bekend is geworden met het feit dat hij vermoedelijk niet de
biologische vader van het kind is (art. 1:200 lid 5 BW).
Het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning wordt door het kind bij de rechtbank
ingediend binnen 3 jaar nadat het kind bekend is geworden met het feit dat de man vermoedelijk niet
zijn biologische vader is (art. 1:200 lid 6 BW).

De wet lesbisch ouderschap heeft de ontkenning van het door huwelijk of GP ontstane moederschap
geregeld. Zo bepaalt art. 1:202a lid 1 BW dat het in art. 1:198 lid 1 sub b BW bedoelde moederschap
op de grond dat de moeder niet de biologische moeder van het kind is kan worden ontkend:
a. Door de moeder van art. 1:198 lid 1 sub a BW;
b. Door de moeder van art. 1:198 lid 1 sub b BW:
c. Door het kind zelf.

, Personen- en familierecht




Ontkenningsmogelijkheden in geval van overlijden van de vader, van de moeder of van het kind
Geregeld in art. 1:201 BW. Art. 1:202b BW is de tegenhanger van art. 1:201 BW in geval van de
barende vrouw of de meemoeder (lid 1), dan wel van het kind (lid 2).

Rechtsgevolgen van de ontkenning
Geregeld in art. 1:202 BW. Nadat de beschikking houdende gegrondverklaring van een ontkenning
van een door huwelijk of GP ontstaan vaderschap in kracht van gewijsde is gegaan, wordt het door
huwelijk of GP ontstane vaderschap geacht nimmer gevolg te hebben gehad (art. 1:202 lid 1 BW).
Te goeder trouw door derden verkregen rechten worden door de gegrondverklaring van de
ontkenning nochtans niet geschaad (art. 1:202 lid 2 BW). Door de gegrondverklaring van de
ontkenning ontstaat geen vordering tot teruggave van kosten van verzorging en opvoeding of van
kosten van levensonderhoud en studie noch tot teruggave van het krachtens vruchtgenot genotene
(art. 1:202 lid 3 BW).

11.4 Erkenning
Wat is erkenning?
Erkenning is een eenzijdige ongerichte familierechtelijke rechtshandeling, waardoor een
familierechtelijke betrekking tussen een persoon en een kind tot stand wordt gebracht en deze
persoon juridisch ouder van het kind wordt. Vereist is niet dat deze persoon de verwekker, biologische
vader of biologische moeder van het kind is.

Rechtsgevolgen van erkenning
1. Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking tot de moeder staat, heeft het haar
geslachtsnaam (art. 1:5 lid 1 BW). Indien een kind door een man wordt erkend, kan het diens
geslachtsnaam verkrijgen als de moeder en de erkennen daarvoor kiezen, wordt geen keuze
gemaakt dan houdt het kind de geslachtsnaam van de moeder (art. 1:5 lid 2 BW).
2. Gedurende het huwelijk oefenen de ouders het gezag over hun minderjarige kinderen
gezamenlijk uit (art. 1:251 en 1:251a BW). Geen huwelijk, samen gezag op verzoek: art. 1:244
BW.
3. Het kind heeft het recht op omgang met zijn ouders. De niet met het gezag belaste ouder
heeft het recht op en de verplichting tot omgang met zijn kind (art. 1:377a lid 1 BW).
4. Tot het verstrekken van levensonderhoud zijn op grond van bloedverwantschap gehouden de
ouders en de kinderen (art. 1:392 lid 1 sub a en b BW).
5. Tot de nalatenschap worden door de wet o.a. geroepen zij die tot de overledene in
familierechtelijke betrekking stonden (art. 4:10 lid 3 BW).
6. Ook de nationaliteit is van groot belang voor het bestaan van de familierechtelijke betrekking,
zie Rijkswet op het Nederlanderschap.

Wijzen van erkenning
In afwijking van de hoofdregel van art. 3:37 lid 1 BW is erkenning blijkens art. 1:203 lid 1 BW niet
vormvrij. Erkenning kan geschieden:
a. Bij een akte van erkenning, opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand;
b. Bij notariële akte.
Ontbreekt een akte dan is de erkenning nietig (art. 3:39 BW). De erkenning heeft gevolg vanaf het
tijdstip waarop zij is gedaan, dus geen terugwerkende kracht (art. 1:203 lid 2 BW).

Nietigheid van de erkenning
Art. 1:204 lid 1 BW noemt 5 gevallen waarin de erkenning nietig is. Er is sprake van nietigheid indien
de erkenning is gedaan:
a. Door een persoon die krachtens art. 1:41 BW geen huwelijk met de moeder mag sluiten of
krachtens art. 1:80a lid 5 BW geen GP met de moeder mag aangaan;
b. Door een minderjarige die de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt;
c. Indien het kind de leeftijd van 16 jaar nog niet heeft bereikt zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de moeder of vader;
d. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het kind van 12 kaar of ouder;
e. Terwijl er twee ouders zijn.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannonstiels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

49051 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.87
  • (0)
Add to cart
Added