Je vindt hier mijn verslag omtrent levensbeschouwing 2 uit jaar 2. Ik heb voor dit verslag een 9,1 (91/100) gehaald. Ik schrijf in dit verslag o.a. over vieren, herdenken, rituelen en gewoonten en ik heb een webquest moeten maken voor dit verslag. De webquest is ook in te zien via het verslag.
Naam: Karel Bos
Studentnummer: 665905
Klas: DT2B
Schoolbegeleider: Kim Goldschmidt
Datum: 24-03-2022
1
,Voorwoord
In dit verslag vind je informatie over levensbeschouwelijke ontwikkeling op de basisschool. Ik ben
Karel Bos, 2e jaars PABO student aan de hogeschool InHolland in Alkmaar, ik loop stage in groep 7 op
de Helmgras te Castricum. Om mij als PABO student en toekomstig leerkracht verder te ontwikkelen,
wil ik graag te weten komen wat de invloed is van levensbeschouwing op de basisschool en in
hoeverre ik kan bijdragen aan het ontwikkelen van een visie bij de leerling.
Ik vond het zeer interessant om dit uit te zoeken omdat het uiteindelijk in de toekomst zijn weerslag
zal hebben op mijn ontwikkeling als leerkracht. Door de nieuwe kennis die ik heb opgedaan en het
nieuwe perspectief wat ik hierbij heb gekregen, heb ik een beter beeld van de levensbeschouwelijke
ontwikkeling van de leerling.
Als laatste wil ik de onderwijsstichting Tabijn bedanken dat ik op een van hun scholen dit onderzoek
heb mogen uitvoeren, bassischool de Helmgras en in het bijzonder de leerkracht van groep 7, Merel
Siersema, dat ik hier mijn observatie heb mogen doen en mijn schoolbegeleider Kim Goldschmidt
voor het ondersteunen van dit onderzoek.
2
,Inhoud
Voorwoord ............................................................................................................................................... 2
Levensbeschouwelijke ontwikkeling ....................................................................................................... 4
De theorie over morele en levensbeschouwelijke ontwikkeling ........................................................ 4
De niveaus van ontwikkeling opgesplitst (onderbouw, middenbouw, bovenbouw) .......................... 6
Verschillen tussen de praktijk en de theorie in de ontwikkeling......................................................... 9
Burgerschapsvorming ............................................................................................................................ 11
Visies op burgerschapsvorming ......................................................................................................... 11
Burgerschapsvisies in de praktijk....................................................................................................... 12
Levensbeschouwelijke basisvaardigheden ............................................................................................ 13
Levensbeschouwelijke les (webquest) .................................................................................................. 14
Basisvaardigheden bij de webquest ...................................................................................................... 15
Reflectie les levensbeschouwing ........................................................................................................... 17
Reflectie levensbeschouwelijke vaardigheden...................................................................................... 18
Andere levensbeschouwingen............................................................................................................... 19
Ontmoeting met andere mensen met een andere levensbeschouwing ........................................... 19
Levensbeschouwelijke diversiteit in de klas ...................................................................................... 20
Levensbeschouwelijke ontwikkeling ..................................................................................................... 22
Bijlage 1. Verklaring vormvereisten/verwijswijzer ................................................................................ 23
Bijlage 2. Webquest ............................................................................................................................... 25
Bijlage 3. Kijkwijzer en reflectiemodel................................................................................................... 26
Bijlage 3.1. Reflectiemodel ................................................................................................................ 27
Bijlage 4. Foto’s van enkele resultaten .................................................................................................. 29
Bijlage 5. Diversiteit in de klas ............................................................................................................... 31
Bijlage 6. Bronnenlijst ............................................................................................................................ 32
3
, Levensbeschouwelijke ontwikkeling
De theorie over morele en levensbeschouwelijke ontwikkeling
Levensbeschouwing is een breed begrip, breder dan godsdiensten of normen en waarden. (Schepper,
2004)
Wat wij ervaren is selectief door onze onbewust verschillende manieren van waarnemen, dit is de
meest fundamentele manier van levensbeschouwing. Levensbeschouwing moet dan ook meer
worden opgevat als een werkwoord ‘’het leven beschouwen’’. Het wordt daarmee een proces
waarbij de visies het product zijn. (Schepper, 2004)
Toch kun je, je ook laten leiden bij levensbeschouwing door visies van anderen, zowel bewust als
onbewust neem je ook deze informatie mee in ‘’het beschouwen van het leven’’.
Levensbeschouwing heeft dus te maken met onze bewuste, expliciete opvattingen en onze
onbewuste, impliciete opvattingen. (Schepper, 2004)
De leerprocessen in het schoolvak levensbeschouwing zijn gericht op:
‘’De ontwikkeling van levensbeschouwelijke en morele identiteit van leerlingen door kennismaking
met het christendom en andere godsdiensten en levensbeschouwingen mede gericht op de
participatie aan godsdienstig/levensbeschouwelijke en morele communicatie in een multiculturele
samenleving.’’ (Schepper, 2004)
In de praktijk in de klas leidt dat tot;
1. Je werkt gericht aan de ontwikkeling van kinderen. Het kind staat centraal niet de
levensbeschouwing die aangeleerd moet worden.
2. Je werkt met de hele klas aan een onderwerp. De klas wordt niet opgesplitst in verschillende
richtingen. Je hebt een open houding naar alle levensbeschouwelijke tradities.
3. Je hebt betrokkenheid op levensbeschouwing en op je eigen levensbeschouwelijke keuzes. Je
herleidt het vak niet tot zakelijke informatie. Om de combinatie van betrokkenheid en
openheid te realiseren werk je met open doelstellingen. Je geeft aandacht aan godsdienst en
levensbeschouwing en je geeft aandacht aan onderzoek, reflectie en verbeelding.
4. Je gebruikt veel levensbeschouwelijke tradities om het levensbeschouwelijk en godsdienstig
denken inzichtelijk te maken.
5. Je bent je bewust van de invloed die jij zelf kan hebben op kinderen. Je stelt de ontwikkeling
van vaardigheden centraal.
6. Je streeft naar een balans tussen denken, voelen en doen; hoofd, hart en handen.
7. Je schenkt veel aandacht aan communicatie als belangrijk middel in de ontwikkeling van
levensbeschouwing.
8. Je integreert zoveel mogelijke verwante vakken, tegelijk handhaaf je levensbeschouwing als
een vak met zijn eigen doelstellingen.
(Schepper, 2004)
Als derde kopje voor levensbeschouwelijke ontwikkeling in de klas wordt betrokkenheid genoemd.
Het traditionele godsdienstige/levensbeschouwelijke onderwijs had het doel om de opvatting van de
school of de betreffende leerkracht over te dragen op de kinderen. In een reactie hierop is een
beweging ontstaan waarbij godsdienst en levensbeschouwing als abstracte informatie wordt
meegegeven met het oog op een zo veel mogelijk persoonlijke keuze. De benaderingen van beide
theorieën zijn goed; het gaat erom kinderen te vormen tot een persoonlijke keuze. Maar dit betekent
niet dat kinderen de levensbeschouwelijke informatie in een abstracte vorm moeten krijgen zonder
persoonlijke betrokkenheid van de leerkracht. Juist die persoonlijke betrokkenheid van een
leerkracht zorgt voor een sterke ontwikkeling op het gebied van levensbeschouwing bij kinderen.
Doordat de leerling ruimte krijgt voor dialoog en zo nieuwe inzichten verwerft.(Schepper, 2004)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller karelbos. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.85. You're not tied to anything after your purchase.