Plantijn Hogeschool van de provincie Antwerpen (AP)
toegepaste psychologie
Psychodiagnostisch werken 2
All documents for this subject (4)
Seller
Follow
angelika05kasoyan
Content preview
1. Wat is intelligentie? 2
1.1 Intelligentie in de naïeve psychologische theorie 2
1.1.1 Standpunten met betrekking tot intelligentie 2
1.1.2 Intuïtieve mensenkennis 2
1.1.3 Wat denkt een leek over intelligentie (onderzoek Sternberg) 2
1.1.4 Taak van de psychologie als wetenschap 2
1.2 Intelligentie: wetenschappelijke afbakening van het begrip 2
1.2.1 Academische intelligentie 2
1.2.2 Intelligentie: dat wat de test meet (definitie van Boring) 2
1.2.3 Wetenschappelijke definities 3
1.2.4 Niveaus van intelligentie: A, B en C (Vernon) 3
1.2.5 Niet slechts één definitie: wat nu? 3
2. Geschiedenis en theorieën rond intelligentie 3
2.1 Psychometrische theorieën en intelligentiemodellen 3
2.1.1 Spearman's tweefactorentheorie 3
2.1.1.1 Theorie van Spearman 4
2.1.1.2 Testonderzoek 4
2.1.1.3 Kritiek op de theorie van Spearman 4
2.1.2 Thurstone: Primary Mental Abilities 4
2.1.2.1 Theorie van Thurstone 4
2.1.2.2 Kritiek op de theorie van Thurstone 5
2.1.3 Het Matrixmodel van Guilford 5
2.1.3.1 Theorie van Guilford 5
2.1.3.2 Testmateriaal 5
2.1.3.3 Kritiek op de theorie van Guilford 6
2.1.4 Theorie van de groepsfactoren van Vernon 6
2.2 Cognitief-experimentele benadering 6
2.2.1 Inleiding 6
2.2.2 Verband tussen intelligentie en andere metingen 6
2.2.2.1 Reactie- en inspectietijden 6
2.2.2.2 Capaciteit van het werkgeheugen 6
2.2.2.3 Onderzoek naar verband tussen intelligentie en hersensignalen 6
2.2.3 PASS-theorie van intelligentie 6
2.2.4 Sternberg 7
2.2.4.1 Sternbergs theorie van cognitieve componenten 7
2.2.4.2 Sternbergs triarchisch model van succesvolle intelligentie 7
2.2.4.3 Soorten intelligentie 9
2.2.4.4 Testmateriaal 9
2.2.4.5 Kritiek op de theorie van Sternberg 9
2.2.5 Howard Gardners theorie van meervoudige intelligentie 9
2.2.5.1 Theorie van Gardner 9
2.2.5.2 Kritiek op de theorie van Gardner 10
2.3 Het ontstaan en de ontwikkeling van het C-H-C-model 10
2.3.1 Raymond Cattell – Gf-Gc theorie 10
2.3.2 John Horn 11
2.3.3 John Carroll 12
2.3.3.1 Three stratum Theory van Caroll 12
2.3.3.2 Vergelijking met de Gf-Gc theorie van Cattell en Horn 12
2.3.4 Actuele CHC- theorie 13
3. Actuele CHC-theorie uitgewerkt naar de praktijk toe 14
3.1 Inleiding 14
3.2 Domeinonafhankelijke vaardigheden 14
3.2.1 Vloeiend redeneren (Gf) 14
3.2.2 Geheugen (Gsm/Glr) 14
3.2.2.1 Kortetermijngeheugen (Gsm) 14
1
, 3.2.2.2 Langetermijngeheugen (Glr) 15
3.2.3 Cognitieve snelheid 15
3.2.3.1 Verwerkingssnelheid (Gs) 15
3.2.3.2 Reactiesnelheid (Gt) 15
3.2.3.3 Psychomotorische snelheid (Gps) 15
3.3 Verworven kennis 15
3.3.1 Begrip en kennis (Gc) 15
3.3.2 Domeinspecifieke kennis (Gkn) 16
3.3.3 Lezen en spellen (Grw) 16
3.3.4 Kwantitatieve kennis (Gq) 16
3.4 Sensorische domeinspecifieke vaardigheden 16
3.4.1 Visuele informatieverwerking (Gv) 16
3.4.2 Auditieve informatieverwerking (Ga) 17
3.4.3 Vaardigheden m.b.t. geurperceptie (Go) 17
3.4.4 Tactiele vaardigheden (Gh) 17
3.5 Motorische vaardigheden 17
3.5.1 Kinesthetische vaardigheden (Gk) 17
3.5.2 Psychomotorische vaardigheden (Gp) 17
4. Bronnen van verschillen in intelligentie 17
4.1 Nature vs nurture 17
4.2 Interactie tussen erfelijkheid en omgeving 18
4.2.1 Getekend door armoede 18
4.2.2 Effecten van scholing 18
4.2.3 De plaats in het gezin 18
4.2.4 Kun je je brein echt trainen? 18
4.2.5 Invloed van vervuiling op intelligentie 19
4.3 Intelligentie en cultuur 19
4.3.1 Verschillen binnen en tussen culturen 19
4.3.2 Cultuurvrije tests 19
4.3.3 Testbias en cultuur-faire testen 20
2
, 1. Wat is intelligentie?
1.1 Intelligentie in de naïeve psychologische theorie
1.1.1 Standpunten met betrekking tot intelligentie
➢ Er zijn veel verschillende opvattingen over intelligentie (sommige zelfs tegenstrijdig)
○ “Intelligentie is stabiel en blijft gedurende het hele leven ong. constant.”
○ “Intelligentie is aan te leren mbv systematische programma's/slimme trucjes.”
○ "Intelligentie staat los van cultuur en opvoeding en kun je dus cultuurvrij meten.”
○ “Intelligentie is altijd een product van ervaring, opvoeding en beïnvloeding en is dus per
definitie cultuurgebonden.”
○ …
1.1.2 Intuïtieve mensenkennis
➢ Intuïtieve mensenkennis: ideeën die men onderbouwt met eigen, alledaagse verklaringen
➢ Intelligente mensen in de volksmond ⇒ slim, pienter, snugger, knap, snel van begrip, …
1.1.3 Wat denkt een leek over intelligentie (onderzoek Sternberg)
➢ Leek = niet deskundigen/zonder psychologisch opgeleide achtergrond
➢ Onderzoek Sternberg: wat denkt een leek over intelligentie?
○ Besluit:
➢ Leken hebben een impliciete theorie over intelligentie (ze hebben er een idee van
maar kunnen het niet heel uitgesproken in woorden zeggen)
➢ Leken kunnen intelligentie van iemand die ze kennen goed inschatten
➢ Leken hebben breder/diffuser beeld van intelligentie van de wetenschap
○ Ook alledaagse functioneren/sociale en emotionele intelligentie wordt
meegenomen (deskundige ziet enkel een momentopname)
○ “Common sense” intelligentie = niet door wetenschap opgenomen
1.1.4 Taak van de psychologie als wetenschap
➢ Belangrijk om het begrip “intelligentie” zorgvuldig af te bakenen
➢ Door middel van onderzoeken wordt een definitie geformuleerd
➢ Wetenschappelijke psychologie onderscheidt zich van “naïeve” psychologie:
1. Streven naar een zo zuiver mogelijk gedefinieerde en meetbare concepten
2. Theorieën/hypothesen/verwachtingen worden getoetst
1.2 Intelligentie: wetenschappelijke afbakening van het begrip
1.2.1 Academische intelligentie
➢ Academische intelligentie: presteren met betrekking tot schoolse taken/ problemen die een
vastgesteld doel/structuur/onderdelen hebben
1.2.2 Intelligentie: dat wat de test meet (definitie van Boring)
➢ Boring: “Intelligentie is dat wat de test meet.”
➢ Kritiek:
○ Is de test wel goed/meet die wel intelligentie?
○ Definitie is circulair (IQ is wat de test meet, wat meet de test? ⇒ IQ)
○ Eerder verwarrend dan helder, heeft meer kwaad dan goed gedaan
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller angelika05kasoyan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.78. You're not tied to anything after your purchase.