Samenvatting over het landelijke bedrijfseconomie tentamen, inclusief alle theorie en alle berekeningen die belangrijk zijn. Deze samenvatting bevat de volgende onderwerken; Balans, Resultatenrekening, Liquiditeitsrekening, kostprijs bereken en theorie vaste en variabele kosten.
Samenvatting landelijke bedrijfseconomie tentamen Facility Management
eerste leerjaar
Theorie directe en indirecte kosten
Bij directe kosten weet je precies voor welk product je ze maakt.
Als een onderneming slechts één homogeen product maakt dan heeft deze onderneming geen probleem
met het toerekenen van de indirecte kosten
Bij de indirecte kosten bestaat er geen direct verband met een van de producten.
De opslagmethode veronderstelt een verband tussen kosten en indirecte kosten
De primitieve opslagmethode wordt ook wel de enkelvoudige genoemd.
Als je bij de primitieve opslagmethode het opslagpercentage berekent, dan zet je in de teller de totale
indirecte kosten en in de noemer de opslagbasis.
Theorie kosten
Bij een rekening courant krediet staat de onderneming rood op de zakelijke bankrekening. Als de
onderneming dan een uitgave doet per rekening courant neemt deze schuld toe.
Kosten zijn onafhankelijk van het moment van uitgeven.
De maandelijkse dotatie aan de voorziening is een voorbeeld van het toerekenen van kosten van een
uitgave in toekomst
De afschrijvingskosten van een vast actief is een voorbeeld van het toerekenen van kosten van een
uitgave in verleden
De contante inkoop van een dienst, die op dat moment wordt uitgevoerd, is een voorbeeld van het
toerekenen van kosten van een uitgave in heden
Zijn er uitgaven die nooit tot kosten leiden? Ja
Liquiditeitsrekening
Ontvangsten
maandelijkse bijdrage ouders
jouw bijbaantje wordt altijd een maand later betaald, vergoeding vorige maand is
bijgeschreven
uitgaven
kamerhuur
mobiele abonnement
lost af
rente
uitgaan
rekent boodschappen af (dus niet consumeren, maar afrekenen)
waardedaling activa hoeft niet
Resultatenrekening
Opbrengt
deze maand heb je 18 uur gewerkt, dit ontvang je een maand later
maandelijkse bijdrage ouders
Theorie ratio’s
Liquiditeit geeft aan in hoeverre een onderneming aan haar korte termijn verplichtingen kan voldoen
Het beste hulpmiddel om vast te stellen of er op korte termijn betalingsproblemen kunnen ontstaan
is de liquiditeitsbegroting
Dit hulpmiddel is echter alleen intern
De geïnteresseerden van buiten de onderneming kunnen gebruik maken van de financiële gegevens,
die volgens wettelijke voorschriften worden vastgelegd in jaarrekening
De jaarrekening bevat de balans, winst- en verliesrekening en de toelichting op deze overzichten.
Met behulp van kengetallen kunnen geïnteresseerden van buiten de onderneming dan toch de
liquiditeit beoordelen. De liquiditeitskengetallen netto werkkapitaal, current ratio en Quick ratio
worden allemaal berekend met gegevens van de balans
Bij het beoordelen van de liquiditeit met kengetallen wordt gekeken of de onderneming de schulden
op korte termijn kan voldoen met de vlottende activa
We gaan er dan vanuit dat de voorraden en debiteuren op korte termijn in geld zijn om te zetten. Bij
incourante voorraden, zoals bijvoorbeeld een voorraad uit de mode geraakte kleding, is dit echter
niet het geval. Vandaar dat er ook een liquiditeitskengetal is, dat de voorraad buiten beschouwing
laat. Dit kengetal is de Quick ratio
De current ratio dient in ieder geval groter te zijn dan 1, want anders zijn de vlottende activa lager
dan de schulden op korte termijn en zullen er waarschijnlijk betalingsproblemen ontstaan.
Deze betalingsproblemen kunnen mogelijk worden uitgesteld met behulp van het rekening courant
krediet. Zolang het kredietplafond nog niet is bereikt, kan de onderneming de schulden namelijk
betalen met de rekening courant. Als korte termijnschulden worden afgelost met het rekening
courant krediet verandert de current ratio daar niet door
Een waarde van 1 wordt als te laag gezien, omdat het niet zeker is of alle vlottende activa omgezet
kunnen worden in geld. Denk bijvoorbeeld aan incourante voorraden of debiteuren die niet of
slechts gedeeltelijk betalen.
Gaat het er dan om dat de current ratio zo hoog mogelijk moet zijn? Nee, zo makkelijk is het helaas
niet. Hoge waarden voor de current ratio kunnen namelijk ook aangeven, dat er niets wordt gedaan
met een overschot aan liquide middelen
De norm voor de current ratio hangt af van de fase waarin de onderneming zit (groei of krimp) en de
branche. Vandaar dat het goed is om de waarden voor de current ratio te vergelijken met
branchegenoten. In het algemeen kun je als norm voor de current ratio een waarde tussen 1,2 en 2
hanteren.
Een nadeel van de current ratio is dat dit kengetal wordt berekend op basis van een balans. De
balans is een overzicht van bezittingen, schulden en eigen vermogen op een bepaald moment
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NikedM. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.