100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting sociale psychologie $7.05   Add to cart

Summary

Samenvatting sociale psychologie

 17 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een volledige samenvatting van het vak sociale psychologie voor de richting criminologie. Het omvat de hoofdstukken 1, 4, 5, 7, 10, 12, 13, 14, 15, 16. Deze samenvatting is trouwens volledig gebaseerd op het boek van Alain Van Hiel en Arne Roets, tweede editie.

Preview 10 out of 103  pages

  • No
  • Hoofdstukken 1, 4, 5, 7, 10, 12, 13, 14, 15, 16
  • June 2, 2024
  • 103
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
DE MENS IS EEN SOCIAAL DIER
Mens is dagelijks bezig met sociaalpsychologische vraagstukken:
 Observeren van anderen
 Analyseren van gedrag
 Voorspellen van hoe iemand zich zal gedragen
 …

 Iedereen is een amateurpsycholoog


SOCIALE PSYCHOLOGIE: DEFINITIE EN VERWANTE DISCIPLINES

DEFINITIE VAN SOCIALE PSYCHOLOGIE

Sociale psychologie = de wetenschappelijke studie naar de wijze waarop gedachten, gevoelens, motivaties en
gedragingen van mensen worden beïnvloed door de aanwezigheid van anderen en hoe wij zelf een invloed
uitoefenen op hoe andere personen denken, voelen en zich gedragen
- verschillende delen:
o wetenschappelijke studies
o gedachten, gevoelens, motivaties en gedragingen
o de aanwezigheid van anderen

Wetenschappelijke studies
Experimenten en gevalideerde vragenlijsten
 Die gestandaardiseerd zijn om te kunnen repliceren

Gedachten, gevoelens, motivaties en gedragingen
Sociale psychologie richt zich op:
- De manier waarop het individu de sociale wereld waarneemt, begrijpt en interpreteert, onderscheid de
sociale psychologie van anderen sociale wetenschappen
- De subjectieve interpretatie van objectieve eigenschappen
- Gedrag in ruime betekenis: kijken naar gedachten, gevoelens, motivaties .. worden aangestuurd


De aanwezigheid van anderen
Nadruk op de sociale aard van het individu
 Sociale invloed van anderen op het individuele functioneren
o Vb. je bent vriendelijk, dus iemand anders doet vriendelijk terug

 Interne individuele processen die toch betrekkingen hebben op anderen
o Vb. vooroordelen en stereotypen → niet direct sociaal, maar toch
directe aanleiding tot hoe we met anderen omgaan

 Niet-sociale factoren die invloed hebben:
o Vb. hitte maakt mensen agressiever en dit kan leiden tot andere
mensen pijn doen

 Gevoelens van personen over niet-sociale objecten
o Vb. attitudes tegenover een voetbal of een drankje

,DE KRACHT VAN DE SOCIALE SITUATIE


Het Stanford Prison Experiment – Philip Zimbardo
Doel: Aantonen dat een slechte omgeving mensen aanzet tot het stellen van slecht gedrag

Hoe ging het in zijn werk?
 Vrijwilligers aanwerven -> random indeling van bewakers en gevangenen
o Bewakers: Knuppels, handboeien, uniform..
o Gevangenen: Aangesproken met nummer

Conclusie:
Bewakers gingen zich steeds wreder gedragen:
treiteren, eenzame opsluitingen…
 Gevangenen bezwijken onder omstandigheden
 Symptomen van depressie, psychosomatische huiduitslag…

Studie in de Bennington College
Studie naar hoe politieke attitudes ontstaan

Conclusie:
Jaar na jaar zag men dat men steeds meer progressiever werd
= impressional years

Mondale debat van Reagan
Reagan maakte er geen probleem van dat hij ouder was bij de
presidentsverkiezingen

experiment gedaan door middel van manipulatie -> resultaten:
- Reagan werd in het algemeen positief beoordeeld -> de
one-liner had niet zo veel effect op de beoordeling van
het publiek op hem
- MAAR wanneer er geen reactie is van het publiek (of
men deze niet kan horen) is de beoordeling van het
publiek op hem veel lager
- DUS: de reactie van het publiek zorgde ervoor dat
Reagan de presidentsverkiezingen zou winnen

=> tegenwoordig mag men in de VS als publiek enkel reageren als de president / kandidaten in de ruimte komen

,SOCIALE PSYCHOLOGIE (CONDITIES) EN VERWANTE DISCIPLINES

Sociologie (aanverwant)
Klasseert persoenen volgens: nationaliteit, ras, sociaal-economische
klasse en andere groepsfactoren

Sociologie en sociale psychologie = complementair
 Door middel van multilevel analyses / designs (= de effecten van variabelen op groepsniveau en op
individuele niveau in een enkele analyse worden nagegaan)

Persoonlijkheidspsychologie (aanverwant)
Persoonlijkheidspsychologie = de studie van de structuur en de effecten van stabiel en cross-situationele
eigenschappen van individuen
 Vb: is deze persoon vriendelijk? Is deze persoon hulpvaardig?

Jaren 70 en 80: paradigmastrijd tussen situationisten en dispositionisten
 sociaalpsychologen twijfelde aan het nut van de studie van individuele verschillen -> rake klappen voor
persoonlijkheidspsychologie

-> gevolg: interactionisme: de twee onderzoeksgebieden vullen zich zo prima aan
 interactionisme = een stroming die de nadruk legt op het feit dat er een dynamische
wisselwerking is tussen individuele verschillen en de situatie, waarbij uitingen van individuele
verschillen afhankelijk zijn van de situaties
o zwakke situaties: situatie < persoonlijkheid
 vb: in de wachtzaal zal de persoonlijkheid bepalen of men een babbeltje zal doen
o sterke situaties: situatie > persoonlijkheid
 vb: in de aula zijn de meeste studenten muisstil, las van het feit of ze introvert
zijn of niet

Cognitieve psychologie
Bestuderen van mentale processen die betrekking hebben op informatieverwerking
 zoals leren, onthouden en redeneren

Sociale cognitie = het onderzoek naar de interface tussen cognitie en sociale psychologie

Klinische psychologie
Personen met psychische problemen en stoornissen proberen te begrijpen en te
behandelen

Link met sociale psychologie:
 hoe gaan personen in een sociale situatie met angst en stress om?
 Hoe gaan depressieve en niet-depressieve personen anderen gaan percipiëren en het
gedrag gaan afstemmen op elkaar
 Hoe hebben pesten, uitsluiten en stereotypering een negatief effect op de
gezondheid en de zelfwaardering van het slachtoffer

Arbeids- en organisatiepsychologie
Bestuderen de mens in relatie tot zijn werk en zijn organisatie



Sociale psychologie en mensenkennis?
Iedereen heeft zijn idee over sociaal gedrag en sociale relaties = mensenkennis
 Probleem: niet empirisch getoetst
 Gevaar op het ‘dat-wist-ik-al-de-hele-tijd’ – fenomeen

,
,
,DE GESCHIEDENIS VAN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE

Sociale psychologie kent:
 een lange historie -> Griekse filosofen formuleerden al ideeën
 een korte geschiedenis -> pas sinds begin 20ste eeuw dat men gestructureerd sociaalpsychologisch
onderzoek verricht wordt
o eerste laboratorium voor experimentele psychologie:
 in 1879
 opgericht door Wilhelm Wundt

DE BEGINJAREN VAN DE SOCIALE PSYCHOLOGIE (1880 – 1935)

Voor ‘grondlegger van de sociale psychologie’ zijn er vele kandidaten
1. Gustave Le Bon
2. Norman Triplett
3. Maximillien Ringlemann
4. William McDougall, Edward Ross, Floyd Allport

Gustave Le Bon
Maakte het eerste belangrijke werk: ‘Psychologie des Foules’
 = eerste sociaalpsychologische bijdrage
 resultaat: massa aan mensen zorgt ervoor dat het individu anonimiteit voelt -> individu verliest zijn
verantwoordelijkheidsgevoel

Norman Triplett
Auteur van de eerste sociaalpsychologische onderzoeksartikel
 bedenking: fietsers hebben de neiging om sneller te fietsen in het bijzijn van anderen

Maximillien Ringelman
Organiseerde het eerste sociaalpsychologisch experiment
 bedenking: deelnemers gaan vaak slechter preseteren wanneer ze opdrachten samen met anderen
uitvoeren

William McDougall, Edward Ross en Floyd Allport
Schreven de eerste drie handboeken over sociale psychologie

DE JAREN VAN BEVESTIGEN (1936 – 1960)

Na de beurscrach waren er vele jonge psychologen die moeilijk aan werk geraakte en links, progressief waren ->
gevolg: stichten van Society for the Psychological Study of Social Issues (in 1936)
 aandacht voor maatschappelijke problemen
o werd verder in de hand gewerkt door Adolph Hitler -> gevolgen:
 belangrijke wetenschappers: Theodor Adorno en Erich Fromm -> bijdragen tot verdere
ontwikkeling van sociale psychologie
 door gewelddadigheid van naziregime -> groeiende interesse in vragen over de oorzaak
van geweld, vooroordelen, genocide, conformiteit, gehoorzaamheid …

,Kurt Lewin
Is DE ‘vader van de sociale psychologie’
 stelde drie beginselen op voor de discipline:
1. Gedrag wordt bepaald door hoe we de wereld om ons heen waarnemen en interpreteren
o personen kunnen op verschillende wijze naar eenzelfde situatie kijken -> belangrijk om
vanuit de ogen van diegene die men wil begrijpen te kijken
2. gedrag is afhankelijk van de persoon en de omgeving
o twee soorten gedragsdeterminanten: intern en extern
3. Sociaalpsychologische theorieën kunnen worden toegepast -> maatschappelijke problemen
o doel: fundamentele sociaalpsychologische inzichten toe te passen op maatschappelijke
interventies
 fundamenteel onderzoek = onderzoek met het oog op een beter begrip van
menselijk gedrag, voornamelijk door het toetsen van hypothesen die uit een theorie
zijn afgeleid
 toegepast onderzoek = onderzoek met het oog op het verbeteren van onze kennis
over natuurlijke gebeurtenissen en het oplossen van praktische problemen

 oprichting van Research Center for Group Dynamics
o in 1944
o vele belangrijke onderzoekers (zie kader)


Wetenschapper !!! bijdrage

Theodor Adorno en collega’s The Authoritarian Personality
-> boek over vooroordelen en ideologische attitudes

Gordon Allport The Nature of Prejudice
-> onderzoek naar stereotypering, vooroordelen en intergroepcontact

Solomon Asch Demonstreerde de behoefte van personen om zich te conformeren aan
een meerderheid
+
hoe men een beeld vormt van een ander = persoonsperceptie

Leon Festinger Ontwikkelde de sociale vergelijkingstheorie die handelt over hoe men
zichzelf leert kennen door zich te vergelijken
+
Ontwikkelde de cognitieve dissonantietheorie die de behoefte aan
consistentie tussen cognities en gedrag bestudeert

Fritz Heider ontwikkelde de attributietheorie, over hoe personen oorzaken
toeschrijven aan eigen gedrag of andermans gedrag
+
introduceerde de balanstheorie, die de behoefte aan consistentie
tussen gedachten, gevoelens en sociale relaties bestudeert

Carl Hovland en collega’s Voerden experimenten uit over attitudes en overtuigende
communicatie

Harold Kelley ontwikkelde de attributietheorie
+
bestuderen van de kosten en baten van sociale relaties

, GROEI EN DEBAT (1960 – 1975)
Sociale psychologie verruimde zich naar meer terreinen
 “waarom laten toeschouwers na om mensen in nood te helpen?”
 aandacht voor: agressie, lichamelijke aantrekkelijkheid, liefde en stress

Context: vele opstanden, geweld, protesten, Vietnamoorlog … -> sociaalpsychologen werden betrokken om tot
oplossingen te komen -> MAAR: de problemen werden niet opgelost -> ontstaan van crisis, vertwijfeling en debat
 tegenstanders hadden kritiek: welke?
o onderzoekspraktijken zijn onethisch
o verwachten van experimentatoren beïnvloeden het gedrag van de deelnemers
o experimenten zijn historisch en cultureel beperkt
o grootste kritiek: sociale psychologie werd gedomineerd door mannelijke onderzoekers ->
beschuldigen dat men een door mannen gedomineerd wereldbeeld presenteert


METHODOLOGISCH EN INHOUDELIJK PLURALISME (1975 – HEDEN)

methodologisch pluralisme
Naast laboratoriumexperimenten ook andere onderzoeksmethoden

inhoudelijk pluralisme
In jaren 70: nadruk wordt gelegd op cognitieve aspecten
-> opkomst van de sociale cognitie
 sprake van 2 benaderingen:
o ‘koele’ benadering: cognities oefenen invloed uit op hoe we ons voelen, wat we verlangen en hoe
we ons gedragen
o ‘hete’ benadering: emotie en motivatie als determinanten van cognities en gedrag

=> in jaren 70 en 80: nadruk op ‘koele’ benadering, maar ‘hete’ benadering blijft ook belangrijk
= pluralistische benadering

Internationalisering
Van een ‘all-American enterprise’ naar een internationalere visie:
 1966: oprichting European Association of Experimental Social Psychology
 1971: European Journal of Social Psychology
 1995: Asian Association of Social Psychology

=> sociaalpsychologische fenomenen zijn cultureel bepaald

,SOCIALE PSYCHOLOGIE IN DE 21STE EEUW


Recente trends die belangrijk zijn in de verdere ontwikkeling van de sociale psychologie
1. hersenonderzoek
2. het internet
3. sociaal-culturele perspectieven
4. open wetenschap

Hersenonderzoek
Beeldvormingstechnieken -> brein in werking te gaan bestuderen, door middel van vb fMRI

Gevolg: ontstaan van sociale neurowetenschap
 = de studie van de relatie tussen neurologische en sociale processen
 vb: de relatie tussen de hersenactiviteit in de amygdala en de reactie op zwarte versus blanke gezichten
 schaduwkant: vele investering in de sociale neurowetenschap, zorgt ervoor dat de 'traditionele'
sociaalpsychologische onderzoek minder aandacht en middelen krijgt

het internet
gevolgen:
 nieuwe onderzoeksmethoden mogelijk
 ‘de online wereld’ als nieuw voorwerp van sociaalpsychologische vraagstukken
sociaal-culturele perspectieven
2 ontwikkelingen:
1. globalisering -> wereld wordt steeds meer een dorp -> crosscultureel onderzoek
2. groeiende diversiteit -> nood aan multicultureel onderzoek

crosscultureel onderzoek:
 = nagaan in welke mate de bevindingen voor verschillende culturen gelden
 2 soorten culturen:
o individualistische culturen
 vb: Europa en Noord-Amerika
 kenmerken: zelfstandigheid, autonomie, onafhankelijkheid
o collectivistische culturen
 vb: Afrika, Latijns-Amerika en Azië
 kenmerken: afhankelijkheid, samenwerking en sociale harmonie
o wat maakt een cultuur individualistisch of collectivistisch?
3 belangrijke kenmerken (volgens Triandis):
 1: complexiteit van de maatschappij -> hoe complexer, met hoe meer groepen men kan
identificeren
 2: welvaartspeil van de maatschappij -> hoe meer welvaart, hoe meer financieel
onafhankelijk
 3: heterogeniteit van de maatschappij -> hechte en losse maatschappij
 ‘hechte’ maatschappij: onverdraagzaam reageren op wie van de norm afwijken
 ‘losse’ maatschappij: toleranter tegenover afwijkend gedrag

open wetenschap
Context: ‘Stapelgate’ -> meer pleiten voor open wetenschap
 stapelgate : Diederik Stapel had meer dan 130 artikels gepubliceerd waarbij vele van de gegevens
verzonnen waren

Open wetenschap = nood aan openheid, transparantie en repliceerbaarheid
 repliceerbaarheid = de mogelijkheid dat andere onderzoekers het onderzoek kunnen opnieuw uitvoeren
o opmerkelijk: men ging 100 psychologische experimenten opnieuw gaan uitvoeren -> slechts 40%
van de onderzoeken kwamen dezelfde bevindingen/resultaten uit -> grote kritiek

, Hoofdstuk 4: Sociale perceptie
Sociale perceptie = een algemene term voor de processen die de basis vormen van hoe we tot oordelen over
anderen komen

HET RUWE MATERIAAL VAN DE EERSTE INDRUK

DE WAARNEMER
Iedereen ziet zijn of haar eigen realiteit, eigen interpretatie door hersenen (men is dus geen fototoestel)

Eerdere ervaringen hebben grote impact op hoe we info selecteren en verwerken
 Komt doordat iedereen verschillende schema’s heeft
o Schema: georganiseerde verzameling van kennis over een stimulus of over een categorie van
stimuli
o Hanteert op info te selecteren, te ordenen, aan te vullen en op te slaan
o Voordeel: laten toe grote massa informatie in een oogwenk te verwerken -> Informatie kunnen we
dan snel verbinden met eigenschappen en persoonlijkheidsprofielen

 Schema’s sturen de verwerkingen van nieuwe informatie, waardoor ruw materiaal dat tot de eerste
indruk leidt, door verschillende waarnemers op verschillende manieren kan worden gezien en
geïnterpreteerd


HET UITERLIJK
Uiterlijke kenmerken beïnvloeden zeker we onze eerste indruk:
Vb: Pythagoras nam een ingangsexamen
 Onmiddellijke activatie bij observeren van personen
af door in de ander zijn ogen te kijken,
 Kenmerken activeren stereotypische opvattingen
want slimme mensen kijken op een
o Vb: wat mooi is, wat goed is
bepaalde manier
Gelaat = belangrijkste informatiebron
Vb Babyface Vb: op schilderijen kunnen ze het gelaat
- Vriendelijk, hartelijk, baïef, zwak, eerlijk zodanig vormen dat die persoon ook een
- Opmerkelijk: worden minder streng gestraft door rechters persoonlijkheid had
- Opmerkelijk: komen vaker in verzorgende beroepen terecht

Primaire kenmerken
Vb. huidskleur, geslacht en leeftijd

Andere kenmerken ook wel impact
Vb. lengte → dominante
 Vb: lengte: in de VS is het opvallend dat de langste meestal wint bij de verkiezingen
Vb. Bril -> intelligentie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller febevandamme. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79202 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.05
  • (0)
  Add to cart