Biologie & genetica:
hoofdstuk 3 animalia
Achterliggende info
Definitie animalia:
Meercellige heterotrofe (=organisme dat organische bestanddelen nodig heeft als
koolstofbron voor zijn opbouw en groei) eukaryoten (=Een cel met een aparte celkern
waarin het DNA ligt)
De ongelofelijke diversiteit in vormen=
Bouwplannen
Verschillende vormen van symmetrie
Asymmetrie:
= geen symmetrieassen.
Vb: sommige sponzen
Sferische symmetrie
= Elke doorsnede die organismen in 2 helften van gelijke grootte deelt
vormen 2 spiegelbeelden (zeldzaam, vooral bij Radiolaria)
Radiale symmetrie
= Symmetrie rond centrale as (oraal – aboraal): geen voor-achter, links-rechts
- Aanpassing bij vastziTTende of drijvende dieren vb. kwallen, zeeanemonen:
gelijkmatige prikkelwaarneming langs alle kanten
- Speciefeke vormen: o.a. tetramerie (teerlingkwallen 4
symmetrievlakken die kwal in 2 spiegelbeeldhelfen onderverdelen
2 diagonale die doorheen 2 tentakelbundels gaan), penta- en
hexaradiale en octaradiale symmetrie
- Organismen die vastzitten en amper kunnen bewegen of die in
waterkolom drijven omgevingsprikkels & voedsel & indicaties
over aanwezigheid geslachtscellen... kunnen van alle kanten komen
deze vorm voordeel
Biradiale symmetrie
= combinatie van radiale en bilaterale symmetrie; 2 symmetrieassen mgl die
organisme in 2 spiegelbeeldhelfen delen (kwamkwal = CTENOPHORA)
Voor- (anterieure) en achter- (posterieure) zijde
1
, Boven- (dorsale) en onder- (ventrale) zijde
Aanpassing van voortbewegende dieren
CZS (centraal zenuwstelsel) met zintuigen (cefalisatie)
Veel efciënter als organisme actief gaat bewegen + toenemende mate van
centralisatie ZS begin hersenen wordt gevormd zoveel mogelijk receptoren aan
kop te rangschikken prikkels daar te laten toekomen en van daaruit signalen
doorheen lichaam te zenden deze vorm voordeel
Bouwplan: fylogenetische relevantie van symmetrie:
Alle bilateraal symmetrische dieren vormen een
monofyletische clade omvaien 30
verschillende fyla
Radiale: ctenophora en cindaria
Sponzen: met en zonder radiale
symmetrie
Voor achtervlak: sagitale vlak
Voorste en achterste vlak opdelen:
transversnale snede
Boven en onder scheiden: frontale
snede
Embryonale ontwikkeling:
Embryonale ontwikkeling begint zodra er bevruchting is opgetreden.
Klieving gaat door tot zygote is verdeeld in vele kleine cellen (blastomeren) meestal rond een
met vloeistof gevulde holte aaneengesloten bol = morula stadium (moerbei) wordt
blastula, cellen errond = blastomeren
- Celdeling : moedercel vormt dochtercellen (2 of meer) die allemaal ongeveer even
groot zijn als de moedercel.
- Klieving: 2 dochtercellen samen zijn even groot als moedercel.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fraukedelvaeye. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.