Dit is een samenvatting van het onderdeel biosociale criminologie binnen het vak biologische antropologie. Houdt aantekeningen in van in zijn lessen en de leerstof die in de powerpoint vermeld staat. De eerste vijf hoofdstukken zijn ook nog met boek samengevat maar vanaf hoofdstuk zes niet meer omd...
BOEK 2: MENSELIJKE SOCIALITEIT, DELICTGEDRAG EN BESTRAFFING. BIOSOCIALE
EN EVOLUTIEVE PERSPECTIEVEN
HOOFDSTUK 1: VAN BIOLOGISCH POSITIVISME NAAR BIOSOCIALE CRIMINOLOGIE
1. Inleidende bedenkingen
Biosociale etiologische criminologie =
= Stroming waarin ‘oorzaken en wetmatigheden’ van daderschap gezocht worden in het individu en een link
wordt gelegd tussen ‘biologische’ factoren en criminaliteit
- Menselijk gedrag begrijpen vanuit biosociale interacties
- Evolutiebiologie van ‘criminaliteit’, ‘bestraffing’, ‘sociaal gedrag’ à onderdeel van biosociale
etiologische criminologie (moderne sociobiologie en evolutionaire psychologie)
Criminologie is een jonge discipline maar het denken over crimineel gedrag bestaat al lang!
- Filosoof Plato wees er op dat de mens diens doelen dient na te streven op een manier die aan de
medemens geen schade toebrengt (sociaal geaccepteerde manier).
- Verlichtingsfilosofen waren doordrongen van het idee dat criminaliteitspreventie het best gebeurde
door de kosten-batenanalyse van de mensen te beïnvloeden.
- Bentham: bereiken van nutsmaximalisatie en vermijden van pijn zijn de 2 belangrijkste factoren die
menselijke beslissingsprocessen beïnvloeden.
o Geloofde in de vrije wil( net zoals Beccaria)
- Invloed van filosofen is belangrijk. Zeker binnen het strafrecht (algemene en specifieke preventie)
- Het idee van het empirisch nagaan of theoretische ideeën stroken met een observeerbare realiteit was
een centraal kenmerk van het 19e-eeuwe positivisme.
- Het biologisch positivisme zorgde voor wetenschappelijke revolutie door zijn systematische
empirische aanpak. Dit is nu een kerntaak geworden!
Oorzakenleer heeft twee (complementaire) hoofdstromingen:
o Belang van de Verlichtingsfilosofen – Kant, Locke, Hume, Bentham, Beccaria
- Belang voor de criminologie en het strafrechtelijk beleid: rationeel mensbeeld, homo economicus1
- Volgens verlichtingsfilosofen verschilden daders van niet daders in dat de ene een keuze maakte dat
leidde tot regel overtredend gedrag en de andere een keuze maakte in dezelfde omstandigheden die
niet leidde tot regel overtredend gedrag. Een mogelijke oplossing was de pakkans verhogen
o Impact van positivisme voor de criminologie
1. = Klassieke 19e-eeuwse stroming die op zoek ging naar empirische wetmatigheden
2. Beïnvloedt het begin van de biosociale criminologie sterk
3. Het vroege 19e-eeuwse positivisme nam verschillende verschijningsvormen aan:
4. Biologisch positivisme
o Het belang van het biologisch positivisme (Lombroso en anderen: zie verder) ligt niet zozeer in
hun specifieke empirische aanbreng, maar veeleer in hun fundamenteel instrument van
empirisch onderzoek:
i. De ‘wetenschappelijke methode’ die de studie van de misdadigheid toelaat bij middel
van analyse van iedere ‘misdadiger’ in het bijzonder
5. Psychologisch positivisme
o Een stroming die oorzaken en wetmatigheden van betrokkenheid bij delictgedrag zoekt in het
individu vanuit een specifiek psychologische invalshoek.
6. Sociologisch positivisme
o Focus op de sociale leefomgeving
1
De mensen die kosten en baten tegenover elkaar afweegt
1
,Waar liggen de wortels van het biologisch positivisme?
- Enkele eeuwen voor ons à We keren terug naar de voorlopers van de illustere pseudowetenschap
genaamd de frenologie, met name de fysiognomie.
o + Start biologische school (de voorlopers)
1.1. Voorlopers van de scholen:
Fysio(g)nomie =
De relatie tussen de uitwendige en inwendige mens. Men wil het onzichtbare, zichtbaar maken (mentale staat
en gelaat) à o.b.v. wat men zag kon men een verband leggen met de innerlijke genetische toestand van de
mens
- G. Della Porte: stichter fysiognomie
o Bestudeerde lijken van daders en kenmerken van overleden veroordeelden op hun samenhang
met hun uiterlijke lichaamskenmerken
§ Lange wenkbrauwen, grote lippen, primitieve schedels
§ Verschillen in gelaatsuitdrukkingen werden gelinkt aan verschillen in
persoonlijkheidskenmerken
- K. Lavatar, één van zijn leerlingen, heeft die ideeën verder ontwikkeld.
o Crimineel gedrag herkennen in de loense blikken van daders
- Fysionomische tekening
- Links: persoon met heel typische gelaatsuitdrukking
(extreme wanhoop)
- Rechts: combinatie van extreme woede vermengd met
angst.
- Men dacht dat deze uitwendige kenmerken iets zei over
diens mentale staat.
- Vandaag de dag weten we dat het verband tussen
uiterlijk en innerlijk volledig ontkracht is
Frenologie = bepaalde gedragingen zijn geconcentreerd in bepaalde hersendelen (breinonderzoek)
- De studie van de bouw van de schedel als aanduiding voor geestelijke vermogens en persoonlijke aard
= aanleg en persoonlijkheid kunnen afgeleid worden aan de vorm van de schedel/ het brein en waar
deze kenmerken gelokaliseerd zijn in het brein
- Een pseudowetenschap die ondertussen is uitgestorven
- Aanhangers Gall en Spurzheim
o F. J. Gall Tiefenbronn: ontwikkelde cranioscopie (= meten van schedels)
o Zijn opvolger J. Spurzheim doopte cranioscopie om tot frenologie (= van de lichaamsconstitutie
van de mens iets afleiden omtrent de individuele psychische eigenschappen).
- Deze pseudowetenschap inspireerde de Italiaans-antropologische school.
- ! Misbruik van evolutietheorie van Darwin door o.a. Herbert Spencer (‘sociaal-darwinisme’) à het
recht van de sterkste met beleidspolitiek van Laisser-faire (laat vrij leven, de sterkste zullen aan de top
komen)
- Zie Appendix
2
,1.2. De biologische en antropologische scholen
Mislukte start van biologische criminologie
- De biologische of antropologische scholen zijn sterk beïnvloed door de foutieve interpretaties van de
evolutietheorie2 van Charles Darwin. Vooral het begrip ‘The survival of the fittest’
o Begrippen van Darwin werden in een verkeerde context geplaatst dankzij de invloed van H.
Spencer
o Men interpreteerde ‘the fittest’ als de sterkste en niet aan degene die het best was aangepast
aan het milieu
- Concept ‘genen’ was onbekend in 19e eeuw/ de tijd waarin biologische criminologie bestond
- Biologisch deterministen meenden dat de criminele mens niet was aangepast aan de moderne
omgeving en dat biologische afwijkingen (atavisme en degeneratie) aan de basis lagen van
recidivisme
o Biologisch determinisme = het gedrag van mensen vanuit de vroege scholen werd volledig
bepaald door de biologie.
o Degeneratie = achteruitgang waarbij bepaalde eigenschappen verloren gaan (<-> progressie)
- Lombroso en co: historische belang, niets meer, niets minder
DE EUGENETICABEWEGING (soortverbetering)
Aanhangers van het oude positivisme stonden aan de wieg van de ‘eugeneticabeweging’ van het begin van de
20ste eeuw die vooral in Amerika grote aanhang verwierf, maar in 1930 ook in Europa.
1. Eugenetica is onderzoek naar het verbeteren van de genetische kenmerken in een bevolkingsgroep (het
verbeteren van de mens)
2. Aanvankelijk gericht op het bestrijden van armoede en ziekten
à Later richtte men zich op het uitsluiten van minderwaardige groepen
3. Het nazisme maakte misbruik van eugenetische inzichten (maar iedereen was geobsedeerd door
eugentica, het was een ‘trend’)
4. Vandaag ‘transhumanisme’ (streeft naar het optimaliseren van wetenschappelijke kennis over de
menselijke soort)
5. Eugeneticabeweging: het idee om ervoor te zorgen dat er aan soortverbetering kon gedaan worden (de
evolutie van de mens in een positieve richting duwen)
à Dit was een periode waar allerlei problemen echt doordrongen werden: verstedelijking,
armoede (met alcoholisme en criminaliteit)
à Verbetering door positieve eugenetica (verbeteren van de soort) OF negatieve eugenetica
(‘schadelijke’ varianten minder doen voorkomen)
6. Onder invloed van de biologische determinatieleer werd de biologische overerving aangenomen
Het belang van het biologisch positivisme (Lombroso en anderen) ligt niet zozeer in hun specifieke empirische
aanbreng, maar veeleer in hun fundamenteel instrument van empirisch onderzoek: de ‘wetenschappelijke
methode’ die de studie van de misdadigheid toelaat bij middel van analyse van iedere ‘misdadiger’ in het
bijzonder
2. De vroege criminele antropologie van Lombroso
- Elke analyse van de biologische school begint bij Lombroso. Hij nam de dader en niet het misdrijf als
uitgangspunt.
o Betrokkenheid bij delictgedrag was volgens hem voor een belangrijk deel te verklaren vanuit de
afwijkende pathologische toestand van de dader
o Vooral in uiterlijke fysiologische kenmerken geïnteresseerd
o Focus op criminele antropometrie (studie van afmetingen en verhoudingen van het menselijk
lichaam waarmee men daders kan onderscheiden van niet daders).
o Dankzij zijn afmetingen: atlas van criminele types gemaakt + sprak van de ‘geboren crimineel’
2
Proces waarbij erfelijke eigenschappen binnen een populatie van organismen veranderen in de loop van generaties als
gevolg van genetische variatie, voortplanting en natuurlijke selectie.
3
, o Hij ging op zoek naar atavistische3 kenmerken bij gevatte daders
- Hij gelooft NIET in de veranderlijkheid van de mens
- Hij past perfect in de stroming van het sociaal verweer (stroming in het strafrecht waarbij de bescherming
van de samenleving tegen de verstokte recidivist als een rode draad doorheen het arsenaal aan
maatregelen liep)
- Belang van Lombroso ligt niet in de inhoud van zijn theorie maar wel in zijn wetenschappelijke methode
- Lombroso’s ideeën ontkracht in 1913 door Charles Goring!
o Bekritiseerde de klemtoon van Lombroso op uiterlijke stigmata o.b.v. verzamelede gegevens van
Britse gedetineerden, waarvan het merendeel NIET leek te beschikken over de atavistische
kenmerken!
o Men had al snel door dat men ideeën empirisch moet toetsen!
3. De criminologie van Enrico Ferri
Enrico Ferri (1856-1929):
- Gekend om zijn vurige debatten tegen de vrije wil (net zoals Lombroso verzette hij zich tegen het idee
van vrije wil)
- Zijn ideeën zijn actueel
- Geen aanhanger van biologisch determinisme (Lombroso wel)
- Stond meer open voor onderlinge relatie tussen sociale, economische en psychologische factoren
(met elkaar in wisselwerking
- Pleitbezorger van het sociaal verweer (zoals Lombroso)
o Personen bij wie extreme vormen van crimineel gedrag worden vastgesteld, worden
onderworpen aan een ander stelsel/ regime dan personen die men wilsbekwaam acht.
o Zijn ideeën hadden invloed op het strafrecht van toen
- Onderscheid tussen 5 types daders:
o Geboren crimineel (door Lombroso atavist genoemd)
o Geestesziekte crimineel (mentaal gestoord)
o Gepassioneerde crimineel (crimineel gedrag als gevolg van chronische mentale problemen)
o Gelegenheidscrimineel
o Gewoontedader
4. De criminologie van Raffaele Garofalo
Raffaele Garofalo (1852-1934):
- Bekend door zijn idee over natuurlijke misdrijven (= misdrijven die indruisen tegen de menselijke natuur
en het voortbestaan van de menselijke soort bedreigen)
o Hij gaat op zoek naar de natuur van crimineel gedrag
o Bestaan er vormen van regel overtredend gedrag die we in elke samenleving tegenkomen? Zo ja,
dan spreken we van natural crimes!
- Betrokkenheid bij delictgedrag was een overtreding van 2 elementen:
o Pity (medelijden): verafschuwing van het vrijwillig toedienen van leed aan anderen
o Probity: verwijst naar her respect voor andermans eigendom
- Stond onder invloed van het sociaal darwinisme door H. Spencer
5. De crimineel-antropologische scholenstrijd en diens ondergang
- Franse milieuschool rond de arts A. Lacassagne (1843-1924) zette zich af tegen de Italiaanse school
van Lombroso
o ‘Rivaal’ van de Italiaanse Antropologische school (theoretische tegenhanger)
o Ook een antropologische school, maar legt meer de focus op sociaal milieu (i.p.v. biologisch
determinisme een omgevingsdeterminisme)
3
Terugkeer van bepaalde voorouderlijke primitieve kenmerken nadat die enkele generaties verdwenen waren.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deprilfrann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.11. You're not tied to anything after your purchase.