Samenvatting J. Luif - In verband met de zin (H1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11)
65 views 6 purchases
Course
Grammatica
Institution
Hogeschool Rotterdam (HR)
Book
In verband met de zin
Uitgebreide samenvatting van 'In verband met de zin' van J. Luif. Derde, herziene druk.
Deze samenvatting van hoofdstuk 1, 2, 3, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 bevat veel voorbeelden die de theorie illustreren en uitleggen. Geen lange verhalen en zinnen, maar gewoon puntsgewijs en overzichtelijk.
Met behu...
1.1 Over spraakkunsten
Grammatica = spraakkunst = een beschrijving van een taal
Grammatica is handig als:
o Je als buitenlander Nederlands wilt leren.
o Je wilt weten hoe de taal in de loop de eeuwen is veranderd.
o Je een computer Nederlandse zinnen wilt laten maken.
Niet alle beschrijvingen van de taal zijn hetzelfde. Het is afhankelijk wat het doel ervan is.
Traditionele grammatica = schoolgrammatica = de Nederlandse spraakkunst zoals deze in het onderwijs
wordt gebruikt. Deze grammatica is tussen 1810 en 1870 ontstaan.
Het meest klassieke werk op dit gebied is de Nederlandsche Spraakkunst (1892-1896) van het Amsterdamse
schoolhoofd C.H. den Hertog.
1.2 Bouwstenen van zinnen
Een traditionele grammatica van het Nederlands is een beschrijving van de wijze waarop Nederlandse
zinnen zijn opgebouwd.
Bouwstenen van de taal:
• Woorden zijn er in allerlei soorten (woordsoorten)
o Werkwoorden
o Zelfstandige naamwoorden
o Bijvoeglijke naamwoorden
o Lidwoorden
o Voorzetsels
o Voornaamwoorden
• Constituenten: woorden die samen bepaalde eenheden vormen, bouwelementen van een zin.
o Naamwoordelijke constituenten = nominale constituenten
▪ Ik ontdekte …. Achter deze zin kan alleen een naamwoordelijke constituent komen.
▪ Ik ontdekte de directeur. Ik ontdekte klei. Ik ontdekte Karel.
▪ Ik ontdekte van de directeur = ongrammaticaal.
▪ In een naamwoordelijke constituent is een zelfstandig naamwoord het hoofd.
o Voorzetsel constituent = een constituent dat wordt ingeleid door een voorzetsel
▪ Bijvoorbeeld: van de directeur, in de kamer, uit wraak.
▪ Alle voorzetselconstituenten bevatten een naamwoordelijke constituent:
in de linnenkast = vz-constituent. Hierin is linnenkast de nw-constituent.
Woorden zijn dus de kleinste bouwstenen. Sommige woorden zijn zelf constituenten, andere woorden
vormen samen eenheden die als constituenten optreden. Soms is een constituent weer een onderdeel van
een grotere constituent.
Zinsdelen = zindelen worden gevormd door constituenten.
o Hij legde de lakens op de onderste plank van de linnenkast.
o Op de onderste plank van de linnenkast = zinsdeel en voorzetselconstituent.
o Van de linnenkast = alleen voorzetselconstituent, maar geen los zinsdeel.
2
, o Een zinsdeel is te herkennen doordat je hem op een andere plek in de zin kunt zetten, mits de
zinsbetekenis niet verandert.
o Het begrip zinsdeel is gebaseerd op de functie die een taalelement in een zin vervult.
1.3 Vorm en betekenis
Aan taalelementen als woorden, zinsdelen en zinnen zijn altijd twee aspecten te onderscheiden:
• vormaspect
▪ man = drie klanken [m, à, n] in deze volgorde. Andersom (nam) verandert de betekenis
• betekenisaspect
▪ man = volwassen mens van het mannelijk geslacht
Het vorm- en betekenisaspect geldt ook voor zinnen:
▪ Al mijn vrienden zijn niet te vertrouwen.
▪ Niet al mijn vrienden zijn te vertrouwen.
Homoniem: Een woord met twee betekenissen, zoals ezel.
Nauwkeuriger: De taalvorm ezel vertegenwoordigt twee woorden.
Een zin kan ook homoniem zijn:
▪ In de stal stond een ezel. = lexicale homonymie
▪ Wie ontslaat de directeur? = syntactische homonymie
Synoniem: Woorden met gelijke betekenis, zoals chemie en scheikunde. Zinnen kunnen ook synoniem
zijn.
Parafrase: Met andere woorden iets herhalen.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PeterZ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.09. You're not tied to anything after your purchase.