Werkcollege 1 + 2 – Het slachtoffer in het strafproces
Literatuur: Tekst & Commentaar Strafvordering via Kluwer Navigator zie hieronder aangegeven teksten.
Eerste boek Algemene bepalingen
(1) Titel IIIA Het slachtoffer
Inleidende opmerkingen
o 1. Algemeen/strekking
(2) Eerste Afdeling rechten van het slachtoffer
Art. 51a (slachtoffer)
Definitie slachtoffer/recht op correcte bejegening/recht op informatie
o 2. Begrip slachtoffer (lid 1)
o 4. Informatieverstrekking (lid 3 en 4)
A. Procesverloop
B. In vrijheidstelling
C. Schadevergoeding
Art. 51b (kennisneming van processtukken)
Kennisneming/toevoeging processtukken
o 1. Algemeen
Art. 51e (spreekrecht)
Spreekrecht
o 1. Algemeen.
o 2. Strekking.
o 3. Doel van de invoering en de uitbreiding van het spreekrecht
(3) Tweede afdeling schadevergoeding
Art. 51f (voeging als benadeelde partij)
Benadeelde partij
o 1. Algemeen.
o 2. Slachtoffer / rechtstreekse schade (lid 1)
A. Kring van voegingsgerechtigden: beschermd belang
B. Rechtstreekse schade
Alleen: Samenhang met tenlastelegging: concrete omstandigheden geval
Jurisprudentie: HR 10 juni 1997, NJ 1998, 54
HR 6 maart 2012, NJ 2012, 367, LJN:BR1149
HR 14 februari 2012, NJ 2012, 135, LJN: BU8755
HR 6 november 2012, LJN: BX8471
Samenvatting en doel:
De voorgeschreven literatuur geeft u een goed overzicht van de positie van het slachtoffer zoals die in de huidige
wetgeving vorm heeft gekregen. De voorgeschreven jurisprudentie laat u op een aantal punten zien hoe de
rechter omgaat met deze relatief nieuwe regelgeving, maar ook dat er aan de hoedanigheid van het slachtoffer
beperkingen zit. Je slachtoffer voelen en het juridisch zijn kunnen twee hele verschillende dingen zijn.
In het werkcollege zult u oefenen met de stof uit de literatuur en deze moeten toepassen. De vragen zijn
gebaseerd op gebeurtenissen uit de praktijk, dan wel gebaseerd op jurisprudentie. Van u wordt dus niet alleen
verwacht dat u de literatuur heeft gelezen, maar ook dat u de voorgeschreven jurisprudentie heeft gelezen en
begrepen.
1
, Verdiepend Strafrecht – antwoorden werkcolleges
Vraag 1.
Indien iemand slachtoffer wordt van een misdrijf, bijvoorbeeld zware mishandeling (art. 302 Sr), dan kan hij in de
loop van het strafproces diverse hoedanigheden krijgen. Noem 5 verschillende hoedanigheden en verwijs daarbij
naar de relevante wetsartikelen of wetsartikel!
ANTWOORD VRAAG 1:
1. Aangever: eenieder die kennis draagt van een strafbaar feit is bevoegd aangifte te doen (art. 161 Sv). Normaal
start een onderzoek/procedure pas nadat aangifte is gedaan. Het slachtoffer is bij uitstek degene die aangifte
kan doen.
2. Slachtoffer: iemand die rechtstreeks schade lijdt (vermogensschade of ander nadeel) als gevolg van een
strafbaar feit (artikel 51a Sv).
3. Spreekgerechtigde tijdens het onderzoek ter terechtzitting. Art. 51e Sv.
4. Benadeelde partij: de benadeelde partij kan zich voegen teneinde een schadevergoeding te vorderen (art 51f
Sv).
5. Getuige: Het slachtoffer kan vervolgens tijdens de zitting zelf als getuige deelnemen aan het proces (al dan niet
daartoe opgeroepen door de verdediging) art. 342 Sv. Het slachtoffer kan ook op het politiebureau een
verklaring afleggen als getuige. De verklaring wordt dan opgemaakt in de vorm van een proces-verbaal en kan
als bewijs worden gebruikt in de vorm van een schriftelijk bescheid (art. 344 lid 1 sub 2 Sv).
Vraag 2.
Hoewel mevrouw Y al lange tijd probeert om van haar alcoholprobleem af te komen lukt dit haar maar niet. Zo
begon zij op 1 januari 2017 de dag met een ontbijt inclusief een paar glazen roden wijn en tegen 10:00 uur in de
ochtend dronk zij vervolgens twee flessenbier. Flink onder invloed stapte ze daarna in de auto en verloor al snel de
macht over het stuur ten gevolge waarvan zij een aanrijding veroorzaakte met een 12-jarige fietser die op slag
dood was. Mevrouw Y wordt gelukkig al snel aangehouden en uiteindelijk vervolgd wegens overtreding van artikel
6 WvW. Ter zitting willen zowel de vader, de moeder, een tante als het broertje van 10 jaar van het slachtoffer
gebruik maken van het spreekrecht.
a. Hoeveel nabestaanden kunnen in totaal volgens de wet tijdens het onderzoek ter terechtzitting spreken
als spreekgerechtigde, en wie bepaalt wie er mag spreken als er meer dan het toegestane aantal het
woord wil voeren?
ANTWOORD VRAAG 2a.
Op grond van art. 51 e, vierde lid Sv, kan worden afgeleid dat in totaal 3 nabestaanden het woord kunnen voeren
tijdens het onderzoek ter terechtzitting. Het is de zittingsrechter die bepaalt wie er spreekt als de
spreekgerechtigden er onderling niet zelf uitkomen (art. 51e lid 4 Sv).
b. Hebben alle vier de nabestaanden die willen spreken tijdens het onderzoek ter terechtzitting ook het
recht om het woord te voeren?
ANTWOORD VRAAG 2b.
De eerste vraag die gesteld en beantwoord dient te worden is of in casu het gaat om een ten laste gelegd strafbaar
feit dat aanspraak geeft op het uitoefenen van het spreekrecht. Het antwoord daarop is ja. Art. 6 van de WvW
wordt specifiek genoemd in artikel 51e lid 1 Sv. De volgende vraag die gesteld en beantwoord dient te worden is in
hoeverre de genoemde nabestaanden als spreekgerechtigde kunnen optreden. Daarvoor dient art. 51 e leden 3, 4
en 5 Sv te worden geraadpleegd. Uit deze leden kan worden afgeleid dat de vader, moeder en tante het recht
hebben om het woord te voeren (art. 51e lid 4 sub b Sv). Het broertje van 10 jaar is in beginsel niet gerechtigd om
te spreken, dat is vanaf 12 jaar mogelijk, tenzij hij door de rechter in staat wordt geacht tot een redelijke
waardering van zijn belangen (art. 51e lid 5 Sv).
c. De ouders van het slachtoffer willen graag spreken ter zitting en de rechter laten weten dat mevrouw Y
wat hen betreft nooit meer vrij mag komen. In hoeverre mogen de ouders zich uitlaten over een
eventuele strafoplegging door de rechter?
ANTWOORD VRAAG 2c:
Sinds 1 juli 2016 geldt het onbeperkt spreekrecht en kunnen aldus de ouders zich ook uitlaten over de strafmaat.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller s0704. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.