Beste (mede)student,
Hierbij bied ik u een korte, maar allesomvattende samenvatting aan, van het complexe en grote vak Strafprocesrecht Dwangmiddelen. Het betreft een uitwerking van de voorgeschreven literatuur/hoorcolleges/arresten. Kortom: niet veel tijd om te leren, maar toch alle relevante com...
Wat is het startpunten van het opsporingsonderzoek?
Art. 1 Sv: het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel
Strafvordering: procedure, van meerdere fasen (zowel opsporing, vervolging als tul)
Bij wet: wet in formele zin – geen harde regel (AmvB), delegatie + jurisprudentie
Ratio: rechtseenheid en rechtszekerheid/rechtsbescherming
Opsporingsbegrip —> Huidige definitie opsporing art. 132a Sv
1. Klassiek (tot 2000): redelijk vermoeden dat een SF is gepleegd = specifieke aanleiding =
reactief van aard (aangifte of ontdekking heterdaad)
2. Proactief (2000): gericht op toekomstige, nog te plegen SF = anticiperend (denk aan infiltratie
om drugscriminaliteit in georganiseerd verband te ontdekken). Er is vaak wel een klassieke
verdenking (voorbereiding, deelname aan cr.organ., samenloop)
Definitie opsporing 132a Sv (Wet opsporing en vervolging terror. misdrijven)
- Radicale breuk met klassiek opsporingsbegrip, nu het begrip ontdaan is van
verdenkingscriteria (wel op het niveau van bevoegdheden – redelijk vermoeden dat SF is
gepleegd of redelijk vermoeden van schuld, 27 Sv. Maar dus niet meer bepalend voor de
vraag of sprake is van opsporing.
- Onder gezag OvJ (RC is onderzoeksrechter, geen GVO meer)
- Modernisering: geen OvJ meer, strafvorderlijke beslissing wordt strafvorderlijk doel = geen
wijziging beoogd met opsporingsbegrip.
5 typen opsporingsonderzoek
1. Klassiek: reactie op SF
2. Repressief: alchoholcontrole (160 lid 5 WVW). Het gaat niet om puur toezicht (3 Pw), iets
stevigere vorm van controle (speuren naar mogelijk gepleegde SF)
3. Proactief: opspeuren van toekomstige (nog niet gepleegde) SF
4. Inlichtingenwerk: TCI – runnen informanten (geen bruikbaar bewijsmateriaal –
sturingsinformatie – startinformatie). Doel is niet verzamelen bewijsmateriaal, maar
opbouwen informatiepositie. Het gaat dus niet om evidence maar om intelligence.
5. Verkennend onderzoek: Het gaat om het verkrijgen van een bepaald beeld van een bepaalde
sector. Vereist is dat het onderzoek tot personen herleidbare gegevens leidt – zie art. 126gg
Sv (voorbereiding opsporing)
Opsporingsambtenaren: 141 en 142
=limitatieve opsomming van bevoegde personen
Verschil gewone opsporingsambtenaren/buitengewoon: omvang opsporingstaak
A. Gewoon: algemene opsporingstaak
B. Buitengewoon: vaak beperkt tot categorien van strafbare feiten (treinconducteur)
Opsporingsonderzoek onder leiding en gezag van de OvJ (132a) creëert een
bevelsbevoegdheid (148 lid 2) en is waarborgfunctie (OvJ = verantwoordelijk)
OvJ vooral leiding, maar kan ook persoonlijk opsporingsonderzoek verrichten 148 lid 3
Over het algemeen wordt OvJ incidenteel ingeschakeld, als medewerking is verlangd voor
bevoegdheden/dwangmiddelen
Pagina 1 van 29
, Hulpofficier: gekwalificeerde ambtenaren van de politie – aanvullende rol bij bewaking
kwaliteit en behoorlijkheid opsporingsonderzoek – voorgeleiding in praktijk aan hulpofficier
OvJ, redenen leiding opsporingsonderzoek
1. Bewaken juridische kwaliteit
2. Beleid afstemmen tussen opsporing en vervolging
3. Bewaken rechtmatigheid/rechtsstatelijkheid opsporingsonderzoek (waarborgfunctie)
Verbaliseringsplicht, art. 152 Sv
Opsporingsambtenaren
Van het door hen opgespoorde SF of wat in het kader van opsporing is verricht of bevonden
Onverwijld toezending (hulp)OvJ, art. 156 Sv
Doel PV: (1) wettig bewijsmiddel, 344 en (2) verantwoording achteraf verrichte onderzoek
152 lid 2: achterwege laten onder verantwoordelijkheid OM
o Codificatie Zwolsman: redelijke uitleg in het licht van de aan een eerlijk proces te
stellen eisen brengt mee dat het opsporingsambtenaren alleen dan vrij staat het
opmaken van een PV achterwege te laten als hetgeen door hen is verricht of
bevonden naar hun, aan toetsing door de OvJ onderworpen, oordeel redelijkerwijs
niet van belang kan zijn voor enige door de rechter in het eindonderzoek te nemen
beslissing (= gebrek aan relevantie).
Hoe zit het met niet wettelijk geregelde oppsoringsbevoegdheden zoals horen ooggetuigen en het
veiligstellen van vingerafdrukken op de plaats delict?
HR Zwolsman: art. 141/142 in beginsel voldoende grondslag voor de toepassing van niet expliciet in
de wet geregelde opsporingsmethoden, doorslaggevend is; niet meer dan beperkte inbreuk?
Let op. Maakt de bevoegdheid meer dan een beperkte inbreuk op grondrechten, dan kan het niet op
art. 141/142 Sv worden gebaseerd, nu is vereist:
1. Wettelijke voorziening (law)
2. Voldoende specifiek is (particulary precise)
De algemene bepalingen van 141/142 en 3 PW voldoen hier niet aan.
Deze combi van artikelen biedt volgens HR alleen een toereikende basis voor
opsporingsmethoden die alleen een beperkte inbreuk op de privacy maken.
Opsporing moet getoetst worden aan proporitonaliteitsbeignsel en subsidiariteitsbeginsel.
Onderdeel 2. Grondrechten en dwangmiddelen
Wat is er met de Wet bob allemaal veranderd?
Veel bevoegdheden in de wet opgenomen, zoals: infiltratie, observatie, het stelselmatig inwinnen
van informatie (2000). Verdere uitbreiding 2007, met de Wet terroristische misdrijven.
Verschil schaduwen/observeren en stelselmatige observatie (die wel in de wet staat)
Schaduwen is het incidenteel/kortdurend volgen van personen. Dit is niet in de wet geregeld.
Welke indringende opsporingsmethoden zijn niet in de wet geregeld en wat is de opvatting van de
wetgever erover?
1. Warmtekijker (hennepkwekerijen opsporen)
2. IMSI-catcher (locatie mobiele telefoon opsporen)
3. Peilbaken
4. Vuilnissnuffel
5. Horen getuigen door politie (denk aan aangifte)
Uitgangspunt wetgever 1926: de enkel formeel wettelijke toekenning van een
opsporingsbevoegdheid (141/3) maakt dat je in beginsel alle activiteiten mag verrichten die
Pagina 2 van 29
, in redelijkheid als noodzakelijk kunnen worden aangemerkt voor het doel: opsporingstaak.
Dus art. 141 is de legitimatie voor het mogen uitoefenen van allerlei
bevoegdheden/methoden. Daarmee bestaat meteen een goede relatie met 1 Sv.
Zwolsman: niet meer dan een beperkte inbreuk? Art. 141/142 toereikend.
Wanneer is toch een specifieke regeling nodig?
Bij ingrijpende bevoegdheden, die inbreuk maken op rechten en vrijheden van burgers, zoals
geregeld in de Gw. Er mogen wel inbreuken worden gemaakt, maar alleen bij wet in formele zin.
Bovendien moet deze grondslag specifiek zijn. Zo is het stelsel van dwangmiddelen ontstaan.
Dwangmiddelen: de in het kader van de strafvordering aan te wenden bevoegdheden die
daadwerkelijk inbreuk maken op rechten en vrijheden van burgers. Wettelijke legitimatie vereist (1
Sv). Opsporingsambtenaar moet belangen afwegen (beginsel redelijke en billijke belangenafweging –
proportionaliteit en subsidiariteit). Dit zie je ook terug in art. 7 Pw 2012 lid 1 en 5.
Doelen dwangmiddelen: waarheidsvinding (in het belang onderzoek) – zie bijv. 57 lid 1
Werking dwangmiddelen: niet beoogd – straf ervaren
Als de betrokkene toestemming heeft gegeven, is geen sprake meer van een inbreuk (Zwarte
zakje). Toestemming; wilsuiting waarbij de verlener zich bewust is van het vrijwillige karakter
van die medewerking en afstand van rechtsbescherming
Steundwangmiddelen: dwangmiddelen die bedoeld zijn hantering van andere dwangmiddelen
mogelijk te maken (denk aan betredingsbevoegdheid voor inbeslagneming of aanhouding)
(aanhouden van de verdachte is steundwangmiddel voor ophouden van onderzoek)
Art. 8 EVRM: het recht op privéleven (dwangmiddelen maken nogal eens inbreuk op dit recht)
Overheid moet zich onthouden van een inbreuk op privacy, maar kan ook een positieve
verplichting inhouden (K.U. tegen Finland – voorzien in goede wetgeving ter bescherming).
Begrip privacy is dynamisch: maatschappelijke veranderingen hebben invloed.
Als een inbreuk wordt gemaakt op art. 8, moet er een wettelijke regeling zijn die voldoet aan
de eisen van toegankelijkheid en voorzienbaarheid en die noodzakelijk is met het oog op
bescherming van bepaalde waarden.
Stappenplan art. 8 EVRM schending?
1. Is er sprake van een inbreuk begaan door een overheidsorganen (interference by a public
authority)?
A. Inbreuk?
B. Begaan door een overheidsorgaan?
M.M. Tegen Nederland: betrokkenheid bij bewijsgaring politie door plaatsen
opnameapparatuur zo groot, dat er gesproken moest worden van een inbreuk van een
overheidsorgaan. Dat betekent dat er ‘law’ moet zijn die ‘particulary precise’ is en
waarmee de inbreuk ‘in accordance’ (in overeenstemming) was. Dat was niet het geval.
NL kent een uitgebreide tap-regeling, maar die was hier niet toegepast.
2. Wat het een toelaatbare/gerechtvaardigde inbreuk?
A. Bij ‘law’ voorzien? Basis in het nationale recht? [accessability/foreseeability]
Achtergrond tweeledig: Legaliteit/geen willekeur
Hieronder valt ook ongeschreven recht (Kruslin – onderzoeksrechter tapregeling)
Maar let op, waar het in Kruslin mis ging: Kwaliteitseisen:
Vindbaarheid van het recht (accessability) en voorzienbaarheid (foreseeability), hangt samen
met voorkomen van willekeur. Wet mag niet vaag zijn. Onthoud!! Des te ingrijpender de
inbreuk op de privacy, des te preciezer de wet moet zijn (kwaliteitseisen).
B. Democratische samenleving noodzakelijk? (Concreto/procedures)
Heiligde het doel (waarheidsvinding) het middel (inbreuk)?
Pagina 3 van 29
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cdp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.18. You're not tied to anything after your purchase.