Examenvragen van de voorbije jaren van Filosofie.
19 vragen in het document, 3 tal niet beantwoord.
Tips voor het examen filosofie alsook denkbeelden (cultuurgeschiedenis) :)
Geslaagd in eerste zit.
LES 2 EN 3: KOSMOS
1. Wat is er zo opvallend (zelfs problematisch voor Plato) aan het begrip
Chora?/ Wat is zo opvallend aan het ruimtebegrip Chora binnen Plato’s
denken?
Plato’s theorie zegt dat van alle waarneembare dingen/afbeeldingen er 1 model bestaat
en dat voor een afbeelding we materie nodig hebben. De afbeelding is door het gebruik
van de materie gebrekkig, niet perfect zoals het model. Men spreekt hier van Plato’s
dualisme. Later ontdekt Plato dat er iets meer in het spel zit en wordt gedwongen om van
zijn principe van uitgesloten derde af te stappen (zijn vs schijn, idee vs waarneembare
dingen, nous vs ananké). Dit betekent dat er iets meer is dan deze 2 dimensies (1. model
en 2. Zintuiglijke dingen). Model en materie zijn niet genoeg om waarneembare dingen te
maken, er is een medium nodig. Materiële dingen kunnen namelijk maar waarneembaar
zijn als er een leegte tussen zit. Die leegte noemt Plato ‘Chora’ wat letterlijk terugwijken
betekent. Hij noemt chora ook de opneemster van het worden en is een medium waarin
de afbeelding zichtbaar wordt. Chora zelf mag wel geen eigenschappen bevatten want
dan zou het de dingen niet kunnen laten verschijnen. (zoals een spiegel). Chora is dus het
vermogen om afbeeldingen van de Ideeën op te nemen opdat deze waarneembaar
zouden worden zonder zelf waarneembaar te zijn. Chora is noch een idee, noch een een
zintuiglijk ding en is het vermogen om waarneembare dingen te laten verschijnen. Men
kan Chora niet in een van de twee dimensies steken, enkel een mengvorm van de ideeën
en waarneming (de mens : ziel+lichaam) kan Chora begrijpen.
2. Waarom heeft Plato een ideeënwereld nodig?
Volgens plato zijn zintuigelijke, waarneembare dingen slechts een afschaduwing van
ideeën. Men kan dus echte kennis bereiken door ons af te wenden van de zintuigelijke
wereld en ons te richten tot de ideeën. Echte kennis heeft betrekking op ideeën en is
daarom algemeen geldig en onveranderlijk. Ideeënwereld is niet ruimtelijk. Men kan het
bereiken door 1. Zich te richten tot de essentie, de ideeën en 2. Wederherinnering adhv
onze rede, inzicht. Hij gebruikt dit om een algemeen geldende uitspraak te kunnen doen
over de contingente dingen.
3. Hoe kan je Plato’s mensbeeld, wereldbeeld, godsbeeld zinvol plaatsen
vanuit de epistemologie?
Plato’s wereldbeeld is (horizontaal) dualistisch, er zijn 2 dimensies. De ideeënwereld staat
boven de wereld van de afbeeldingen (onze wereld). De dimensie van de ideeën is het
‘zijn’, die van de zintuigelijke wereld ‘schijn’. Hetzelfde geldt voor het dualistisch
mensbeeld. De ziel is het redelijk principe van de mens, ons lichaam daarentegen is het
graf van de ziel. De ziel van de mens hoort eigenlijk thuis in de Ideeënwereld en is
onvergankelijk. We moeten volgens Plato de ziel volgen en het lichaam negeren. Als de
mens iets slecht doet is dit een teken van onwetendheid. De mens moet kennis bereiken
door zich af te wenden van de zintuigelijke wereld zich dus te richten tot het Idee.
De ziel is het redelijk principe van de mens. Leg uit.
De ziel hoort thuis bij het zijn, het materiële lichaam bij de schijn. De ziel van de mens is
onsterfelijk. Bij de geboorte wordt de ziel verenigd met een lichaam, het lichaam beperkt
de ziel. De essentie is de ziel van de mens, inzicht en rede kan men enkel terugvinden in
de ziel van de mens, om kennis te bereiken moet men ons lichaam negeren. We moeten
met onze ziel, ons vermogen tot redelijkheid proberen te vatten wat de essentie van de
dingen zijn.
4. Welke kritiek had Nietzsche op de Platonische, Socratische visie?
Volgens Nietzsche hebben Plato en Socrates de Griekse cultuur verpest. De Griekse
cultuur was gekenmerkt door een combinatie van 2 verschillende aspecten die beide
evenveel uitmaken van de wereld. Er was het dionysische, van de god van de levenslust,
het chaotische, het mateloze. Aan de andere kant was er het apollinische, volgens de God
van de maat, orde, beheersing. Volgens Nietzsche heeft de mens nood aan beide. Ze zijn
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentarchi. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.