Dit document bevat uitgebreide stappenplannen voor het vak Strafprocesrecht (gemaakt in ). Het geeft de stappen weer van verschillende leerstukken, maar ook de belangrijkste wetsartikelen.
WEEK 1 – ALGEMENE INLEIDING, BRONNEN + OPSPORING EN CONTROLE
Sfeerovergang, voortgezette toepassing of sfeercumulatie
1. In welk domein zitten we (toezicht, controle, opsporing)?
2. Waarin wordt overgegaan?
3. Vaststellen welke van de 3 het dan is (sfeerovergang, voortgezette toepassing of
sfeercumulatie).
4. Beoordelen aan de hand van jurisprudentie of dit mogelijk is en mag.
5. Conclusie -> ingaan op de vraagstelling.
Voortgezette toepassing
1. Benoem dat er sprake is van voortgezette toepassing, benoem van de ene wet naar
de andere wet.
2. Benoem dat er wordt opgespoord (art. 132a Sv)
3. Benoem dat er een repressieve controle wordt uitgevoerd en welke + artikel
• Alcoholcontrole (art. 160 lid 5 WVW)
• Kentekenbewijzen (art. 160 lid 4 WVW)
4. Benoem dat er een ander strafbaar feit wordt aangetroffen tijdens de controle + op
welk artikel er wordt overgegaan
5. Uitwerken HR Geweer
• Werk uit dat het per toeval is
• Werk uit dat er aan de toepassingsvoorwaarden wordt voldaan
6. BENOEM OF ER SPRAKE IS VAN DETOURNEMENT DE POUVOIR
7. Uitwerken HR Dynamische verkeerscontrole
• Het daadwerkelijk uitoefenen van de controlebevoegdheid impliceert dat het
andere feit per toeval is ontdekt
8. Uitwerken dat er dan ook meteen wel of niet wordt voldaan aan HR Controle v.
opsporing
• De controlebevoegdheid mag niet uitsluitend ingezet zijn om de
opsporingsbevoegdheid te kunnen inzetten. Het doel van de controle moet
worden verwezenlijkt.
9. (INDIEN NODIG: HR Project moelander)
• Indien er sprake is van een selectie, mag er geen onderscheid gemaakt
worden naar ras, levensovertuiging, etniciteit etc.
10. Conclusie
Sfeercumulatie
1. Benoem dat we ons al in opsporing bevinden (art. 132a Sv) en er al een verdenking
(art. 27 Sv) is
2. Werk HR Controle v. Opsporing uit
• Waarborgen moeten in acht worden genomen
3. Benoem dat er geen sprake mag zijn van detournement de pouvoir
• HR Dynamische verkeerscontrole
4. Conclusie
Is er sprake van opsporing? (art. 132a Sv)
1. Benoem art. 132a Sv; hieraan worden voorwaarden verleend
2. Voorwaarde 1: onderzoek in verband met strafbare feiten
• Hieruit volgt onderscheid toezicht
3. Voorwaarde 2: onderzoek uitgeoefend onder gezag van OvJ
4. Voorwaarde 3: onderzoek met als doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen
• Hieruit volgt onderscheid toezicht
5. Conclusie -> ingaan op de vraagstelling.
Nemo-tenetur beginsel
, 1. Nemo-tenetur beginsel noemen
2. EHRM Saunders benoemen; definitie + nemo-tenetur niet van toepassing
3. Wilsonafhankelijk of wilsafhankelijk materiaal?
4. Sprake van uitzonderingen?
• EHRM Funke, EHRM Jalloh en HR Biomedische smartphoneontgrendeling
5. Conclusie -> ingaan op de vraagstelling
Dwang bij wilsonafhankelijk materiaal
1. Nemo-tenetur beginsel noemen
2. EHRM Saunders benoemen; definitie + nemo-tenetur niet van toepassing
3. Wilsafhankelijk materiaal of wilsafhankelijk materiaal?
4. Uitzondering noemen: EHRM Jalloh + HR Biomedische smartphoneontgrendeling
• Is er sprake van dwang?
• Is er sprake van wilsafhankelijk materiaal?
• Is er sprake van EHRM Jalloh of niet?
• Aard en mate van dwang
• Aanwezigheid van relevante waarborgen
• Gebruik van het bewijs
5. Conclusie -> ingaan op de vraagstelling.
Is er sprake van verhoor?
1. Benoem HR Verhoor en consultatiebijstand
2. Benoem wat er onder verhoor wordt verstaan op grond van HR Verhoor en
consultatiebijstand
3. Voorwaarde 1: vragen gesteld door een opsporingsambtenaar
4. Voorwaarde 2: vragen omtrent de betrokkenheid bij een strafbaar feit
5. Voorwaarde 3: vragen gesteld aan verdachte (art. 27 Sv) van het strafbare feit
6. Conclusie
WEEK 2 – BIJZONDERE OPSPORINGSMETHODEN + DRIE DOMEINEN
1. Altijd beginnen met bekijken in welk domein van opsporing je zit
2. Wanneer je het domein hebt gekozen, kun je gaan kijken om welke bijzondere
opsporingsbevoegdheid het gaat.
Als je dit weet, benoem dan het juiste artikel. Het artikel moet aansluiten bij
een van de drie gekozen domeinen.
3. Gebruik het artikel om de vereisten af te gaan lopen, de vereisten zijn letterlijk uit het
artikel te halen.
Stapsgewijs uitwerken en de casus betrekken
4. Conclusie
Vaak is de vraag of de bevoegdheid rechtmatig is. Geef hier dus antwoord op
aan de hand van de uitgewerkte vereisten.
, 1. ‘In de casus … *benoem de feiten*’
2. De casus ziet op het opsporingsdomein *noem welk domein*, want..
3. Er wordt *noem welke bevoegdheid feitelijk*, hieruit kan er worden geconstateerd dat
de opsporingsbevoegdheid *noem bevoegdheid* wordt ingezet door de politie.
4. In combinatie met het opsporingsdomein waar we ons in casu in bevinden en de
ingezette bevoegdheid is art. *noem juiste artikel* van toepassing.
5. Er zal moeten worden voldaan aan de vereisten van dit artikel, wil de ingezette
bevoegdheid rechtmatig zijn.
Dringend vorderen
= toetsen aan subsidiariteit en proportionaliteit. Minst zware middel en evenredig?
In het belang van het onderzoek
= in het belang van het opsporingsonderzoek (art. 132a Sv). Toetsen aan het doel het
nemen van strafvorderlijke beslissingen. = bijvoorbeeld om meer te weten te komen van het
strafbare feit of de bewijzen tegen het feit te versterken.
Stelselmatige observatie
- In HR Observatie heeft de Hoge Raad een duidelijk onderscheid gemaakt tussen
stelselmatige observatie en observatie. Bij stelselmatige observatie (art. 126g Sv) is
er een expliciete wettelijke grondslag vereist, omdat dit een bijzondere
opsporingsbevoegdheid is. Bij niet-stelselmatige observatie is art. 3 Politiewet
voldoende.
- We spreken van stelselmatige observatie indien de observatie geschikt is om een min
of meer compleet beeld te verkrijgen van bepaalde aspecten van het persoonlijk
leven van de betrokkene. Dit hangt mede af van de plaats waar de observatie
plaatsvindt, de duur, intensiteit en frequentie, en het eventuele gebruik van
technische hulpmiddelen.
Dus: onderscheid stelselmatige observatie (expliciete wettelijke grondslag) vs. niet-
stelselmatige observatie (art. 3 Politiewet). Indien voldaan aan de eisen uit het arrest,
voldoet art. 3 Pw dus niet en is er een expliciete wettelijke grondslag nodig.
Klassieke opsporing (art. 126g Sv)
1. Benoem klassieke opsporing en art. 126g Sv
2. Verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv
3. Tegen personen
4. In het belang van het onderzoek
• In het belang van het opsporingsonderzoek (art. 132a Sv). Toetsen aan het
doel het nemen van strafvorderlijke beslissingen.
5. Door opsporingsambtenaar op bevel van de OvJ
6. Het bevel is schriftelijk (lid 5)
Lid 6: bij dringende noodzaak kan het bevel mondeling gegeven worden. Binnen drie dagen
moet dit op schrift worden gesteld.
• Bijna nooit sprake van dringende noodzaak, echt heel noodzakelijk.
Vroegsporing (art. 126o Sv)
1. Benoem vroegsporing en art. 126o Sv
2. Een geval
• als uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld
voortvloeit;
• dat in een georganiseerd verband;
• misdrijven als omschreven in art 67 lid 1 worden beraamd of gepleegd;
• die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren.
3. Tegen persoon
, 4. In het belang van het onderzoek
5. Door opsporingsambtenaren op bevel van de OvJ
6. Het bevel is schriftelijk (lid 4)
Lid 5: art. 126g lid 4, 6 tot en met 8 is van overeenkomstige toepassing.
Aanwijzingen van terrorisme (art. 126zd Sv)
1. Benoem aanwijzingen van terrorisme en art. 126zd Sv
2. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf
3. In het belang van het onderzoek
4. Door opsporingsambtenaar op bevel van de OvJ
5. Tegen een persoon
Lid 2: de opsporingsambtenaar mag een persoon niet brengen tot andere strafbare feiten
dan waarop diens opzet reeds tevoren was gericht.
Het opnemen van vertrouwelijke communicatie
Klassieke opsporing (art. 126l Sv)
1. Benoem klassieke opsporing en art. 126l Sv
2. Verdenking (art. 27 Sv)
3. Verdenking van een misdrijf als omschreven in art. 67 lid 1 Sv
• Gevangenisstraf van 4 jaar of meer
4. Misdrijf dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert
5. Indien het onderzoek dit dringend vordert
• Toetsen aan subsidiariteit en proportionaliteit
6. Door opsporingsambtenaar op bevel van de OvJ
7. Het bevel is schriftelijk (lid 3)
8. Het bevel wordt gegeven voor een periode van ten hoogste vier weken (lid 5)
Lid 6: art. 126g lid 6 tot en met 8 is van overeenkomstige toepassing.
Vroegsporing (art. 126s Sv)
1. Benoem vroegsporing en art. 126s Sv
2. Een geval zoals art. 126o lid 1 Sv
• als uit feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld
voortvloeit;
• dat in een georganiseerd verband;
• misdrijven als omschreven in art 67 lid 1 worden beraamd of gepleegd;
• die een ernstige inbreuk op de rechtsorde opleveren.
3. Indien het onderzoek dit dringend vordert
4. Door opsporingsambtenaar op bevel van de OvJ
5. Het bevel is schriftelijk (lid 3)
6. Het bevel wordt gegeven voor een periode van ten hoogste vier weken (lid 5)
Lid 6: art. 126g lid 6 tot en met 8 is van overeenkomstige toepassing.
Aanwijzingen terrorisme (art. 126zf Sv)
1. Benoem aanwijzingen van terrorisme en art. 126zf Sv
2. In geval van aanwijzingen van een terroristisch misdrijf
• Art. 83 Sr
3. Indien het onderzoek dit dringend vordert
4. Door opsporingsambtenaar op bevel van de OvJ
5. Machtiging verleend door de R-C
6. Het bevel is schriftelijk (lid 3)
7. Het bevel wordt gegeven voor een periode van ten hoogste vier weken (lid 5)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mvdl2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.69. You're not tied to anything after your purchase.