Samenvatting Samenavatting aardrijkskunde Havo/Vwo- De Geo, Hoofdstuk 7 Het klimaat in de VS en India
0 view 0 purchase
Course
Aardrijkskunde
Level
HAVO
Samenvatting van hoofdstuk 7 (Het klimaat in de VS en India) van de Geo. Inclusief begrippen en b-nummers. En afbeeldingen van het klimaat en windrichtingen. Voor heel havo en vwo.
Paragraaf 1
Wat is de opeenvolging van landschappen langs de 40e breedtegraad in de
V.S. en wat zijn de verschillen daartussen?
Je begint in de verstedelijkte Kustvlakte aan de Atlantische Oceaan en eindigt bij het
Kustgebergte (Coast Ranges) aan de Grote Oceaan (Pacific).
De route doorkruist twee langgerekte berggebieden: de Appalachen in het oosten en
de Rocky Mountains in het westen.
Ze verschillen op veel punten van elkaar:
De Appalachen zijn een middelgebergte. De hoogste top steekt daar ruim
bovenuit: de Mount Mitchell (2.038 m). De Rocky Mountains in het westen zijn
een hooggebergte dat zich uitstrekt van Alaska tot aan Mexico (een jong
gebergte met spitse bergtoppen die vaak hoger zijn dan 4.000 m en bedekt
met eeuwige sneeuw.
Op 1 punt zijn ze gelijk, ze liggen in een noordoost ligging
Wat is de invloed van de ligging van de gebergten op de temperatuur en
neerslag in de V.S?
De grote gebergteketens liggen in een noord-zuidrichting. Daardoor houden ze de
oceaanwinden tegen. Landinwaarts, in het midden van de V.S., hebben de oceanen
dus weinig invloed op de temperatuur.
Dat is te merken aan de grote verschillen tussen de zomer- en wintertemperaturen in
het binnenland. Het gebied ligt open voor koude poolwinden uit het noorden. Die
zorgen in de winter voor sneeuw en lage temperaturen. ’s Zomers waaien er juist
warme, vochtige winden uit het zuiden, vanaf de Golf van Mexico.
Dan zijn de temperaturen hoog en valt er veel regen. De Northerns (of: blizzards,
cold waves) en Southerns (of: hot waves) zorgen voor grote verschillen. In het
voorjaar kan het de ene dag bijna zomer zijn met 20 °C, de dag erna hartje winter
met –20 °C.
B37 Temperatuurfactoren
►Op aarde is het gemiddeld 15 °C. Maar er zijn grote verschillen in de
temperatuur. In de poolgebieden is het koud, in de tropen warm.
Vijf factoren hebben grote invloed op de temperatuur. Dat zijn de
temperatuurfactoren.
● Breedteligging: hoe verder van de evenaar hoe kouder:
● Hoogteligging: hoe hoger, hoe kouder:
● Ligging ten opzichte van de zee: hoe verder van zee, hoe warmer in de zomer en
hoe kouder in de winter
, ● Aanvoer van koude of warmte van elders door wind of zeestromen.
● Ligging van gebergten: wel of geen beschutte ligging
B43 Temperatuur boven land en boven zee
► Het aardoppervlak bestaat voor 29% uit land en voor 71% uit water. De stralen
van de zon vallen dus of op land of op water. Dat verschil is heel belangrijk voor de
temperatuur . De opwarming en afkoeling van land gaan namelijk anders dan die
van water.
● Je kunt het verschil merken als je op een zomerse dag over het strand loopt. Het
zand is soms zo heet dat het pijn aan je voeten doet. Het is veel warmer dan het
koele zeewater. ’s Avonds is dat heel anders. Het zand is flink afgekoeld, maar de
temperatuur van het zeewater is niet veranderd. Het is nog net zo lekker als ’s
middags. Voor je gevoel is het zelfs warmer dan overdag. Van dit ‘strandvoorbeeld’
kun je twee dingen leren.
1) Land wordt warmer dan water, maar ook kouder.
2) Land wordt sneller warm en sneller koud dan water.
● Dat verschil in opwarming en afkoeling heeft ook gevolgen voor de temperatuur
van de lucht erboven.
■ Boven zee zal de luchttemperatuur nooit erg hoog en ook nooit erg laag zijn. De
zee heeft dan ook een matigende invloed op de temperatuur.
■ Boven land kan de lucht erg warm maar ook erg koud worden. De temperatuur kan
ook heel snel wisselen.
B44 Aanlandige en aflandige wind
► De windrichting heeft veel invloed op de temperatuur. In de Nederlandse winter
brengt een oostenwind vorst en een westenwind dooi. ’s Zomers zorgt de
oostenwind in Nederland voor warmte en de westenwind voor afkoeling.
● Dat heeft te maken met de herkomst van de lucht. De oostenwind is afkomstig van
het vasteland van Europa, het is een landwind . De westenwind komt van de
Atlantische Oceaan, het is een zeewind . Zeewinden noem je aanlandige winden ,
landwinden noem je aflandige winden. Een aanlandige wind heeft in de zomer een
ander effect op de temperatuur dan in de winter. Ook een landwind werkt ’s zomers
anders dan ’s winters.
■ Bij een aanlandige wind wordt het in de zomer minder warm (verkoeling) en in de
winter minder koud (dooi).
■ Bij een aflandige wind wordt het in de zomer warmer en in de winter kouder
(vorst).
, B46 ligging van gebergte
► Soms komt de wind onderweg een gebergte tegen. Zo’n gebergte is dan eigenlijk
een soort muur. Het is een klimaatscheiding tussen twee gebieden.
● Kijk bijvoorbeeld naar de temperatuur in Canada in de winter. Daar zorgt een
warme zeestroom ervoor dat het water voor de kust bij de stad Vancouver relatief
warm is. De westenwinden blazen de warme lucht boven zee naar het vasteland.
Daar houden de Rocky Mountains de warmte tegen. Alleen de Canadese
kustplaatsen profiteren ervan: de havens vriezen niet dicht. Aan de andere kant van
het gebergte blijft het koud. In de stad Calgary is het ’s winters gemiddeld bijna tien
graden onder nul.
● In Europa zie je zo’n klimaatscheiding bij het Scandinavisch Hoogland. Daar is het
’s winters aan de westkust relatief warm, maar aan de oostkant van het gebergte is
het in Zweden dan ijskoud.
Begrippen:
reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.
middelgebergte
Gebied waar de meeste bergtoppen tussen de 500 en 1.500 m hoog zijn.
Oud gebergte
Gebergte met afgeronde toppen en ondiepe dalen; ouder dan 65 miljoen jaar.
hooggebergte
Gebied met bergen die hoger zijn dan 1.500 m.
jong gebergte
Gebergte met hoge toppen, scherpe bergkammen en diepe dalen; minder dan 65
miljoen jaar oud.
eeuwige sneeuw
Gebied waar altijd sneeuw ligt.
laagvlakte
Gebied zonder hoogteverschillen, dat lager ligt dan 500 m.
hoogvlakte
Vlak of zacht golvend gebied dat meer dan 500 m hoog ligt.
steppe
Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage
struikjes.
irrigatie
Het kunstmatig nathouden van landbouwgronden.
extensieve veeteelt
Veeteelt met weinig vee per hectare.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller suusjemaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.82. You're not tied to anything after your purchase.