Samenvatting Social Werk in Nederland H1,2,3,4,7 en 8.1, 8.5 t/m 8.7
8 views 0 purchase
Course
Sociaal werk in Nederland
Institution
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
Een samenvatting met hoofdstuk 1 samengevat. De overige hoofdstukken zijn samengevat door middel van een tijdlijn met daarin de gebeurtenissen (en toelichting) die naar voren komen in de hoofdstukken.
Vraaggericht werken: 2005 – heden
Eigen kracht en zelfregie staan centraal
,Hoofdstuk 1; De Nederlandse verzorgingsstaat
Verzorgingsstaat:
Piet Thoenes: Een maatschappij vorm die wordt gekenmerkt door een op
democratische leest geschoeid systeem van overheidszorg, dat zich bij
handhaving van het kapitalistisch productiesysteem garant stelt voor het
collectieve sociale welzijn van haar onderdanen.
Van Heerikhuizen en Wilerdink: Een stelsel waarin de overheid zich garantstelt
voor noodzakelijke geachte materiele en immateriële voorzieningen voor alle
burgers.
- Er wordt duidelijk gemaakt dat de overheid garant staat voor wat er gebeurd.
- Er wordt duidelijk gemaakt dat het om immateriële voorzieningen gaat en niet
alleen om materiele voorzieningen.
- De definitie geeft ruimte voor toekomstige ontwikkelingen en verschillen in
(politieke) opvattingen door de formulering ‘genoodzakelijk geachte’.
4 fasen:
Fase 1 en 2: 1901 – 1952
Bij eerste 2 fasen lag het accent bij de sociale verzekeringen en tegengaan
armoede.
1. 1e aanzet: de eerste sociale wetten en verzekeringen ontstonden.
2. Doelgroep verbreding. Er kwam een verbreding in wet- en regelgeving tot
niet industriële arbeiders en ook tot mensen niet in loondienst.
- 1901 ongevallenwet (verzekerd tegen risico’s op het werk)
- 1912 nieuwe armenwet (overheid zou niet ingrijpen, tenzij het de laatste
optie was)
- 1930 ziektewet
- 1952 werkloosheidswet (WW)
Doel: Inkomen stabiliteit.
Fase 3: 1952 – 1977
3. Sociale regelingen krijgen nog meer karakter. Ze worden een vangnet voor
iedereen in (financiële) nood. Er werd gestreefd om uitkeringen waardevast
te maken.
- 1957: AOW
- 1959: Algemene weduwen- en wezenwet (AWW)
- 1965: Algemene bijstandswet (ABW) (verving armenwet)
- 1967: Wet op de arbeidsgeschiktheidsverzekering (WAO) (verving
ongevallenwet)
Fase 4: Vanaf 1977
Het perspectief verschuift van het tegengaan van armoede naar spreiding
van welvaart.
4. Crisis en heroriëntatie. Druk op het sociale zekerheidsstelsel, problemen
rond betaalbaarheid en beheersbaarheid van het stelsel.
, - Door individualisering kwamen er kleine gemiddelde huishoudens en
meer éénpersoonshuishoudens. -> hoog uitkeringsniveau.
- Emancipatie: vrouwen vervulden deeltijdbanen terwijl er al weinig vraag
was naar werknemers.
- Welzijnssector: mensen gingen niet zelf opzoek, maar schakelen gelijk
hulp in voor hun problemen. Deze werden aangepakt door bezuinigingen
en door alleen hulp te bieden als dit echt nodig was.
- Door de crisis kwamen er beleidswijzigingen, dit had als gevolg dat er een
kleinere verzorgingsstaat ontstond.
Het waarom van de verzorgingsstaat
Als gevolg van sociale strijd.
- Toen de industrie opkwam, waren de omstandigheden voor loonarbeiders
er slecht. Er was verzet tegen deze slechte omstandigheden. Met name de
arbeidersbeweging kwam op voor de belangen van arbeiders. Ook politieke
partijen streefden ernaar om de rechten in wetgeving vast te leggen.
- 1866: Vakbonden richten zich op het verbeteren van de werk- en
leefomstandigheden van hun leden.
Als gevolg van burgerlijk beschavingsoffensief.
- De afstanden tussen sociale klassen waren er groot aan het einde van de
19e eeuw.
- Hoe mensen erbij lopen kan niet, hier moet iets aan gebeuren zeiden
andere mensen.
- Leerplicht werd ingevoerd in 1901.
Als gevolg van keynesiaans economisch beleid.
- Niet het hele inkomen vanuit de productie hoeft worden omgezet in
consumptie en investeringen. Mensen kunnen ook sparen zegt hij. Dat
zorgt voor minder vraag naar goederen en diensten. Volgens hem was
werkloosheid het gevolg van tekort aan vraag naar goederen en diensten.
Op 2 manieren kon de overheid ingrijpen
- Overheidsuitgaven vergroten.
- De vraag naar goederen en diensten van burgers stimuleren. (bijv.
belasting verlagen).
- Hij was een econoom die zei dat de overheid moet investeren in de
voorzieningen voor burgers, vooral op momenten als de economie slecht
draait. Je moet dan niet geen bezuinigen vind hij maar investeren.
Externe effecten: Mensen hebben last van elkaars ellende.
Interdependentie: Wederzijdse afhankelijkheid.
Het dilemma van collectieve actie: individuele keuzes leiden tot collectief
ongewenste gevolgen.
Doelstellingen van een verzorgingsstaat
Een garantie van (een zekere mate van) sociale zekerheid voor alle leden
van de samenleving.
Een reductie van willekeur in de verdeling van levenskansen.
- Ongeacht afkomst, geslacht heeft iedereen recht op dezelfde kansen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joukjebekkema2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.80. You're not tied to anything after your purchase.